zondag 14 oktober 2012

Anne


Met het puntje van mijn tong veeg ik een zoute druppel van mijn wang. Ik huil niet de hele tijd, maar het verdriet komt in golven. Niet onverwacht, maar nu wel definitief. Anne is niet meer.

In 1982 kwamen er drie Duitsers aan de deur. Gemaskerd, want er was een feestje. Jürgen, Gerard en Anne. Het waren niet mijn vrienden, maar Gerard en Anne zouden het snel worden. Mijn beste vrienden zelfs, naast Herbert en Jan.
Gerard en Anne woonden bij Bonn, in Duitsland. Een alternatief stel. Beiden werkzaam in de verpleging. Rustige mensen, waar ik graag kwam. Altijd even gastvrij. Mijn band met Gerard groeide. Gerard was immers mijn vriend. Anne zijn vrouw. Maar op die manier nam Anne een steeds grotere rol in. En Anne toonde altijd haar blijheid, wanneer ik hen weer zag. Een warme vrouw. Enthousiast. Ze probeerde Nederlands te praten en ik heb ook altijd Nederlands naar haar gesproken. Ze wilde mij begrijpen, alhoewel we soms dingen wel nog even extra moesten uitleggen.
Zichzelf cijferde zij altijd weg. Anne was er voor de ander en zelf was zij eigenlijk onopvallend aanwezig. Zo onopvallend dat Anne er altijd was. En nooit, nee nooit, was er iets verkeerd.

Gert Jan werd geboren en een paar jaar later kwam Anneke. Anne werd moeder, maar eigenlijk was ze het al. Zelden zo een krachtige moeder gezien. Anne was iemand om ontzag voor te hebben. Anne was Anne. Was, want sinds vanmiddag is Anne niet meer. Anne is dood.

Dertig jaar lang hebben we elkaar gekend. Van Bonn verschoof de familie in stapjes richting Koblenz. In alle woningen ben ik geweest. Van alle woningen heb ik hun leven mee gekregen. Ze hebben bij een gehandicapte man gewoond. Niet om er alleen te wonen, maar ook om hem te verzorgen. Anne was zorgzaam. Heel zorgzaam. Maar ze had ook een probleem. Voor haar werk moest ze met de auto rijden. Dat lukte niet zo goed, en meerdere auto’s bereikten vroegtijdig de sloop. Anne bleef er kalm onder. In Zeeland kregen zij, tijdens een vakantie, een redelijk groot ongeluk. Anne bleef nuchter. Ze was altijd nuchter.

Een jaar of vier geleden werd Anne ziek. Ze werkte al een tijdje niet meer, omdat zij al psychische klachten had gekregen. Je merkte er weinig van. Alleen als je haar goed kende, maar het was zwaar voor haar. Ze ging niet bij de pakken neer zitten en werd actief bij de wereldwinkel in Koblenz. Dat zij hoorde dat zij kanker had nam zij vol kracht op, en bleef nuchter. Ze bleef door gaan. De ziekte sloopte haar heel langzaam. Dan ging het weer een stuk beter, en weer slechter. Hoe lang kon dit duren? Duidelijk was dat Anne niet meer te genezen was. Vanaf het begin vond ik daar erg moeilijk, maar het was Anne die er voor zorgde dat ik er wel mee om kon gaan.
Vorig jaar hoorde we dat Gert Jan zou gaan trouwen. In juni dit jaar. Zou Anne er nog bij zijn? De verwachtingen waren slecht. Dit voorjaar lag zij in het ziekenhuis en was palliatieve zorg aan de orde. Anne krabbelde weer overeind.

9 juni. Anne was er. Ze had de dag van haar leven. Ja, ze danste zelfs. Maanden ervoor had zij geruime tijd in de rolstoel gezeten, maar nu danste zij. Anne maakte harten blij, harten warm, dat was Anne.
Half september belde Gerard. Nu ging het echt snel met Anne. Ze lag al veel te slapen en wilden we haar nog zien en spreken moesten we snel komen. Aanvankelijk wilden we in de herfstvakantie gaan. Toch besloten we een week geleden te gaan. Niet een weekend, maar dit keer een dagje. Ja, Anne was heel erg ziek. Anne was Anne niet meer. Maar Anne berustte en gaf aan dat het zo wel goed was. Anne was klaar te sterven. Toen we vertrokken zeiden we snel nog een keer langs te komen. Misschien wel tegen beter weten in.
Vanmorgen zag ik het rode lampje knipperen van het antwoordapparaat. Gerard had ingesproken. Anne was gevallen, bleef bloeden en was nu naar het ziekenhuis gebracht. Vanavond, even over zessen, ging de telefoon. Ik zag de naam op de display… ik voelde het al. Inderdaad, vanmiddag is Anne ingeslapen. Vannacht waren haar zussen erbij geweest. Vanmiddag vertrokken en Gerard en Anneke waren bij haar. Een half uurtje later blies zij haar laatste adem uit. Het leek wel of Anne daar op had gewacht, dat haar man en dochter bij haar waren. Het lijkt wel of ze erop heeft gewacht, dat wij nog een keer naar Koblenz kwamen, om afscheid te nemen. Of ze erop had gewacht toch nog het huwelijk van haar zoon mee te maken.

Anne staat voor mij voor kracht. Een haast onzichtbare kracht. En nu heb ik veel verdriet. Heel veel. 53 jaar… toch geen leeftijd. Zo’n goed mens. Nee, alsjeblieft niet het cliché, dat zij het niet verdiend heeft en de wereld oneerlijk is. Het is een feit en met dit feit moeten we leven.
Maar, de herinnering aan Anne neemt niemand mij af. Nog veel zal ik aan haar denken. Anne zit in mij hart gekluisterd. Diep en warm. Anne heeft mijn leven verrijkt, puur door haar zijn. We moeten wennen aan een leven zonder Anne. Dat doet pijn en zal lang pijn blijven doen. De herinnering aan Anne geeft mij daarentegen een warm gevoel. Trots dat ik deel mocht uitmaken van haar leven. Anne… rust zacht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten