vrijdag 26 juni 2015

in den vreemde: blik story (44)

Hoe druk kan men zich maken om een stuk blik? Wel, in Nederland, zowel als in Turkije kan men dat in grote mate.



In Nederland was een betaling van de autoverzekering mis gelopen. Dat heeft niet als gevolg dat de betalingen, c.q. achterstand, opgeschoven worden. Nee, de verzekering wordt stopgezet en dat is strafbaar. Door de post en het doorzenden ontstaat soms wat verwarring en in dit geval enige onoverzichtelijkheid. Dus, ik was twee weken te laat, en twee weken onverzekerd. De RDW is dan opeens zeer alert en ik ontving een boete van 400 (!) euro. Bij de ontvangst van de boete was alles ook al lang weer in kannen en kruiken. Beroep aangetekend, maar zonder succes. "Vergeten" in Nederland wordt niet vergeten en onmiddellijk zwaar bestraft (net als mijn BTW-afdrage...). Maar, de regels in Nederland zijn uitermate duidelijk en worden evenzo gehanteerd.



Turkije is een geheel ander verhaal. Hier en daar zal ik vast in herhaling treden, maar inmiddels kan ik hele verhaal optekenen. En, Nederlanders in Turkije met eigen auto; opgelet!



Bij binnenkomst mag de auto 180 dagen in het land zijn, dus langer dan het visum, dan 90 dagen geldig is. Maar je mag die 90 dagen wel weer over 180 dagen verspreiden. Na de 180 dagen moet de auto het land uit. Minimaal drie maanden. Het is niet mogelijk de auto in Turkije aan een Turk te verkopen. Verkoop is eventueel alleen mogelijk aan een in Turkije wonende buitenlander. Het moet echter wel iemand zijn met een (officieel) pensioen, iemand met een werkvergunning of eigen bedrijf. Verder moet de Residentie Permissie nog langer dan een jaar geldig zijn. Al met al kan je verkoop in Turkije dus schudden.

Wanneer je de 180 dagen met maximaal drie maanden overschrijdt betaal je enkel een boete. Deze is rond de 400 TL (iets meer dan honderd euro).

Op internet, bij de douane, folders en zelfs de ANWB is geen heldere uiteenzetting van deze regels te vinden. Om duidelijkheid te krijgen is veel research nodig, wat veel tijd vergt. Een werkelijke speurtocht.

Een extra bijkomstigheid is dat ik in Nederland mijn paspoort heb verlengt. Oude ingeleverd, maar in de nieuwe wordt (bij terugkomst in Turkije) niet opnieuw een stempel gezet. Daardoor heb je ook niet de exacte datum direct voor ogen. Een aantekening op een kalender is hierbij wellicht een hulpmiddel. In de computer staat namelijk wel vermeld dat je auto nog in het land is. En dit computersysteem werkt zo waar perfect!



Nadat je drie maanden overtijd bent moet je een extra boete betalen van 25% van de (Turkse) dagwaarde. Bovenop de eerdere boete. Er zijn twee mogelijkheden. De eerste is inderdaad via de douane en inleveren. Dan start ook direct een justitiële procedure. Dat kan zeer nadelig uitpakken en ondanks dat je de auto in levert riskeer je een hechtenis van drie maanden (voorwaardelijk) of een straf van minimaal vijf jaar cel voor smokkel. In veel andere gevallen wordt je ook geduid als smokkelaar.

Verkoop je de auto in Nederland (via de papieren) geldt het vrijwaringsbewijs niet voor Turkije. De auto staat bij binnenkomst op mijn naam geregistreerd en dit blijft zo tot de auto het land uit gaat. Komt de nieuwe eigenaar de auto halen en rijdt hier mee wel (of niet) de grens mee over blijf ik verantwoordelijk en alle boetes komen voor mijn rekening. Gaat de nieuwe eigenaar niet direct naar de grens, ben ik ook weer een smokkelaar. De auto moet ik dus zelf over de grens rijden! Voor de Nederlandse wet dient de nieuwe eigenaar wel al verzekerd te zijn en wegenbelasting te betalen. Ik ga in dat geval dus op de papieren en groene kaart van de ander de grens over.

In principe ben ik dan eindelijk echt van de auto af... Wel dien ik er alert op te zijn dat de douane de registratie van de wagen ook door haalt. De justitiële kanalen in Turkije zijn lang, ingewikkeld en zeer kostbaar. Daarbij bestaat het risico dat je voor een periode van vijf jaar de toegang in Turkije wordt ontzegd.



Van de auto wagen naar de nieuwe auto. Een keurige Dacia Logan van vier jaar oud. In Nederland schrijf je een auto in vijf minuten over op het postkantoor, hier moet je naar de notar. Stempels en papieren. Maar.... Dan!

Sinds kort is er in Turkije een nieuw systeem voor de verblijfsvergunning. Dit is een pasje, zonder foto, maar met digitale gegevens. Ik sta dus bij de notar. Dan moet er weer eerst officieel een vertaler komen. Na een half uur krijg ik de vraag naar mijn Turkse belastingnummer. Heb ik niet bij mij, maar de telefoon brengt de oplossing. Weer een kwartier later verneem ik dat ik de auto niet kan kopen. Tot kort geleden kreeg je een papieren verblijfsvergunning. Het nationale computersysteem kan beide systemen van de verblijfsvergunningen niet combineren. Ik ben dus onvindbaar.

Er is een oplossing! Ik moet met een Turkse kennis terug komen. Die moet een handtekening zetten, op basis waarop ik de auto wél kan aanschaffen. Of dit nu is om als een soort borg te staan, of om te bevestigen dat ik ben wie ik ben, is mij niet duidelijk geworden. Het werkt wel. Dus werd een wat oudere man van zijn stoel getrokken (blijkbaar een kennis van de autoverkoper), en zowaar het systeem werkte en na (in totaal) bijna drie uur verliet ik de notar, met de autopapieren op mijn naam.



Dan is er nog een staartje. Als buitenlander dien ik over een apart kenteken te beschikken. Dit moet ik in Mugla (100 km verder) regelen. Nu heb ik een kenteken uit Istanbul (34). Straks krijg ik een kenteken met 48 (Mugla) en dan twee letters, waarvan de eerste een M is. Vanaf de datum van overschrijving heb ik dertig dagen om dit te regelen en al die tijd mag ik er gewoon in rijden. Dat is dan weer ongewoon, maar wel een prettige bijkomstigheid.



Toegegeven, soms ontbreekt het ook in Turkije aan een zekere charme. Rond de auto is het allemaal erg ingewikkeld, ondoorzichtig en weinig inzichtelijk. Gewoon op vakantie, met de auto, is geen probleem.  Gewoon alles binnen de termijn regelen is ook geen enkel probleem. Wanneer er situaties ontstaan waarbij alles net even anders wordt krijgt het verhaal een toch wat onplezierige wending. Natuurlijk is enige naïviteit mij debet en kan ik mij niet alleen maar verschuilen achter de omstandigheden. Het is echter een combinatie van vele factoren waardoor je zeer snel in problemen kan geraken. En dan wordt iets wat geen kwade opzet is juridisch wel als kwade opzet geduid en bestraft. De scheidslijn is soms flinterdun. Daarbij komt natuurlijk ook dat men in Turkije zelf deze hele regelgeving ook bij geen individu goed inzichtelijk is. Zelfs niet bij de officiële instanties en door het gebrek aan juiste en complete informatie op internet (inclusief de officiële Turkse overheidssites) is verwarring snel gezaaid!

maandag 22 juni 2015

In den vreende: de Turkse mentaliteit (43)

Tja, voordat ik wellicht beticht word van generalisatie wil ik aangeven dat ik in termen van "algemeen" spreek. Er zijn zo veel uitzinderingen op mijn woorden als feiten welke ze onderschrijven. Ik scheer dus echt niet alle schapen over een kam.



Vanmiddag kwam de meubelmaker onze tafel brengen. Twee weken geleden, bijna, besteld, vorige week beloofd, vandaag gebracht. Als kompaan werd hij vergezeld door een klein Amerikaans sprekend mannetje. Wanneer er gesproken wordt over een kwestie van mentaliteit brengt alleen de vorige volzin al diverse kwesties aan het daglicht.

In Turkije is een afspraak een afspraak. Dat staat buiten kijf. Je kan rustig iets vooruit betalen, of een flink voorschot betalen, er wordt geleverd. Wat dat betreft ben ik hier nog geen enkele keer genaaid, ondanks in het begin de angst zeer prominent aanwezig was. Er is alleen wel een andere kant... Je weet nooit wanneer. Bij iedere afspraak over een leverdatum gaat het mis. Een datum voor een afspraak gaat ook mis. Vrijdag belde de man van Turk Telecom, dat hij vandaag in de namiddag zou komen. Vooraf is de kans al zeer groot, dat je hem vandaag niet ziet. We zagen hem dus niet. Waarschijnlijk morgen, of overmorgen. Hij zal hoe dan ook wel komen.

Met onze bedden hadden we een leverbon, met datum. Uiterst netjes (en een beetje bijzonder) werden wij tijdig gebeld, dat de levering vertraagd was. Daarna bleef het stil na een telefoontje van onze kant kwamen ze wel op de afgesproken dag. Aan het eind van de dag, wel te verstaan. Net als onze satelliet antenne. Er werd beloofd, dat hij die dag nog geïnstalleerd zou worden. Inderdaad, dat is gebeurd, maar het was al donker toen de heren klaar waren.

Aan de ene kant zijn Turken uiterst betrouwbaar. Anderzijds zijn ze absoluut niet te vertrouwen. Dat laatste maakt gelukkig weer dat ze je vaker blij weten te verrassen. En, zoals aangegeven, zijn er zeker uitzonderingen. In ons nieuwe huis loopt alles perfect op schema. De waterleiding is weer in orde en het hele elektranet  wordt vervangen. Het kan dus wel..., maar zie het als een mazzeltje.

Overigens geeft de een na laatste zin nog zo'n mentaliteitskwestie bloot. Dat straks. Zoals ik reeds aangaf kwam de meubelmaker met een secondant. Qua uiterlijk, en spraak, een Amerikaan. Het was echter een Turk, die in Amerika had gewoond. Nu terug in zijn vaderland werkt hij helemaal niet bij onze meubelmaker. Het zijn vrienden en vrienden helpen elkaar. Onze schotelman kwam ook met een maatje. Die werkte bij Aidem (de Turkse versie van... Nuon en dat soort bedrijven). Na zijn werk liep hij met zijn vriend mee en hielp dus. Turken zijn wat dat betreft ontzettend loyaal. En wanneer je een baan hebt dat je eerder klaar bent, ga je door je vrienden bij te staan. Wanneer je in Nederland een vriend een dienst vraagt moet het vooral een privé karakter hebben. En zelfs dan nog moeten de kinderen naar hockey, is men moe, krijgt visite, of wat dan ook. In Nederland helpen we elkaar, in vergelijking, maar heel sporadisch en zeker niet iemand op zijn werk, al heeft ie een eigen bedrijfje.

Hier help je elkaar. Ook op de straat voor onze deur valt het op. Zeer frequent stopt er een auto. Kort daarna stapt iemand in. Immers, wanneer je een bekende ziet lopen, stop je en neem je hem (of haar) mee. In Nederland moet het of je eigen vrouw zijn, of je kinderen. Verder toeter je gewoon ter groet.

Als beloofd even terug naar de elektra. Niet de elektra zelf, maar het bijzondere stukje mentaliteit. Wanneer je in Nederland een huis huurt moet het perfect zijn en anders spreek je de huiseigenaar er op aan dat het perfect moet. Hooguit kan je zelf je muren schilderen. Wij hebben een poging gedaan onze woning te verhuren. Eerlijk gezegd kreeg ik enkele keren kots neigingen over de eisen die potentiële huurders stelden, wellicht de reden dat verhuren niet lukte. Hier is het anders. Je huurt voor een schappelijke prijs en je zorgt zelf maar dat alles wordt zoals je zelf wenst. Hoe groot de verbouwing of investering ook is. Overigens zorg er voor dat je wel altijd overlegt en toestemming krijgt. Maar zelf ben je overal voor verantwoordelijk. De uitzonderingen hierop zijn primair de huisjesmelkers en rijken. Die vragen dan ook buitensporige huren, vergelijkbaar met centrum Parijs of een andere wereldstad. Zij verhuren niet, of aan buitenlanders. In Nederland vallen zij overduidelijk in de categorie graaiers. Een enkele huisbaas is geneigd te investeren. Onze huidige huisbaas had vooraf toegezegd enkele reparaties uit te voeren. Had het niet gedaan. Uiteindelijk heeft hij er aan tie gegeven. Hij probeerde wel een deel van de kosten op ons te verhalen. Zonder succes.

Ook onze nieuwe huisbaas is van de buiten categorie. Mustafa Kabak is ook al wat ouder, maar vooral een warm persoon. Dat geeft ook wel weer andere problemen (die eigenlijk helemaal geen problemen zijn), maar hij zorgt ook voor zijn huis. Al het bestaande water en alle bestaande elektra laat hij vernieuwen. Dat wij aanvullingen willen is prima, maar die kosten zijn wel voor onze rekening. Dat is voor de Turkse normen en waarden meer dan schappelijk!

 Onze ontmoeting met Baş is ook een voorbeeld van de Turkse mentaliteit. Men kan wel zeggen dat het hier zo toeristisch is en de zaak van het mooie en authentieke verstiert, maar aan de andere kant kom je heel wat Turken tegen die vaak langere tijd in een West Europees land hebben gewerkt. Baş is erg vernederlandst. Hij is de enige Turk die ik ken die zijn richtingaanwijzer gebruikt, zelfs bij het inhalen én wanneer hij weer naar de rechterbaan gaat. Verder is hij Turks. We kwamen aan de praat, het klikte, en nu hebben we regelmatig contact. Ook helpt hij, zoals met de auto, wanneer hij informeert bij de douane, of vrienden van hem. Ik moet zeggen, het is een leuk contact en kan nog wel eens tot een echte vriendschap leiden. En of een goede vriend nu ook je huisbaas is maakt niet uit. Als huisbaas is hij niet anders dan de meeste Turken, op natuurlijk de nodige uitzondering na.



De Turk is vriendelijk, maar kan ook erg afstandelijk en hautain zijn. Een Turk is een doener, een helper. Al lijkt het dat zij de hele dag alleen in het Theehuis zitten en roken, ondertussen werken ze vaak ook hard. Lui is een Turk namelijk niet. Nee, de meeste zijn harde werkers. Het beeld voor  "gewone" toerist  is duidelijk anders. Die zien en begrijpen heel veel niet, denken nog teveel vanuit de eigen cultuur die zien vooral alle zittende en hangende Turken. Maar toch, die mensen beginnen wel om een uur of acht en gaan door tot de wijzers weer net zo staan. Juist door je erin te verdiepen en te vragen kom je er meestal wel achter hoe de zaken werken. Een heel ander beeld ontstaat. Een boeiend beeld ook!

Voor de westerling is het niet altijd gemakkelijk de cultuur te doorgronden en de kwestie van mentaliteit te begrijpen. Een mentaliteit waar de mensen er nog echt voor elkaar zijn. Ook mij kost het soms moeite, zeker wanneer ik hier met de onbegrijpelijke bureaucratie van doen heb. Toch, zeker in het algemeen, geniet ik van deze mentaliteit. De Turk geeft om zijn medemens, ze zijn uiterst gastvrij en wars van een door de overheid gereguleerd leven. Hier kan de Nederlander nog iets van leren. Persoonlijk voel ik hier rijkdom. Die koester ik!

zondag 14 juni 2015

In den vreemde: krommunicatie en achterklap (42)

Lang leefde ik in de overtuiging dat roddelen iets was als een Nederlandse traditie. Geen ander volk kon dat zo goed als de plattelanders. In kleine steden en dorpen, maar ook in de stadse wijken. De Nederlander heeft een verhaal klaar, een oordeel, een anekdote, of een geheim. En eindeloos delen ze dit met elkaar, waardoor het origineel in de vierde hand al nauwelijks meer herkenbaar is.  We kennen allemaal wel het spelletje; met zijn allen ga je in een kring zitten. De eerste krijgt een woord. Dat woord moet de kring rond gefluisterd worden, waarna de laatste zijn/haar ontvangen woord hardop moet meedelen.zelden is dit gelijk aan het begin woord.



Inmiddels ben ik ouder, draag meer levenswijsheid en ervaring met mij en heb ontdekt dat men in Turkije niet onder doet voor de Hollanders. Roddel en achterklap vieren hier hoogtij en krommunicatie is hier aan de orde van de dag. Dat laatste natuurlijk ook nog eens onder invloed van de taal barrière. Misschien speelt hier nog een ander facet mee, waardoor de Turken hier zo goed in zijn. Een Turk is trots, wil iedereen te vriend houden en, met name de mannen, zijn al snel kleine autocraten. Dit al wetende is er prima mee te leven. Om er achter te komen is tijd nodig, maar binnen het jaar zijn we er mee bekend. Echter, de tijd dat je deze cultuur nog niet doorgrondt leidt tot soms irritatie, onbegrip en ongeduld.

De waarheid is hier iets wat je niet klakkeloos moet overnemen, want het is meestal bezijden de waarheid. In Nederland kom je dat ook tegen en wanneer het in sterke mate voor komt noemen wij zo'n persoon een leugenaar. Er van uit gaande dat men in Nederland bewust de leugens verkoopt ter eer en glorie van het vege hemd. In Turkije ben ik geneigd deze mensen niet direct als leugenaar te stigmatiseren. Nee, de intentie is immers iedereen te vriend te houden. Daardoor komt men klem te zitten en om die eer hoog te houden wordt er een verhaal verzonnen.

Krommunicatie speelt hierbij een grote rol. Afgelopen week ontving ik een telefoontje met de mededeling dat ik mij maar even niet boven (bij ons nieuwe huis) moest begeven. De mevrouw die het huis nu leeg haalt wil zo min mogelijk mensen om zich heen. Dat telefoontje ontving ik niet van de huisbaas, want die spreekt geen Engels. Door de boodschapper werd ik negatief bejegend, want ik had daar daags te voren niet mogen zijn. Mij reactie was er een van volle verbazing. Wij waren de vorige dag, op uitnodiging, langs gegaan om overname van spullen te bespreken. Op uitnodiging van de huurster. Wanneer wij arriveerden zat ook de huisbaas daar. Hij leek verrast. Tussen de huurster en huisbaas botert het niet. Nu blijkt dat hij ons een aantal zaken had toegezegd, terwijl hij met de huurster andere afspraken had. Daardoor had hij een aantal onwaarheden de wereld in geholpen. Eigenlijk nam iedereen dat voor zoete koek aan. Ons eerste contact met de huurster ontkrachtte al deze verhalen ten volste en zeer overtuigend. Tja, dus moest meneer de huisbaas zijn hachje redden, maar is contact tussen de huurster en ons natuurlijk voor hem weer bedreigend. Een prachtige intrige. Ik kan er alleen maar mijn schouders over ophalen.

We horen veel verhalen, en bijna altijd krijgen we later ook een geheel andere versie te horen. Bijna altijd gaat het personen en hun "daden". Ook valt op hoe slecht men naar elkaar luistert. Wat dat betreft zijn veel Turken niet anders dan veel Nederlanders.

Zo heb ik mij destijds (ook pas na enige tijd) enorm opgewonden over Westerman. Toen wij in de politiek kwamen wees hij vrijwel iedereen aan en labelde; te vertrouwen, een rotzak, een boef, en ga zo maar door. Liever leer ik zelf de mens kennen, want al vrij snel bleek ik er toch een hele andere beleving bij te hebben. Laat een ieder zelf oordelen. Ook hier kwamen wij nieuw. Langzaam ga je mensen kennen en hoorde je hen al snel spreken over anderen. Vooral in negatieve zin en het halve dorp bleek niet te deugen. Ook werden er tal van verbanden en relaties aan die mensen toegedicht. Iets wat achteraf volledig onwaar bleek. En de mensen zelf..., hele aardige lui. Ook hier in Turkije oordeel ik liever zelf.



In Haarlem, Driehuis en Velsen leefde ik in kleine gemeenschappen. Mensen spraken over elkaar. Er werd geroddeld, kwaad (of negatief) over anderen gesproken en gesproken woorden werden vaak anders uitgelegd, niet begrepen, en tevens kwam het nogal eens voor dat (essentiële) woorden niet gehoord of opgepikt werden. Nu in Göcek leven wij weer in een kleine gemeenschap. Heerlijk te merken dat het hier net als in Nederland is. Ook hier hebben wij onze "Westermannen" en zingen de verhalen door het dorp. Ik hoor wat mensen uitgevogeld hebben, hoe vriendschappen kapot gegaan zijn en hoe verderfelijk de ander is. Zelfs ondanks de taal barrière. Eigenlijk is dat heerlijk. Net of je thuis bent. Al eerder gaf ik aan mij hier thuis te voelen en het steeds meer als thuis te zien. Straks ben ik dus op twee plaatsen thuis. Maar op beide plaatsen zal ik mijn best doen mijn oren te sluiten voor alle krommunicatie en achterklap. Dat het er is maakt vertrouwd, alleen zelf ben ik er niet van gediend mij hiermee in te laten. Een heilige ben ik niet en mij er volkomen aan onttrekken toont een grote naïviteit. In ieder geval doe ik mijn best het zo veel als mogelijk te beperken. Het zekere kluizenaarsleven, wat wij tegemoet gaan, zal daar ook zeker een positieve bijdrage toe leveren. Of ik moet gaan roddelen tegen de honden, katten, kippen en straks ezels. Een ding is duidelijk, dan is er zeker sprake van krommunicatie!

vrijdag 12 juni 2015

Burgermeester

1967



Meester Pels, van de Adolf van Nassauschool, staat voor de klas. Met de rust welke hij altijd uitstraalde sprak hij over wanneer wij groot zouden zijn.

"Wat wil je later worden?", was de vraag waarmee hij de klas rond ging.

"Piloot meester," was het antwoord van Roelof, Wim, en nog wat anderen.

"Politie agent," reageerden Jan, Wouter, Stef, en misschien wel de helft van de jongens.

"Automonteur," zeiden drie jongens.

"Brandweerman."

"Burgermeester, meneer Pels," sprak ik.

Meneer Pels was duidelijk in een lichte staat in verwarring. De rest van de klas ontstak in een licht rumoer. Zo iets had men nog nooit gehoord en ik was duidelijk van "lotje getikt".  Sindsdien werd ik niet alleen als half leproos aangezien en benaderd, ook werd ik overal "burgermeester" genoemd, vol spot en kinderlijke ironie.



De grootvader van mijn achterbuur (Jan Wiebe van Veen) was burgermeester geweest. Hij woonde inmiddels ook bij ons in het dorp en met Jan Wiebe kwam ik er regelmatig over de vloer. Ik had ontzag voor die man. Het was een echte notabele, een man met charisma en uitstraling. Zo wilde ik later ook worden. Wat het burgermeesterschap inhield was mij volledig onbekend. Maar het hebben van uitstraling en gezag sprak mij aan. Alleen al omdat ik dan niet meer gepest zou worden. Dat mijn uitspraak juist leidde tot toenemend pestgedrag van anderen had ik bepaald niet voorzien.



2002



Maatschappelijke onvrede en mijn kritiek op het kabinet Balkenende besloot dat ik niet meer langs de lijn kon blijven schreeuwen en mokken. Neen, ik moest actief worden de wereld te verbeteren. Wellicht was ik al wat oud om mij zo als idealist op te stellen, maar ik ben nou eenmaal een laatbloeier. De zoektocht naar een politieke partij waar ik mij zowel politiek als persoonlijk betrokken bij voelde was best nog een hele opgaaf. Uiteindelijk sloot ik mij bij een partij aan. Binnen de kortste keren was ik niet alleen lid van de partij, maar zat ik ook in het bestuur van de lokale afdeling. Vanaf dat moment heb ik mij ook actief en vol overgave ingezet. Politiek boeide mij en ik was (nog) in de stellige overtuiging dat je in de politiek zelf op integere wijze als individu invloed kon hebben op het beleid. Het was geen naïviteit, maar een overtuiging, tot veel later bleek dat je toch een zekere schofterigheid in je moet hebben wil je daadwerkelijk politiek iets kunnen veranderen, of invloed hebben. Daarnaast speelt een groot ego ook een essentiële rol, iets waar ik niet over beschik. Ik neig wat dat betreft meer tot bescheidenheid en onzekerheid.

Maar goed, na een verhuizing kwam ik zo waar in de gemeenteraad. Bijna met een schuldgevoel mocht ik mij op het pluche hijsen. Keihard werkte ik om op eerlijke, integere wijze, oprechte politiek te bedrijven. Vol energie zette ik mij in om met heel veel mensen in contact te komen en op basis van wat er in de gemeenschap leefde en mijn eigen politieke overtuiging tot besluitvorming te komen. De vier jaar raadswerk was vier jaar strijd. Strijd, welke ik op zich niet ambieerde. Ik wilde politiek niet zien als strijd, maar als een spel van argumenten. Duidelijk werd dat mijn beeld bijgesteld diende te worden. En bijgesteld, en bijgesteld. Toch wilde ik nog wel een termijn. Immers, voor mijn eigen gevoel en mijn verantwoordelijkheid naar de gemeenschap was ik nog niet klaar en moest ik verder. Ook kreeg ik de vraag of ik het wethouderschap ambieerde. Mijn antwoord was duidelijk: neen, maar wanneer ik het belang daar mee dien ben ik wel bereid het wethouderschap op mij te nemen. Achteraf een veel te bescheiden opstelling. Al met al maakt dat niet veel meer uit. Rattenstreken en hufterigheid hebben inderdaad mijn politieke ondergang ingeluid. Ik was blijkbaar te eerlijk en te beschaafd politiek stand te houden.

Na de raadsperiode heb ik grote afstand van de politiek genomen. Uit zelfbehoud, maar ook uit frustratie dat politiek inderdaad is wat ik voorheen vermoedde; een spel van veel oneerlijkheid, ego's, en eigenbelang. Wel bleef ik mij druk maken inzake mijn gevoelens van machteloosheid als burger. Mijn confrontaties, grote frustraties, met de bureaucratie en regelgeving. Tegen onrecht kan ik nog steeds niet. De afgelopen jaren heb ik heel wat onrecht en foute regelgeving en verkeerde bureaucratie aan mij voorbij zien gaan.



Inmiddels heeft die zelfde bureaucratie er mede toe geleid dat ik nu in Turkije zit. En eindelijk heb ik een zekere rust en balans in mijn leven.



2015



Een berichtje op Facebook: " Ernst, er is een vacature voor je in Velsen." Het beticht vatte ik niet helemaal. Via Messenger las ik nog een paar korte berichtjes van een gelijke strekking. Daarna pas las ik dat Franc Weerwind naar alle waarschijnlijkheid burgervader van Almere wordt, de opvolger van Annemarie Jorritsma. Velsen is dus op zoek naar een nieuwe burgermeester... Ik moest weer denken aan 1967. Ik moet er niet aan denken. Tien jaar eerder misschien, maar ik heb mijn politieke tijd voorlopig wel gehad. Ja, ik ben meer bestuurder dan uitvoerend politicus. Zo veel is mij wel duidelijk geworden. En ja, mijn minderwaardigheidscomplex is in grote mate afgenomen. Echter, ik moet er niet aan denken dat mijn leven weer geregisseerd en ingevuld wordt door de buitenwereld. Bewijsdrang voel ik ook niet erg sterk. Laat mij maar genieten van het leven, waarin de dagen geen belang meer kennen. Een wekker mij niet doet ontwaken en plicht mij niet roept.

Bovendien, welke gemeente wacht op een dakloze en werkloze burgervader? En beide feiten heb ik te danken aan de politiek. Nee, het politieke beleid heeft mij veel ellende gebracht. Gelukkig heeft al die ellende er toe geleid dat ik nu eindelijk een fijn en plezierig leven heb. Over een paar maanden ben ik een schilderend keuterboertje... Bijna 60. De VUT bestaat niet meer. Nee, tegenwoordig wordt je ontslagen, financieel gemangeld en uiteindelijk mag je zonder uitkering overleven. Dat de uitkering van mijn vrouw op zich onvoldoende is voor twee, maakt niet uit. Nee, wanneer ik vanuit deze situatie burgermeester van Velsen word zal de gemeente de nar van politiek Nederland worden. Natuurlijk wordt het een hele klus na zo'n goeie als Franc een nieuwe sterke burgermeester te vinden, zeker wanneer ik ook bedank, maar Velsen vindt vast en zeker een oplossing. In ieder geval wens ik de gemeente succes. Ik ga vandaag eens informeren naar de prijs van een ezel en de prijs van een geit. En heb ik weer een woning in Velsen, ga ik vast nog wel eens vanaf de publieke tribune het theater aanzien. In mijn boerenkiel......

dinsdag 9 juni 2015

Gökceovaçık

Langzaam minderde de auto vaart. De bocht naar links was scherp en smal. Bovendien was juist deze bocht bezaaid met los liggende steenslag. Zoals meestal ondervond de auto geen tegenliggend verkeer. Nog een honderd meter asfalt, en even zo vele gaten, dan sloeg de auto rechts het grindpad op. Nu ging het stapvoets. De wind tochtte door de opengedraaide ramen. Verder was er het geluid van niks, behalve het zacht ronken van de motor. Bij de ingang van de tuin moest nog een kuil genomen worden. Eindelijk doemde het huis op. Verscholen tussen het groen en verstopt achter grote oude druivenstruiken. Nadat de motor uitgeschakeld werd was er stilte. Een natuurlijke stilte. Het zacht ruizen van blaadjes, een kraaiende haan op afstand.

Hij bleef nog even zo zitten. Genieten van de omgeving, maar vooral de vocale rust. Nee, uitstappen maakte nu even te veel lawaai. Het blik van de autoportieren zou de rust van dit moment verstoren. Ook al zou diezelfde rust na het sluiten der portieren weer aanwezig zijn, en zelfs alle harde mechanische geluiden doen vergeten, dit moment moest even gepakt worden.

Het duurde een tijd, wellicht een kwartier, alvorens hij het portier opende en de auto verliet, zonder het portier weer te sluiten. Een kleine kat lag kronkelen aan zijn voeten te mauwen. Vogels zongen in de verte. Met trage bewegingen verroerde hij zich. Eerst richting het huis, dan naar het overgroeide terras. De druivenbladeren hielden vrijwel alle zon tegen, wat het zeer aangenaam maakte. Zijn ogen tuurden de struik af. De plant droeg een onnavolgbare hoeveelheid trossen. De druiven begonnen zich voorzichtig te vormen. Dan ging hij zitten. Ondanks dat het een bank van steen was, zat deze aangenaam. Met bijna vertraagde beweging volgden zijn ogen en hoofd de omgeving. Van de oprit, tot het hele huis. Zijn mondhoeken vormden een bescheiden, echter zeer tevreden glimlach.



Het was niet de eerste keer dat hij hier was. Vele keren waren voor gegaan. Telkens voor korte duur. Dit keer zou hij blijven. Dit werd zijn nieuwe thuis. Een plek die al als zodanig voelde, nog voor dit moment. Vol ongeloof wandelde hij nog rond het huis, door de tuin, over het land. Nog voor de verhuizing had hij hier en daar al wat sporen achter gelaten. Ter voorbereiding van de verhuizing. Op enkele plaatsen groeide groente uitbundig. Hier en daar had hij al een aantal bloeiende planten aan de grond toevertrouwd. Inmiddels was het van het hek tot de woning een oase van bloemen en planten. Verder zou het land het landelijke karakter behouden. Dat had hij met haar besproken. De woning toonde zich een woonhuis, maar de omgeving gaf het meer het etiket van een hoeve. Het kon hem niet schelen. Het was zoals hij zich wenste.

De kippen scharrelden in hun nieuwe onderkomen. Ja, ze hadden zelfs een nieuw nachthok gebouwd. Het oude, wat er reeds stond (en half vervallen was) hadden zij geïntegreerd in het nieuwe hok. Het schuine pannendak domineerde het beeld. Achter het huis graasden de twee nieuwe geiten. In de oude schuur vonden zij het nachthok, en verder konden zij relatief vrij grazen. De poes rekte zich uit in de schaduw, inmiddels vriendschap gesloten met de kleine kat. De honden lagen in de zon te slapen... De zinderende hitte kon hen blijkbaar niet deren. Alleen de ezel was er nog niet. Ja, een ezel hoorde er ook bij.

Hij vond het wel storend dat het nieuwe hekwerk er nog zo nieuw uit zag. Te veel glans, te strak gezet. Toch snel zo'n honderd meter had hij geplaatst. Dan konden de honden zich vrij bewegen, zonder de kippen en schapen van de buurman op stang te jagen.



De waranda, het terras waren sfeervol ingericht en aangekleed. Eenvoudig, maar dat was hun keuze. Eenvoud kan juist zo veel warmte bieden. Ook in het huis was alles zonder overdaad, maar sfeervol. Nee, de echte uitbundigheid was buiten te vinden. De vele planten, groente, natuur... Bloemen.

Voorheen wilde hij blijven, telkens wanneer hij hier was. Iedere keer vertrok hij toch weer spoedig. Ook dan had hij meestal wel een poosje gezeten. Zitten en genieten. Met tegenzin vertrok hij dan. Hij wilde wel blijven, maar behalve de groenten was er niets van hem. Hij was te gast. Nu niet meer. Alles was over. Ja, bijna alles stond en lag er al bij of zij er reeds een poos woonden. Daar hadden zij de voorgaande weken dan ook, in alle rust, hard aan gewerkt. Het ongeloof achtervolgde hem nog over het feit dat hij nu kon blijven. Samen.



De volgende ochtend ontwaakte hij door de mauwende kat, blaffende honden, kakelende kippen en blèrende geiten. Het was een geweldige nacht geweest. Diep had hij geslapen, mooi gedroomd. Op weg naar de keuken werd hij gezelschap gehouden door zijn huisdieren. Eerst voeren, daarna de restjes naar de kippen brengen om vervolgens bij de geiten te kijken. Pas daarna zette hij zich op de waranda, achter een groot glas koele melk. Vroeger had hij inmiddels al een stuk of vier sigaretten weg gewerkt... Nu genoot hij van zijn eerste tabak. Ja, hij bleef roken, maar sporadisch. Dat ging eigenlijk van zelf. Zelfs wanneer hij zat, of zich ontspande was hij druk te genieten. Hij dacht veel minder aan het opsteken van een sigaret. Bovendien had hij, op zich, een vrij vaste structuur. Na het voeten van de dieren las hij een uurtje, dan boog hij zich over de boeken om (nu eindelijk) de taal van het land te leren. Tussendoor was hij door de tuin gegaan. Onkruid kreeg geen kans meer, daar waar het niet gewenst was.

Na het taaluurtje tekende of schreef hij tot aan de lunch. Alleen de middag varieerde van dag tot dag. De avonden waren niet minder veranderlijk. Soms zat hij even te genieten van zijn omgeving. Over het algemeen was hij in beweging. Bezig. Bezig met van alles. En altijd onder het genot van de rust. Zelfs het gebed, vanaf de moskee gesproken, stoorde hem niet. Geluid hier was anders. Het praten van de buren, het passeren van verkeer. Hier klonk het aangenaam. De eerste weken dacht hij bij vrijwel iedere auto dat deze het pad naar hun woning was opgedraaid. Geluid klonk ver weg en toch ook zo nabij. Het gevoel of hij levend in de hemel gekomen was. De dagen kende hij niet meer, tijd was niet van belang. Toch was iedere dag anders. Dit was de plaats waar hij oud wilde worden. Deze omgeving omarmde hem.

Gezeten op een grote kei, achter op het land, mijmerde hij over zijn geluk. Het geluk wat hij zo lang gezocht had, en nu, juist door het ongeluk, op zijn pad was gekomen. Zachtjes streelden vingers door zijn haar. Van zijn haar naar zijn rug. Hij opende de ogen, draaide het hoofd schalks naar op zij. Geruisloos was zij naast hem komen zitten. De kers op de pit van zijn geluk; zijn vrouw. En samen, innig omarmd zaten zij daar, tevreden en gelukkig tot ook die dag de zon achter de bergen onderging en de sterren de hemel vulden.

zaterdag 6 juni 2015

In den vreemde: Televisie (41)

Iedere dag stond de televisie wel aan. Soms kort, andermaal tot het slapen gaan. Eigenlijk was de beeldbuis alleen op zwart wanneer wij niet thuis waren, dan wel visite ontvingen. De bewegende beelden zogen aan je gevoel van nieuwsgierigheid en deden vooral een beroep op je gevoel "niets te mogen missen". Ondanks dat mijn vrouw mij verweet teveel naar het apparaat te staren had zij zo haar kijk wensen en zelfs wanneer ik de knop niet op "aan" zette deed zij dit met regelmaat wel.

In Nederland kan je bijna vierentwintig uur de meeste huiskamers openlijk beloeren. Vrijwel overal staat bijna altijd wel een groot (daar gaat de voorkeur steeds sterker naar uit: groot, groter, grootst) beeldscherm de kamer in lichtflitsen en talloze kleuren te beschijnen. Af en toe wordt er een enquete gepubliceerd over het kijkgedrang der Nederlanders. Veelal blijkt het gemiddelde op een uur of twee tot drie per dag te staan. Het kan niet anders dan dat deze Nederlanders de boel flink oplichten, of ik moet wel heel erg toevallig langs alleen maar verkeerde huiskamers schuifelen. Nederland kijkt veel tv, en daar deed ik niet voor onder.



Nu heb ik al vrijwel mijn hele leven een sterk tegenover gestelde drang, wanneer ik op vakantie ga. Dan heb ik niet alleen geen behoeft aan tv, ik bouw er zelfs een flinke weerstand tegen op. Dus, toen wij (bepakt en bezakt) vorig jaar onze woning verlieten en richting Turkije reden kwam de beeldbuis even niet eens in mijn woordenboek voor. Eenmaal aangekomen veranderde dit gevoel absoluut niet. Zoals op zo vele vakanties was er weer eens tijd een boek te lezen. En inderdaad, ik las. Boek na boek. Een gemis aan het beeldscherm kwam mij even vreemd voor als het gemis aan kreeften in de tuin.

Pas toen mijn vrouw in het ziekenhuis opgenomen werd kwam er een lichte kentering. Ons huis was nog leeg en sfeerloos, de meeste boeken had ik al uit, en de avonden werden kouder. Via mijn iPad keek ik af en toe "Uitzending gemist". Het was behelpen. Behalve dat het niet echt televisie was, moest je dat ding in je hand houden en de snelheid van het internet hier kon zeer frequent de snelheid van de beekden niet bij houden. Bovendien slorpte het een hoeveelheid bits en bites op, die zich ongekend uitte in de portemonnee. Al na enkele dagen was de hype in feite over. Wel bleef er een sluimerende behoefte aan onderhoudende beelden. Nadat mijn geliefde uit het hospitaal ontslagen was deden wij enkele pogingen middels een oude laptop DVD's te aanschouwen. Of de beelden, of het geluid waren onoverkomelijk. De schijfjes bleven vervolgens in de verpakking.

Toch, altijd lezen, een spelletje doen, of alcohol nuttigen vertoont ook een mate van eentonigheid. Af en toe even de ontspanning van het laten entertainen. Die behoefte was toch duidelijk aanwezig.



In diverse horecagelegenheden staat hier de televisie veelal aan. Turkse televisie. Erg te vergelijken met de programma's van de Italiaans RAI; druk, gelikt, gelul, kleurig. Vermoeiend en weinig aantrekkelijk, met enige alternatief: sport. Heb ik ook al weinig mee. En een keer bij mijn schoonzus echt DVD gekeken; hotel Babylon. Heerlijk was dat, ondanks dat ik wellicht de halve film gemist heb door te kleine oogspleetjes.



Uiteindelijk was ik in de gelegenheid mij een televisie aan te schaffen. Geen 40 inch, geen 42, maar 28. Een 22 inch was me nu net weer te bescheiden. Mijn probleem, nou ja probleem..., was dat mijn maat niet op voorraad was. Maar na bijna drie weken ging de telefoon met de mededeling dat ik het apparaat uit de winkel op kon halen. Ik naar Dalamen en thuis, na de lunch, de boel uit pakken en installeren.

Mijn intentie was een beeldbuis puur om DVD's te bekijken, maar mijn gemalin begon over schotelontvangst. Al eerder sprak ze dat uit, terwijl zij tevens haar weerstand tegen de aanschaf uitsprak. Nu het technisch speeltje in een hoek van de kamer ingesteld stond vroeg ze dus weer over satelliettelevisie. Vooruit, ik zou gaan informeren en zo deed ik. Vol verbazing over de ingewonnen informatie regelde ik per direct satelliet wat men diezelfde dag nog zou komen aanleggen. Meestal houdt dit in Turkije in dat het wel enige dagen kan duren, maar nu stonden er om zeven uur in de vooravond twee mannen voor het hek. Twee uur later beschikten we over bijna vierhonderd zenders, LED, kwaliteitstelevisie. Naast een bescheiden aanbod west Europese zenders een scala aan Italiaanse, Russische en zelfs Aziatische zenders. Verder kunnen we vrijwel de hele Arabische wereld in huis halen en zelfs erotische zenders (bel reclame) ontbreken niet in grote getale. Bij de laatste viel mij overigens snel even op dat zo'n half nakende stoeipoes een bordje ophield met mobiele telefoonnummers voor diverse landen, naast Duitsland, onder andere voor Tunesië, Jordanië, en... Iran!!! Nooit stilgestaan bij de andere kant van het land van de ayatollah's. De openbaring van de satelliet. Gelukkig ook België, dacht ik. Dit blijkt de zender BVN (Belgisch Nederlandse zender voor Nederlanders en Belgen in den vreemde). Ik ben alles een keer, vrij snel, langs gelopen. Sindsdien heb ik alleen een paar keer BVN gekeken. Met name het Journaal, daar de verdere programmering niet mijn kijkgierigheid oproept.



Na bijna een jaar staat er hier nu dus ook een televisie. Heb ik het echt gemist, al die tijd? Eigenlijk niet echt. Soms, vooral op de kille winterse avonden, dat ik eigenlijk te duf was om een boek in handen te houden. Die avonden gaan ook wel weer komen. En ja, het lijkt mij heerlijk weer eens een leuke film te kijken. Ik stel het nu alleen uit. En ook niet iedere dag dat de afstandsbediening beroerd wordt. Af en toe kijk ik naar het journaal, en veelal niet eens het volledige programma. Een keer een stukje actualiteit. Het feit toch weer een beetje bij de wereld te horen, door het nieuws te volgen doet mij wel weer goed. Wel is er een ding waar ik echt naar uit kijk: de Tour de France! Op welke zender ik moet zijn moet ik nog uit zoeken, maar die ga ik weer als van ouds intensief volgen.

Hier heb ik weinig besef van welke dag ik leef, en zelfs amper een besef van de seizoenen. Met de jaarwisseling heb ik het skischans springen en het nieuwjaarsconcert wel gemist. Voor mijn gevoel is daardoor zelfs de jaarwisseling wat onbeduidend aan mij voorbij gegaan. De televisie zal mij dus weer een beetje terug op aarde brengen. Maar een ding is hier stevig veranderd. Had ik vroeger moeite het apparaat uit te schakelen, straks moet ik mij er van bewust zijn de tv in te schakelen...

maandag 1 juni 2015

In de vreemde: Thuis (40)

Thuis. Het gevoel van thuis, thuis zijn. Het ultieme nest gevoel; dit is míjn plek. Ik merk dat ik dat ene stukje nog niet heb. Ik voel me hier wel thuis, ik woon hier voor een deel, maar ik ben hier nog niet thuis. En nu, na al die maanden, weet ik waarom. Raar, dat je daar niet zo maar bij stil staat.

De afgelopen periode heb ik veel pijn gekend. Stevige pijnen, waarbij ik af en toe half gek werd en totaal niet wist hoe ik mij moest houden. Lopen, zitten, liggen. Afwisseling en veel pillen. Langzaam nam de pijn toe. In frequentie en in hevigheid. Nu zitten we erg veel buiten en bemerkte dat de kussens van onze (overigens goede) tuinstoelen wel erg oud worden. We hebben nu allebei een goede tuinstoel (die ook in de huiskamer niet misstaat). De rugleuning kan met een zuigveer traploos ingesteld worden. Betere kussens en zo waar, mijn nachten werden beter, de pijn nam af.

Ondertussen hebben we een bed besteld. Niet alleen een matras, maar ook een goede bedbodem. Al een poosje zeur ik daarom. Nu kunnen we het even betalen en we hebben (net als we in Nederland hadden) Tempur besteld.

Eindelijk ging het lichtje aan. Sinds ins vertrek heb ik eerst op een luchtmatras geslapen en sindsdien slapen we op foam matrassen, op de grond. Ik laat mij in het bed ploffen en met moeite kom ik weer overeind. Slapen is niet erg denderend. Wat wil je, we hebben destijds dertig euro per matras betaald. Het matras is dus belangrijk. Nog belangrijker is het bed. Niet meer slapen op de grond, maar op "gewone" hoogte. En dat is exact wat er aan ontbrak om hier het thuis gevoel te hebben. Vreemd dat zoiets materieels van zo een groot belang is voor je beleven van welzijn. Misschien daarom, dat ik het volledig had onderschat.

Nu het bed in aantocht krijg ik op voorhand nu ook het thuis gevoel. En dat is een uitermate prettige beleving, dat kan ik een ieder wel zeggen.



Eigenlijk is het vreemd. We zijn nu ongeveer driekwart jaar weg. Ondanks dat het veel langer lijkt, zijn we ook al allebei naar Nederland geweest. Exact genomen zijn we dus nog korter uit Nederland. Toch zijn we hier genesteld. Al is deze woning nog niet ideaal en wachten we popelend op het feit dat we de woning in de bergen kunnen betrekken, we voelen ons hier goed. Het leven is anders dan in Nederland, wat een open deur is natuurlijk. Toch zijn er veel parallellen. Ik teken en schilder dagelijks, schrijf, volg Facebook, enzovoort. We doen de boodschappen, de regeldingen, op zich niet veel anders. En toch ook weer heel erg anders. We hebben het "Turks druk"... We vullen onze dagen. De tv ontbreekt. Nog wel. We missen hem niet, maar soms is het toch lekker een DVD op te kunnen zetten. In plaats van de tv lezen we nu allebei veel. Vooral nu we zo'n E-boek hebben. Aanvankelijk was ik daar zwaar op tegen, echter inmiddels ben ik "verkocht". Het is heerlijk, het is makkelijk en ik heb nog zo'n 250 titels op voorraad. Maar net als teveel tv, gaat ook teveel lezen saai worden. Afwisseling lijkt dus zeer welkom.

Ik merk ook, dat het keven hier veel afwisseling kent. Dat was in Nederland al, hier wellicht nog meer. Ook geheel anders natuurlijk, maar ik ben er van overtuigd dat de afwisseling hier een veelvoud is van de afwisseling, welke wij in Nederland hadden. Het gekke is dat je het je nauwelijks realiseert. Dat heeft te maken met het thuis gevoel. We zitten in een bepaald ritme, vullen onze dagen divers en actief. Ter vergelijk onze buren, een Zweeds echtpaar. Hun dagen zijn allen vrijwel het zelfde. Samen ontbijt, puzzelen en handwerken in de zon, zonnen, lunch, zonnen, beetje rommelen, borreltje, internet, koken, eten, drinken, rommelen, slapen. De intermezzo's (bijvoorbeeld logees) passen in dit patroon, of worden in dit patroon opgenomen. Deze mensen blijven een soort toerist. Wij zullen allebei helemaal gestoord worden van zo een leven. Daar zijn wij te actief voor, te avontuurlijk, te creatief. Soms worden we moe van onze eigen ideeën. Dat maakt ook dat we hier niet leven als toerist of ex-path. Ons leven is redelijk Turks, wat mede inhoudt dat er dagelijks nogal wat onverwachtheden op ons pad komen. Mensen die langs komen, mensen die je tegen komt, zaken die altijd weer anders lopen en geregeld moeten worden. En hoe actiever je wordt des te langer is ook het wachten een onderdeel van de dag. Wachten is hier een soort tweede natuur. Het is echter wel, dat wachten hier ook een activiteit is. Inmiddels begrijp ik ook waarom je overal thee krijgt.



Wanneer je niet teveel kijkt naar de verschillen, is het leven niet veel anders. Dat maakt dat ik mij hier goed voel en voor een groot deel dat thuis gevoel wel al heb. Maar het echte, het volkomen thuis gevoel, dat gaat er nu ook aan komen en ligt, hoe simpel kan het zijn, aan een bed.

Een groot verschil met Nederland is het landschap en het land. Dat verschil maakt me ook zo gelukkig. Natuurlijk, toen ik nog in Rotterdam werkte genoot ik ook iedere dag van het Groene Hart, alwaar ik of stapvoets of met honderd kilometer per uur aan voorbij ging. Maar hier, iedere keer verwonder ik mij. De grootsheid van de bergen, de ruwheid, de diversiteit van de flora. Vooral door hier langer te zijn zie je de afwisseling en rijkdom van de flora. Maar ook de loslopende kippen in het dorp, de geiten langs de snelweg, schildpadden op de weg de bergen in en de koeien voor Fethiye. Je wordt hier steeds geconfronteerd met de natuur, in de breedste zin van het woord. Ik kan daar intens van genieten, zoals ik intens geniet van een keiweg omhoog, inplaats van de strak geasfalteerde A4. Allemaal aspecten waardoor ik het gevoel heb hier op mijn plaats te zijn. En gek genoeg, ik mis ook eigenlijk niks. Hooguit contacten. Contacten met vrienden, kennissen en familie. Aan de andere kant zijn hier nieuwe kennissen en nieuwe vrienden. Dat laatste moet zich nog bewijzen, maar de ingrediënten zijn aanwezig. Overigens niet dat dit iets af zal doen aan het gemis van mijn vrienden. Het feit is dat ik niet te veel stil sta bij het gemis en vooral uitkijk naar het weerzien.  En wat is dat anders dan in Nederland? Hooguit de frequentie...

Nog een aantal nachtjes slapen, maar dan wordt het geleverd; onze Tempur bedden. En dan, dan is het thuis gevoel kompleet. Dan voel ik mij hier echt thuis. Hoe warm het die dag ook zal zijn, ik overweeg een hele dag van mijn bed te genieten en het thuisgevoel te omarmen. Wat heerlijk. Thuis!!!