zondag 22 december 2013

Participerende samenleving en tegenprestatie

donderslag bij heldere hemel
Chronisch zieken, mensen met stress, veel psychiatrisch patiënten, lijders aan trauma’s… en nog veel meer groepen mensen die er een probleem mee hebben. Een probleem om die eerste stap te zetten. Vanaf uit de bank komen, tot helemaal niets meer doen en alles wat er tussen zit.

De overheid wil streven naar een participerende maatschappij en mensen met een (WWB) uitkering moeten een tegenprestatie gaan leveren. Het streven is nobel en zeer begrijpelijk. De uitvoering is aanstootgevend en verachtelijk. Deze twee zaken lijken niet alleen te botsen, ze botsen ook in grote mate. Dat is het nadeel wanneer je een ideaal in een politieke context wil plaatsen. Een goed streven plaats je in regels en regels zijn per definitie star. Mensen zijn niet star. Een mens is geen computer. En juist op dit vlak zien wij dan ook de enorme spanningsvelden tussen regelgeving en menselijkheid. Het gevolg is dat de regelgeving het wint en de mens, de individu weer een opdonder krijgt.

De maatschappij gaat uit van gezond functionerende mensen. Een grote meerderheid voldoet hieraan… tenminste, wanneer alles goed gaat. Wie loopt er niet met een probleem, frustratie of trauma? Velen van ons, maar in het kader van het overleven hebben wij geleerd dit weg te schreeuwen, duwen, te werken. Heel veel mensen zijn bang de confrontatie met zichzelf aan te gaan. Dat is namelijk de confrontatie met onze zwakheden, waar wij niet mee om kunnen gaan. En daar is de maatschappij op georganiseerd.
Maar hoe broos is het lijntje… Soms hoeft er maar een klein iets te gebeuren en een maatschappelijk succesvol persoon vervalt tot een nietig hoopje zieligheid. Kijk om je heen, in je eigen omgeving… we kennen allemaal wel iemand, die behoort tot de zwakkeren in onze samenleving. Van sommigen zagen wij het al aan komen. Van anderen kwam het als een donderslag bij heldere hemel. In de jaren dat ik in de psychiatrie heb gewerkt heb ik ze gezien. Ja, zelfs topmannen van Shell, die van de ene op de andere dag volledig decompenseerden. Hun wereld werd kompleet anders.

Weet u hoeveel mensen er leven met een postfobie? Meer dan wij weten, want uit schaamte is het een verborgen probleem. In het netwerk wordt het vaak opgevangen, maar in heel wat gevallen is dat netwerk er niet, of valt weg. Met name financiële problemen doen zich voor en het gaat van kwaad tot erger. In de meeste gevallen wordt zo een relatief klein probleem als een postfobie gebagatelliseerd; stel je niet aan.
Dat zien wij terug in de participerende maatschappij en de tegenprestatie: stel je niet aan. In de wet en regelgeving kan je moeilijk rekening houden met dat individuele drempeltje. Dus, iemand die niet mee werkt… stelt zich aan.

Wij denken in oude normen van de arbeidsethos. Alles is daarop gerelateerd. Zo wordt heel mooi omschreven dat een ieder moet participeren op het voor hem/haar hoogst haalbare niveau. Dat niveau wordt altijd gerelateerd aan arbeid. Veel mensen kunnen dat helemaal niet. En het wordt allemaal nog moeilijker, omdat het aan de buitenkant niet te zien is.
Zo ken ik mensen die op zich prima functioneren, maar wel op de basis van hun eigen condities. Verder is er misschien weinig aan de hand, maar reguliere arbeid zal nooit voor hen weggelegd zijn. En soms is de druk van het participeren en presteren al te veel.

Er wordt een steeds groter beroep op elkaar gedaan. We moeten meer voor elkaar zorgen, de overheid trekt zich terug. Natuurlijk moet je elkaar stimuleren. Misschien wel eindeloos, maar verplichten is iets heel anders. Daar haken velen op af. Op een enkele uitzondering na overigens niet omdat men er geen zin in heeft. Noem het verborgen onvermogens. En dat is lastig, want politiek niet in regels te vatten.
De maatschappij wordt sneller, ingewikkelder en groter. We vergeten het menselijke brein, die dit alles niet meer kan bij benen, of door een handicap überhaupt niet kan bij benen.

In een wereld van graaiers en groeiende verschillen tussen de armen en rijken wordt de ruimte voor de “verliezers” steeds meer beperkt. De ogen worden gesloten en het aantal “verliezers” wordt groter. Maar dat wil de welvarende mens niet zien. Nee, want het lijntje zelf verliezer te worden is erg dun. De politiek poogt dit alles te sturen. Slinks, slim, maar niet oprecht. Dat is politiek namelijk niet gewenst, daarvoor zijn wij niet sociaal genoeg. Afgelopen week las ik in de krant, dat het aantal banen af neemt, maar ook het aantal werklozen… Je zou het bijna als een goed bericht interpreteren, en je hoeft niet te denken wat het daadwerkelijk betekent. Jongeren… blijven misschien langer een opleiding volgen, omdat er geen baan is? Het aantal ouderen dat met pensioen gaat is wat groter, want de “babyboom” is aan de beurt. En dan de mensen tussen de vijftig en het pensioen… veelal na jarenlange dienstverbanden: werkloos. Maar na de periode van hun uitkering komen zij niet in aanmerking voor WWB. Te veel eigen vermogen, eigen huizen en verdienende partners. Velen schrijven zich in als ZZPer (Zelfstandige zonder personeel), maar verdienen er niet echt mee. Wanneer ik de krant lees mis ik deze interpretatie. Logisch, want dan wordt het plaatje vele malen somberder.

Natuurlijk moeten wij allemaal zo veel als mogelijk mee doen met deze maatschappij. Helemaal mee eens, maar ga daarbij niet over de normen en mogelijkheden van de individu… en dat gebeurt met de huidige regelgeving wel. Laat mensen in hun waarde, wat met de huidige regelgeving helaas nooit in voldoende omvang kan. Het is een lastig probleem, maar wel een die je politiek niet op lost.
Het is net als waterverf; de kleuren moeten op natuurlijke wijze in elkaar overvloeien, waardoor een schilderij ontstaat. Wanneer de economie beter wordt, het belastingstelsel humaner, de samenleving socialer, pas dan zal het probleem zich langzaam oplossen. Langzaam en nooit helemaal.


Het mag duidelijk zijn dat ik grote bezwaren heb tegen de participerende samenleving en tegenprestatie zoals deze wettelijk nu geregeld worden. Het is geen oplossing, maar het verstoppen van de echte problemen. Het toedekken van nieuwe problemen. Het wordt tijd dat er eens écht iets gaat veranderen. Hoe goed Jetta Klijnsma het ook bedoelt, hoe enthousiast en overtuigend zij het ook brengt… het werkt niet. Misschien dat zij zichzelf te veel als voorbeeld neemt, maar dat verhul ik in mijn betoog. Laten we in ieder geval eens, zonder alle regels, gewoon eens wat socialer met elkaar om gaan. Ons wat meer in elkaar verdiepen. Dan alleen al zal de wereld er een stuk mooier uit gaan zien!

dinsdag 3 december 2013

De Wajong van Klijnsma

Jetta Klijnsma... Ik kan er maar niet over uit. Een aandoenlijke allervriendelijkste politica. Zij brengt het verhaal vol overgave en aks iets war zij daadwerkelijk in geloofd. En iedere keer hoor ik het tenenkrommend aan. Haar verhaal rammelt en hoe je het went of keert, het is niet realistisch. Het is politiek.

Ongeveer de helft van de mensen met een Wajong uitkering kunnen volgens Klijnsma met een arbeidshandicap aan het werk. In reguliere bedrijven. Dat betekent in eerste instantie dat iedere persoon met een Wajong uitkering gekeurd wordt. Uitgangspunt is dat ongeveer tweederde in aanmerking komt voor de aangepaste arbeidsmarkt. Deze aanname is nergens op gebaseerd. Ja, globale aannames. Meer niet.
Met het verhaal van Jetta lopen ook enkele zaken door elkaar; de WMO, de Wajong, de WSW en de participatiemaatschappij. Maar, ondanks alle ontkenningen, lijken bezuinigingen toch de basale drijfveer. Nu eerst de Wajong. Wordt je gekeurd en men acht je geschikt aangepaste arbeid te verlenen wordt je Wajong omgezet in WWB. Een netto achteruitgang van ongeveer vierhonderd euro. Er is dan nog geen werk. Nu geeft de overheid aan dat werkgevers te vinden zijn deze arbeidsbeperkten te plaatsen. Ja, er is zelfs een convenant. Toch is dit voorbarig. Zeker zullen er bereidwillige werkgevers zijn, maar het aantal plaatsen voor arbeidsbeperkten en de omvang van het aanbod zullen niet in evenwicht zijn. De reden is ondermeer in de soort arbeid, die de werkgevers kunnen bieden. Daar zit een hiaat. Naar mijn inschatting mogen wij blij zijn indien de helft van deze groep afgekeurde Wajong gerechtigden een passende werkomgeving zullen vinden. Een groot deel zal dus inderdaad in de WWB terecht komen. Dat weer houdt in dat de gemeentelijke sociale diensten de druk op deze groep zullen verhogen. Voor de persoonlijke en psychische effecten durf ik niet in te staan.
Dan is er de WSW. We kennen dit beter als de sociale werkplaats. Hier wil Klijnsma van af. Dus al de WSW werkenden dienen overgeplaatst te worden naar reguliere arbeid, voor arbeidsbeperkten. Dus ook daarmee wordt al een groot beroep gedaan op de arbeidsmarkt. Dit gaat in eerste instantie ten koste van de hergekeurden. 
Een ander gevolg is het verdwijnen van reguliere arbeidsplaatsen binnen de WSW, maar er is nog iets. Bij de sociale werkplaatsen is sprake van wachtlijsten. Deze kunnen wel oplopen van twee tot vier jaar. Kan deze groep nu wel ergens terecht? Dat is de vraag, alhoewel ik ook hier mijn twijfels heb. Een ander probleem nu al is dat iemand die op de wachtlijst staat voor de WSW geen indicatie krijgt voor dagactivering. Ze mogen, of kunnen, gedurende hun wachttijd niets doen. Dat lijkt mij niet bevorderlijk voor het individuele welzijn. Bij mensen met psychische klanten zie je binnen deze groep een relatief hoog percentage decompensatie. Dat houdt weer in dat er een extra beroep gedaan moet worden op de, duurdere, reguliere zorg.
De plannen lijken mooi, maar het lijkt niet reëel, mede omdat de drempels niet met een mooi verhaaltje weg te nemen zijn. En straks met de WMO zal ook hier weer een groep tussen wal en schip vallen. Mede door de bezuinigingen van de gemeentelijke budgetten zie ik het niet gebeuren dat de gemeente nu wél iets gaat betekenen voor deze groep wachtenden (en gekeurden) voor aangepaste arbeid. Tot hier is al duidelijk dat er meer maatschappelijke uitvallers zijn, waarmee het effect averechts is.
Zou je deze mensen dan vrijwilligerswerk aan kunnen bieden? Neen, bij de meesten zal dat niet op gaan. Immers deze mensen hebben extra begeleiding nodig. Dat is vaak lastig te regelen, omdat vrijwilligerswerk veelal al plaatsvervangend voor reguliere arbeid georganiseerd wordt. 
Op dit moment bestaat de Onbenutte Kansen regeling. Vanuit de WWB worden mensen verplicht aan het werk gesteld en worden trajecten ingezet. Meer dan activering is het vaak niet, en het percentage wel geplaatste mensen (uit deze groep) is nog geen 10% (vormen van regulier arbeid of arbeidsplaatsen voor mensen met een arbeidsbeperking). En dan te bedenken dat 125.000 mensen met een beperking aan de bak moeten. 
De boete voor werkgevers die geen of onvoldoende arbeidsbeperkten in dienst nemen is een farce en slecht voor de economie.

Ik zou nog even terug komen op de groep met een Wajong uitkering. Iedereen wordt uitgenodigd voor een herkeuring. Op voorhand is er (blijkbaar) al sprake van een quotum. Dus hoe zuiver is de herkeuring? En op welke wijze wordt de herkeuring uitgevoerd? Enkele onduidelijkheden, maar wel de kern van het probleem.
Stel de herkeuring is een momentopname. Je hebt een goede dag, en je gaat naar de WWB. In feite is het een klant die wel goede momenten heeft, goed over komt, maar nooit in staat is tot beperkte arbeid. Want hoe beperkt is beperkt. Een verstandelijk beperkte klant komt op de keuring en spreekt heel positief over zijn arbeidsproject. Ieder dag gaat hij, drie keer per week en het gaat hartstikke goed. De feiten kloppen, maar daar achter zit een verhaal wat duidelijk maakt dat echte arbeid een illusie is. Woonomgeving, omgang met problemen, de beperkingen zelf, sociale componenten.... noem maar op. Wordt dat goed mee gewogen en uitgekristalliseerd bij de herkeuring? Dat is bijna niet te doen. Nee, het is zelfs niet reëel, wanneer de keuring niet onder hele strikte voorwaarden plaats vindt. En daar zal het hoe dan ook aan ontbreken.

Natuurlijk is maatschappelijke participatie goed. Of het in regels te gieten is betwijfel ik, want hier hebben wij het over maatwerk. Ja, stimuleer de individu om zo veel als mogelijk te laten participeren. Maar wel op zijn, of haar, niveau. En dat laatste kan alleen procesmatig duidelijk worden. Bij de een sneller, dan de ander. Bij de een zal het niveau hoger liggen, dan de ander. Nee, herkeuringen en arbeidstesten zijn onvoldoende, en hooguit een aanvullend middel.
Toch staat de klant nu al met de rug naar de muur. Activiteitenbegeleiders zie je steeds minder. De professional wordt in hoog tempo vervangen door vrijwilligers. En dan moet er nog verder bezuinigd worden. Dat kan eenvoudig niet werken en de verwachting is dat de groep "outcast" groter zal worden, het individuele geluk zal verminderen, dan wel onder druk komen te staan. Mogelijk dus met als effect een groter beroep op duurdere zorg.

Jetta Klijnsma brengt het verhaal mooi. De politiek toont goede bedoelingen, maar het mag duidelijk zijn dat hier sprake is van diverse en botsende belangen. Dit beleid moet terug geschroefd worden. Heel overwogen moet er nieuw beleid ontwikkeld worden. De klant moet nu eens echt centraal staan. En reken maar, wanneer je het echt goed aan pakt zal het waarschijnlijk ook nog tot minder uitgaven leiden. Bij deze bied ik mij aan. Zoveel echte deskundigen zijn er namelijk niet...


zondag 3 november 2013

De Velser Affaire


Het onderzoek naar de Velser Affaire is afgerond en op 2 november 2013 is het boek feestelijk gepresenteerd en het eerste exemplaar overhandigd aan burgermeester Frank Weerwind. Het rapport/boek is geschreven door Bas von Benda-Beckmann.
bron: IJmuider Courant

De feestelijke presentatie vond plaats in de stadsschouwburg van IJmuiden. De presentatie lag in handen van Ad van Liempt, en naar de burgervader van Velsen zaten de heer Bernd Sneijders (burgermeester Haarlem), de heer Remkes (commissaris van de koning van Noord Holland) en nog meer regionale bobo's, en zelfs enkele landelijke toppers, vooral uit wetenschappelijke kring, waarvan er drie in een panel zitting namen. KRO Brandpunt was aanwezig. Dit allen ingrediënten om duidelijk te maken dat dit een historisch belangrijk onderwerp is. Ik zat als raadslid tussen de kleine vijfhonderd belangstellenden. In eerste instantie omdat enkele jaren geleden GroenLinks en de PvdA met een motie waren gekomen, welk dit onderzoek (en dus het boek) mede mogelijk heeft gemaakt. Politiek gezien maakt het niet veel uit of jezelf iets gerealiseerd hebt, of je voorgangers, je blijft er politiek voor verantwoordelijk.
Nu ben ik geboren in Santpoort Noord en zegt de Velser Affaire mij wel iets. Niet veel overigens. Mijn vader sprak eigenlijk nooit over de oorlog en ik weet bitter weinig van hem, gedurende die periode. Wel heb ik vernomen dat hij gedurende de bezetting werkzaam was bij de Hoogovens (thans Tata Steel). Van mijn moederskant heb ik wel meer gehoord. Zo ken ik het verhaal van de spanning in de familie, omdat een broer in het verzet zat, maar de ander tot de NSB toegetreden was. Ze hebben elkaar nooit verlinkt, maar soms vertelde mijn moeder over deze duistere periode.
Ad van Liempt, bron: Parool
Van vaderskant bleef het stil. Het werd duidelijk gemaakt dat het hier over een zeer gevoelig onderwerp ging. Eigenlijk een familie taboe. Met de jaren zakt dat weg. Je bent er niet meer mee bezig. Mijn leven gaat voort.

Weer terug als inwoner van Velsen gaan oude zaken toch weer leven. Soms indirect. Zo gaf ik mijn broer, enkele jaren geleden, het boek van Tessa de Loo; de tweeling. Hij was er niet, of pakte het niet uit. Dat weet ik niet meer, maar na korte tijd liet mijn schoonzus weten het boek niet aan mijn broer te hebben gegeven. Als reden gaf zij aan dat de oorlog té gevoelig voor mijn broer lag. Vreemd, omdat hij uit '43 is en de oorlog dus eigenlijk niet bewust meegemaakt kan hebben. Er moet dus iets aan de hand zijn. Daarbij dacht ik niet direct aan iets met mijn vader. Volgens mij was hij te laf, al heb ik mijn vraagtekens bij dat hij die hele periode bij de Hoogovens heeft gewerkt (op kantoor), wat op zich wel verdacht is. Nee, het moest iets te maken hebben met de vrouw van mijn vader.
Weer zakt zo iets weg. Maar dan zit je in de Schouwburg. Je ziet en hoort dat de voorzitter van de SOVA (stichting onderzoek Velser affaire), Cees Weij, nog vol emotie zit. Ik denk weer aan mijn broer, mijn vader, het vraagteken. 
Cees Weij, bron: You Tube/Seaport tv
Het is al zo lang geleden. Ik begrijp het niet, maar hoe sterk leeft het dus nog. En dan merk ik dat het mij ook weer bezig houd. En nu heb ik het boek. Hé, een namen index. Ik zoek... En vind een naam. Ik lees over de naam. Opeens wordt het mij duidelijk. Ja, heel veel wordt mij duidelijk. Ruim vijftig jaar een geheim voor mij. Nu heb ik een nieuw boek en binnen enkele minuten zijn de vragen over een periode van bijna vijftig jaar opgelost. Hoe simpel kan het zijn.

Connie Braam, bron: vandaag.nl
Zekerheid heb ik nog niet. Dan zou ik verder moeten zoeken. Maar het klopt me de lang gekoesterde twijfel. En eigenlijk is het een en ander bij deze bevestigd. Ja, het schijnt dat hier sprake is van lidmaatschap van de NSB. Ik weet hoe gevoelig het was. Uit mijn eigen jeugd ken ik de NSB kinderen nog, al werd dat al minder (ben toch van tien jaar na de oorlog). Als kind al heb ik hen nooit veroordeeld. Zij konden er niets aan doen. Ik vond het niet zo interessant. In mijn jonge jaren probeerde ook mij voor te stellen wat ik tijdens de oorlog gedaan zou hebben. Ik weet het waarlijk niet. Ik ben een held én een lafbek. Zo heb ik altijd gekeken naar mensen die fout waren, al had ik snel door dat er bij de fouten twee categorieën te onderscheidende weten: de lafbekken en de echte fouten. Voor die tweede groep heb ik geen enkel respect; de bewuste fouten.
Zou het m'n broer geholpen hebben wel over zijn probleem te hebben gesproken? Ik zou hem zeker gesteund hebben, ook al staan wij beiden zeer divers in het leven. Moet ik het nu toch zeker weten, en de bevestiging zoeken? Ik moet nog steeds een keer een borrel bij Connie Braam halen. Misschien is dat wel de reden dat wij de glazen nog niet geklonken hebben. Wellicht weet ik genoeg en is het nu echt tijd om het te laten zo.....



vrijdag 25 oktober 2013

Vreemde tijd


Nog niet eens zo heel erg lang geleden, vier of vijf jaar, geleden zag ik een documentaire op televisie over pubers. Deze pubers gebruikten hun mobile telefoon voor hun sociale leven en het was zelfs hét instrument om bijvoorbeeld relaties te verbreken. Want, wanneer iemand recht voor je staat is dat immers een stuk lastiger.

De tijd schrijdt voort en ook de digitale ontwikkelingen zijn in hun opmars niet gestuit. Was vroeger Hyves al heel wat, tegenwoordig ploeteren wij met Facebook , LinkedIn en Twitter. Of je iedereen nu wel of niet kent maakt niet zo veel uit. We willen veel “vrienden” hebben en communiceren ons te pletter. Ik denk dat velen zich niet realiseren hoeveel tijd men besteed aan deze sociale media. Immers, we doen het niet alleen, veel mensen stoppen er ook nog eens bakken van tijd in.
Wat levert het nu eigenlijk op? Ik vraag het mij met regelmaat af. In ieder geval hebben we er een goede dagbesteding mee gekregen. Zat je vroeger uit het raam te staren of voor de buis, nu hang, lig, of zit je, uren op de sociale media. We zijn actief.
Daarnaast ontgaat de meerwaarde mij in grote mate. Vreemd, daar ik zelf toch ook een redelijk fanatiek gebruiker van, met name, Facebook ben. 

overal doen we het, bron: de ondernemer
Nu heb ik zelf vrij veel contacten en bevalt het mij prima eens een dag geen mensen te zien, of te spreken. Toch onderhoud ik ook dan mijn digitale vriendschappen. Dat gaat soms ver. Zijn mijn vrouw en ik samen thuis, zeggen wij niet zo veel tegen elkaar (ja, dat komt ook voor), dan communiceren wij wel via Facebook. Nog geen twee meter van elkaar verwijderd en we communiceren digitaal. Ja, een vreemde tijd. We doen er nog aan mee ook.
Soms is het leuk. Zoals nu de Pietitie en de discussie rond de Zwarte Piet. Dan gebeurt er weer eens iets. Toch is dit een beetje een uitzondering, want de meest uitwisseling is in feite inhoudsloos, wat leeg. Heel veel gebruikers hanteren de sociale media om enerzijds allerlei kretologieën te verspreiden, en anderszins hun eigen interesses aan de ander op te dringen. Globaal genomen zijn de sociale media heel erg vlak. Bij Twitter zit daar nog enige logica in, door de beperking in tekens. Bij Facebook heb je ruimte en is de oppervlakkigheid vele malen groter. LinkedIn is vooral een uithangbord van jezelf, een soort etalage.

Vroeger ging je om met mensen. Je kende hen in zekere mate en je ging wel of niet met iemand om. Met de mensen, die je tot je vrienden (of kenniskring) rekende, had je leuke dingen en vervelende dingen. Soms ook wel ruzie, maar dit leidde nooit echt snel tot een breuk. Of het contact was al op een wankele basis gegroeid, of je kende elkaar en wist het wel weer bij te leggen. Het contact hierin was altijd erg essentieel. Iets recht in persoons gezicht zeggen, of het met (toen nog) een briefje zeggen, maakte verschil. In het eerste geval ontstond er een directer communicatie, waarin heel veel misverstanden direct weggewerkt konden worden. In het tweede geval ging je er voor zitten en koos je zorgvuldig je woorden. In het huidige digitale tijdperk gaat alles snel, kort, krachtig, en daardoor regelmatig hard en meedogenloos. Respect lijkt in waarde sterk af te nemen. Je maakt net zo makkelijk vrienden, als dat je ontvriend wordt. Het valt mij op dat mensen veelal ongenuanceerd en respectloos reageren. Misschien omdat ook wanneer iemand mij digitaal ontvriendt dit mij toch altijd wel iets doet.
zelfs ouderen doen het, bron: pzc
We schrijven veel, maar zien, horen, signaleren veelal de toon er achter niet. Denk je dat iemand grappig reageert, blijkt het serieus te zijn. Is iemand serieus, ervaar je het als grap. Discommunicatie is via de sociale media erg snel gerealiseerd. Dat is lastig. Volgens mij ook niet goed voor de (onderlinge) sociale structuren.

Om meer te zeggen staat aan de zijlijn van de sociale media de blog. Zelf schrijf ik met regelmaat een blog. Omdat ik dingen kwijt wil, zaken wil uitleggen, of om welke reden ik ook heb. In principe tracht ik met mijn blogs een zekere verdiepingsslag te creëren. Echter, eenmaal geschreven wordt ook een blog in de sociale media opgenomen en ik merk dan ook frequent aan de reacties, dat deze een zelfde waarde vertegenwoordigen, als wat ik hierboven over de communicatie op de sociale media heb gezegd. Ongezouten en ongenuanceerde reacties zijn het gevolg. Dat raakt een ander punt van de sociale media. Had je vroeger vrienden, waarmee een zekere verbondenheid was, tegenwoordig is dit lang niet altijd zo. Qua interesses niet, maar ook niet op het gebied van taal en intelligentie. Nee, eenmaal voorbij het knopje plaatsen ben je vogelvrij. Arm en rijk, slim en dom, intelligent of onderontwikkeld, alles en iedereen ligt voor je, al dan niet te azen op het fenomeen toeslaan. Als prooidieren liggen wij in een hinderlaag. Soms is dat omdat, wanneer je langs komt, men met je wil spelen, maar heel vaak is het omdat je vanuit die hinderlaag heel “veilig” kan worden aangevallen.
Wij noemen het sociale media, echter in feite wordt ons sociale leven zwaar op de proef gesteld. In het echte leven vechten we voor ons eigen individuele bestaan. De fysieke sociale cohesie is tanende. Vanuit de sociale media en invloeden van de digitale mondialisering maakt dat wij in het echte leven ook minder sociaal met elkaar om gaan. In onze westerse wereld vallen sociale structuren steeds verder weg. Had je in de jaren vijftig en zestig (vorige eeuw) nog het bloeiende verenigingsleven, de kerk, en het dorp, tegenwoordig is dat alleen nog maar heel beperkt aanwezig. Ook in menselijk oogpunt leven we steeds meer in een wegwerp maatschappij.
mondiaal
Maar, wel een vol paradoxen. Immers, ik schrijf feitelijk kritisch en negatief over de sociale media, maar maak er wel flink gebruik van. Ja, dat is inderdaad een innerlijke strijd. Het heeft ook te maken met mijn maatschappelijke positie. Ik ben raadslid en van mening op meerdere manieren te moeten communiceren. Om die reden schrijf ik de blog, ben ik actief op de sociale media, en beantwoord ik trouw alle mailtjes. Gelukkig heb ik ook op straat nog de nodige contacten, en daarmee gesprekken. Dan is er sprake van echte interactie en kan ik uitleggen en direct reageren. Na mijn politieke carrière denk ik zeker minder actief te worden op de sociale media, en weer meer een ouderwets leven te gaan (en willen leiden). Zo ver is het nog niet, en wat mij betreft blijf ik mij voorlopig ook nog inzetten voor ons maatschappij, met name op lokaal niveau. Het geeft echter wel een extra druk.

Toch mag mijn betoog niet louter negatief zijn. De sociale media brengen ook wel iets. Je vergroot je wereld. Qua informatie, maar ook vrij letterlijk. Op Facebook heb ik regelmatig digitaal contact met directe en indirecte familie, die op afstand staan of op afstand wonen. De naam Merhottein staat diverse keren genoemd in mijn rijtje vrienden. Maar ook oude (verloren gewaande) contacten duiken soms op. De ene keer is dat leuk en heeft dat een bodem, de andere keer blijft het bij een zeker vaststelling. We kennen elkaar, maar onze levens corresponderen niet meer. Zelf ervaar ik het als leuk, die oude contacten.


Ja, wij leven in een vreemde tijd. Jaren geleden was men bevreest bij het idee dat de wereld geregeerd zou worden door de computer, maar nu is het zo ver. De computer bepaalt ons leven, in bijna al haar facetten. Daar zitten negatieve en risicovolle kanten aan, maar toch ook veel mooie kanten. We gaan er alleen veel te slordig mee om. Dat is geen verwijt wat ik anderen kan maken, daar ik mijzelf er ook van moet betichten. Het hoort er nu eenmaal bij. Een paar keer heb ik nu al gehad dat ik iets schreef, wat totaal anders over kwam, dan mijn intentie was. Ik hoop er zelf toch iets van te leren. Misschien iets minder snel schrijven, toch een keer controleren, en hopelijk niet te snel op het knopje plaatsen drukken. Al gaat dat laatste soms ook per ongeluk. En dan ga ik nu maar mijn kwartaal opgave van de BTW doen… want dat moet tegenwoordig ook digitaal.
tot in de dood

maandag 21 oktober 2013

De maakwereld


Inmiddels heb ik de stoute schoen aangetrokken. Nadat ik was had besteld heb ik het uitgepakt. Nu heb ik mijn vingers er lam op gedrukt. Een vorm, stukjes was en de weg naar resultaat.

Vroeger heb ik enkele jaren voornamelijk geleefd van mijn schilderijen, aquarellen en het geven van tekenlessen. Ik heb mij nooit kunstenaar willen noemen, maar noemde mijzelf createur.
In de loop der jaren veranderde de situatie. Het schilderen werd minder, maar ik ging animatiefilms maken. Klussen. Telkens was ik toch weer bezig met maken. Maken van dingen, waarvan ik een plaatje in mijn hoofd had, wat ik om wilde zetten in een ding,een product, object, of wat dan ook. De waan van alle dag ontnam tijd, rust en gelegenheid tot het maken. Een enkele keer had ik een korte opleving, een periode van (meestal) een paar maanden, dat ik weer echt schilderde. In de jaren negentig en rond 2007. De meeste periodes lagen mijn penselen onaangetast. Roerloos lagen de tubes te wachten weer eens een stukje uitgeknepen te worden.
Niet dat ik in de tussentijd niets maakte. Mijn vorige huis heb ik uitgebreid verbouwd en later opgeknapt en gestyled. Een tuin aangelegd... Het zit in mij, een onbedwingbare drang om iets te maken. Ik heb ongeveer een half jaar met een treinbaan in mijn woonkamer gezeten. Een winterlandschap, als voet voor de (kunst-) kerstboom. Drie kerstvieringen sierde hij de kamer, daarna weer gesloopt. Ook waar ik nu woon heb ik
gemaakt. Het begon met de vijver, en inmiddels heb ik de hele tuin gehad. En uit die tuin is voortgekomen dat ik wijn maak.
Mijn situatie is weer veranderd. Sinds dit voorjaar schilder ik weer. Bijna dagelijks. Langer en intensiever dan ooit tevoren en nog is het mij niet genoeg. Daarnaast heb een idee gekregen en ga ik kleine meubeltjes maken. Eigen ontwerp, ieder product uniek. Origineel? Ik weet het niet en het interesseert mij niet. Ik wil het gewoon maken.
Zo wil ik ook al jaren driedimensionaal werken. Daar ben ik nu aan begonnen. Ik w
eet niet of ik het kam. Ik ga het ontdekken, maar de eerste tekenen zijn niet verkeerd. Ik vind het ook leuk. Ik heb ideeën.

Kan ik al die dingen? Vroeger zou ik schuchter gereageerd hebben dat het mij niets kon schelen, maar gewoon wilde maken. Nu zeg ik nog steeds dat ik wil maken, maar durf er nu ook voor uit te komen dat ik het kan. Een eigen signatuur heb. Of mensen van mijn houden is een ander verhaal. Op zich kan mij dat minder schelen, alhoewel ik wel hoop dat er genoeg mensen mijn werk wél waarderen, mooi vinden en willen hebben. Voor het eerst en heel bewust heb ik de stap gezet; ik maak er mijn werk van. Ik ga er een beetje van leven. Ik hoop het. Ach, dat gaat gewoon lukken. Hier voel ik mij gelukkig mee. Dit wil ik doen. Ik wil weer echt die createur zijn. Ik bén het!

Wat is die drang toch, dat ik altijd maar wil maken? Dingen uit mijn hoofd zichtbaar, toonbaar wil maken. Heb ik zo een enorme fantasie, puilen mijn hersenen uit van ideeën? Bestaat hersen ADHD? Ik denk ik beelden, maar vraag mij af wat die enorme klemmende drang is om daar iedere keer weer iets mee te doen. En voorlopig kost het alleen maar geld, wat ik momenteel nauwelijks heb. Of het een schilderij is, een beeld, tuin, huis... Ik wil het maken. Met films (en video) heb ik dat ook gehad, maar dan moet je met andere mensen werken. Blijkbaar ben ik een individualist. Ja, ik ben inderdaad graag alleen. Ik kan niet meer zonder Reina, geen denken aan, maar verder.... Ik ben niet een echte prater. Dat zie je vaker bij doeners. Het integreert mij wel, hoe ik in elkaar zit. Toch angst, dat ik de verkeerde driften bezit, het mijn leven onvoldoende kan bepalen, het geen brood op de plank brengt. Maar, ik móét het doen. Dus, ik doe en dit keer ga ik door! Geen pauzes meer van jaren. Werken en creëren. Ik heb zelfs te weinig tijd al mijn gedachten op doek over te brengen... Het lijkt een instinct. Een drang als poepen, maar ik moet. Ik ben van de maakwereld, ik bén createur!
foto: Reinder Weidijk

vrijdag 18 oktober 2013

Dood

Levensbeëindiging. Actief of passief. Je bent er voor, tegen of je komt er niet uit over hoe je hier over moet denken. In Nederland leven wij in een modern land. Toch is er een arts die een emmer uitwerpselen (figuurlijk) over zich heen kreeg, alleen al op basis van palliatieve zorg. De arts, Nico Tromp, heeft nu zelf een eind aan zijn leven gemaakt.

De arts uit Smallingerland heeft een terminale patiënt (Theo Spaansen) palliatieve zorg verleend, om de pijn te verzachten. Een stagiaire van deze arts heeft dit besproken met zijn/haar begeleider, een arts van een universitair ziekenhuis. Deze stagebegeleider heeft vervolgens iets vreemds gedaan. Hij heeft verzuimd het verhaal van de stagiaire te toetsen bij de betreffende arts. Nee, deze dokter spoedde zich naar de officiële instanties. Het effect; een rits aan agenten licht de arts van zijn bed en arresteren hem. Als een crimineel wordt hij afgevoerd. 
Heel on-Nederlands. Vervolgens heeft de arts een verbod gekregen zijn beroep uit te oefenen... En vervolgens heeft hij de hand aan zichzelf geslagen.

Palliatieve zorg in Nederland is, dacht ik, algemeen geaccepteerd. Je helpt iemand (in een terminale situatie) het leed te verzachten. Je geeft morfine, maar de patiënt ligt al te wachten op het komende einde. In mijn visie heel humaan.
bron: Humanitas
Enkele jaren geleden kregen wij een telefoontje. Mijn schoonmoeder, in een verpleeghuis, was ziek. De vraag werd gesteld of zij naar het ziekenhuis moest... of niet. Zo'n besluit word je als familie voorgelegd en in relatief korte tijd moet je een beslissing nemen. Wij hebben gekozen om haar niet naar het ziekenhuis te laten vervoeren en enkele dagen later is zij overleden. Uiteindelijk is haar palliatieve zorg verleend. Hebben wij gekozen voor leven en dood? Nee, wij hebben gekozen voor een waardige situatie. Het voorbeeld van de arts in ogenschouw nemend zou betekenen, dat wij goed fout zaten. Ik heb geen uniformen gezien en wij zijn niet van ons bed gelicht. Later bleek, dat wanneer mijn schoonmoeder naar het ziekenhuis was vervoerd, zij waarschijnlijk de reis alleen al niet overleefd zou hebben. Dat maakt dat wij vrede kunnen hebben met onze keuze. Maar het verhaal van die arts gooit alles toch weer overhoop.  Ik kan mij voorstellen dat wanneer je naar eer en geweten handelt en je opgepakt wordt om vervolgens je beroep niet uit te mogen oefenen een wel hele flinke klap voor je hoofd krijgt. Wat mij betreft rammelt deze zaak aan alle kanten.
bron: stroom Amsterdam
Tja, en dan gaat het nog niet eens over euthanasie. Dan beëindig je een leven gericht. Bij passieve euthanasie onthoud je iemand de nodige zorg. Maar ook dan wordt er samen gewerkt met een zogeheten "scen-arts". Logisch, want je bent gericht bezig iemands leven te beëindigen en dan kan ik het belang onderschrijven hier een tweede arts bij te betrekken. Bij actieve euthanasie (middels medicatie een direct einde aan het leven maken) lijkt deze zorgvuldigheid helemaal een logica. Recent is hier nog een rechtszaak over geweest, omdat iemand zijn oude zieke moeder het leven heeft beëindigt. Ik geloof dat meneer een min of meer symbolische (taak-)straf heeft gekregen. Hoe schil staat dit in contrast met het verhaal uit Smallingerland (overigens gelegen in de provincie Friesland).

Hoe modern wij ook zijn. Hoe zorgvuldig wij hier ook mee om plachten te gaan, helaas is de paniekvoetbal sterker dan een intellectuele afweging. Het heeft niet alleen het leven van deze ene arts gekost, maar het geeft ook veel onrust bij andere huisartsen in Nederland. Wat mij betreft moet ook in tweede instantie zorgvuldiger met de zaken om worden gegaan en niet bij iedere kreet alles mobiliseren om vervolgens de fout in te gaan. Wij hebben nog heel veel te leren in Nederland.



vrijdag 11 oktober 2013

Grooming



Kees van Kooten als de Vieze man
Internet, we zitten er dagelijks op en velen bewegen zich in hoge mate op de sociale media. Zoals deze week bekend werd ook een man uit Cuijk. Via grooming heeft hij bijna driehonderd meisjes tot onzedelijk gedrag weten te verlokken. Iedereen vindt het verachtelijk, toch is het bijna dagelijkse kost.

Zelf merk ik het. Op mijn blogs komen soms reacties die verachtelijk zijn. Op de sociale media gaat men over grenzen en realiseert zich vaak niet in welke mate men zo enorm verkeerd bezig is. En dan gebeurt het ook anoniem, dan wel onder pseudoniem.
Kinderen, of jongeren, zitten ook op die sociale media. Dan gaat het niet over politieke opvattingen, waar ik het regelmatig over heb, maar is het dagelijkse leven het onderwerp. De praktijk toont dat de ouderwetse kinderlokker ook gemoderniseerd is. Hij heeft internet ontdekt en de taal van de jongeren leren spreken. Hij dringt het leven van de jongeren binnen. Die kinderen zijn naïef. Ze reageren, maar checken niet, of in ieder geval onvoldoende. Het wordt spannend  en gaan verder. Het zit ook in de levensfase. Ze puberen, ontdekken de wereld en zoeken grenzen op. Subtiel laten veel kinderen zich verlokken tot grensoverschrijdend gedrag. Niet alleen de kleren gaan uit, maar ook verrichten de kinderen soms intieme handelingen. Een enkeling gaat zelfs nog verder en komt het tot feitelijk contact. Achteraf schamen die kinderen zich kapot.
Nu die man; driehonderd meisjes, 144000 foto's en 29000 filmpjes. Hij zit vast, is gepakt, maar hoe veel worden er niet gepakt? Een veel-fout van deze ene meneer en zij die wel (al) gepakt zijn. Telkens weer duiken dergelijke misstanden op. Praten we over honderden kinderen, of vele duizenden? Omgerekend, op welk percentage van deze pubers zouden wij uitkomen? Ik vrees dat we er heel erg van schrikken. Hoe ziek is onze maatschappij?

Grooming is in feite een exces, alhoewel het dus waarschijnlijk heel veel voor komt. Kinderporno komt in brede zin al heel erg veel voor. Maar dit gaat verder. Het gaat om mentaliteit. We gaan om met internet en de sociale media, maar veranderen daarbij voor een deel in prehistorische beesten. Hoe vreemd dat een zo moderne ontwikkeling zo het primitieve in de mens oproept. Schelden, dreigen, beledigen, kinderlokken, en ga maar door. We smijten het er maar op. Vooral de sociale media zijn hier debet aan. Juist doordat je geen direct contact hebt lijkt het dat je maar raak kan schieten. Normen en waarden lijken soms niet meer te bestaan. Zelf ervaar ik dit met enige regelmaat, en je hoort het ook frequent in het nieuws. Misschien lok ik, met mijn blogs, de reacties ook uit. Echter, dit soort reacties, nee, die lok ik niet uit.

Misschien moeten wij, als maatschappij, eens overwegen wat internet en sociale media nu werkelijk betekent. We kunnen in overweging nemen regels te verbinden aan het internetverkeer en sociale media. Wanneer het een zedenzaak betreft zijn die regels er wel. Ach, ik hoor de al denken; weer zo een GroenLinkser die alles in regeltjes wil gieten. Of ik zo ver wil gaan weet ik niet, maar de huidige liberale benadering is toch soms wel erg stuitend. Geen regels leidt tot een geaccepteerde anarchie. Grooming veroordeel ik met volle kracht, maar er gebeurt zoveel meer wat eigenlijk veroordeeld moet worden. Raar dat er zoveel meer kan dan in het echte leven. Blijkbaar vindt de meerderheid dat je elkaar op internet mag afslachten. Wanneer iets strafbaar wordt op internet ben je al een heel eind op weg. Dan heb je al veel kapot gemaakt.

Een oplossing? Sorry, maar die heb ik niet direct voor handen. Misschien inderdaad zieken in het opstellen van regeltjes. Maar ik denk dat het meer effect heeft wanneer wij ons gedrag onder ogen zien en aanpassen. Voor de jeugd en jongeren zie ik veel meer in preventie. Op school leren zij met de computer om te gaan. Misschien ook iets over de sociale media. Ik denk echter dat computerles een vast vak moet worden, met als een van de onderdelen gedragskunde en weerbaarheid op internet. Hoe ga je er zelf mee om. Hoe check je met wie je feitelijk internet. Richt de educatie meer daar op en ontwikkel op die manier normen en waarden. Leer de kinderen om gaan met de kansen én bedreigingen. Voorop staat de grooming en natuurlijk kinderporno. Maar ook de andere vormen van internetcriminaliteit. We kennen immers ook de bedreigingen die jongeren via internet aan het adres van anderen uiten of  het internetpesten.  Daar staan we veel te weinig bij stil, maar het wordt wel een steeds groter probleem. Spam, virussen, het komt in toenemende mate voor, maar we weten onvoldoende hoe om te gaan met al deze gevaren. Met alleen een anti-virusprogramma ben je er niet. Wat dat betreft zijn wij te naïef. Internet is een prachtig medium, alleen moeten wij er nog mee om leren gaan. Ook ik leer iedere dag weer bij. Ik zou het alleen niet altijd via de harde praktijk willen, maar door middel van een cursus of zoiets. Laten wij de kansen pakken en niet laten wegvallen door de vele bedreigingen.

dinsdag 8 oktober 2013

Piet niet?


De temperaturen wijzen overdag nog de twintig graden aan. Het zonnetje brandt, maar het is al 1 oktober geweest, dus hebben we het weer over Sinterklaas en de Kerstdagen.

De glinsterende ballen liggen alweer in de schappen. Pepernoten voor het grijpen. Hoe maak je een maatschappij depressief? Wel, door de commercie. Echter, het roept ook altijd weer andere gevoelens op. Zo wordt er weer actueel gesproken over het verbod op de zwarte Piet. Ja, dat zou onze kinderen doen terug verlangen naar de slavernij. Een of andere kunstenaar protesteert tegen de zwarte Piet. Het zou discriminerend zijn... Maar wat is dan eigenlijk de discriminatie? Stemmingmakerij en populisme, waarschijnlijk een mislukte kunstenaar die op deze wijze in het nieuws komt. In Pauw en Witteman had de negroïde artiest een flinke opponent aan Henk Westbroek. Op subtiele, humoristische en scherpe wijze haalde hij de belachelijkheid van de protestant onderuit. En terecht, want hoe kan je overdrijven en hoe ver wil
je daarin doorslaan? Zelfs de wet Bosman werd aangehaald, en ook flink uit zijn context gehaald. 
De komende tijd zullen we wel meer van dat gezeur gaan krijgen. Witte Pieten en de zwarte Sint Nicolaas zal ook wel weer voorbij komen, evenals de M&M gekleurde Pieten. We hebben al zo weinig tradities, en dat moet blijkbaar verder onderuit gehaald worden. Onzin. Misschien is de oorsprong van de zwarte Piet inderdaad gerelateerd aan de slavernij, maar in deze dagen mogen wij toch echt stellen dat het een ons huidige traditie is verworden. En ja, dat zal een neger een keer uitgescholden worden voor zwarte Piet. Een dik persoon krijgt ook nog wel eens het woord varken naar het hoofd geslingerd. Iemand met rood haar wordt nog steeds vuurtoren genoemd. Ja, beledigingen zal je blijven behouden. Maar is dat discriminatie? Nee, er wordt verder geen waardeoordeel uitgesproken en iemand wordt hiermee niet als minder betiteld. Niet op die manier, dat het discriminatie is. Ik heb een donkere vriend. Vroeger hadden we een grapje, wanneer we naar de kroeg gingen. Dat riep ik: Humphrey wil je even lachen, ik zie je niet in het donker. Hij reageerde: ja, en ik heb ook nog mijn zonnebril op, want anders raak ik verblind door je witte huid. Hoe vaak kregen we ruzie, omdat (met name ik)
beticht werd van discriminatie. Feit is dat Humphrey erg donker is. Bovendien was het ons gezamenlijke uitgaansgrapje. Nee, mensen zien vaak de humor van de dingen niet in. Ze zijn té serieus. Wat mij betreft houden we het Sinterklaasfeest vooral zoals we dat nu kennen.

bron: debooker
Kerst is weer een ander verhaal. Van geloof en religie is het geworden tot een puur commercieel feest, met nog wat sentimenten dat het een gezellige familiaire bijeenkomst is. Eind december, maar in oktober liggen de ballen dus al in de schappen. En het blijft niet bij ballen alleen. Ieder jaar zie je weer de meest idiote kerstspullen, en van alles steeds meer. Zo verlichten wij steeds meer de buitenkant van onze huizen. Over gewaaid uit Amerika. Niets Nederlands aan, maar door de commercie staan er zwaaiende Kerstmannen, wiebelende rendieren en flikkerende sterren. En wat al niet meer. Vervolgens staat de halve woning vol met Dickens achtige huisjes, met lichtjes en bewegende delen. Daartussen mag je de kerstboom en eventueel een kerststal zoeken. Alhoewel, in veel huizen neemt het aantal kerstbomen ook al toe. Alles moet meer, mooier en duurder. Vooral met Kerst. Los van de commercie en de vroege verkoop heeft niemand het over de productie van al dat spul, in lagelone landen, de milieubelasting, en ga zo maar door. In plaats daarvan lopen ze te zeiken over zwarte Piet. Geef mij maar Sinterklaas en schaf Kerst voor mij maar af... Nou ja, de grootste zooi daar om heen. Vanaf volgend jaar beginnen we dan op 1 november met Sint en pepernoten in de schappen en na 6 december mogen Kerstspullen verkocht worden. Maar goed, ik heb meer dromen.....




zondag 6 oktober 2013

Tik van de molen


In Nederland hebben altijd wel wat te zeiken. Neem de discussie over windmolens. Je wordt gek van het geluid, het is horizonvervuiling en het zijn ontsierende objecten. Klaagde men ook zo over de molen in de zeventiende eeuw, of zijn wij door de eeuwen heen en onze welvaart beroepszeurkousen geworden?

bron: rtvnh
bron: rtvnh
De discussie over windmolens in Noord Holland is een vreemde discussie. Mevrouw Post (gedeputeerde) en Bond (collega) voeren, namens de staten, de strijd tegen de windmolens aan, maar deze strijd is niet te vergelijken met die van Don Quichot de la Mancha. Nee, zij laten zich leiden door het zure sentiment, en volgens mij ook door zekere lobby's. Een beetje een nadenkend mens realiseert zich toch dat je de windmolen niet buiten de deur mag ( en kan) houden? En dan zie je dat de meest rare fratsen uit de kast gehaald worden, om te beargumenteren dat er geen windmolens bij moeten komen.
Het argument dat, wanneer je er naast woont, gek wordt van het geluid is wel een grappige. Dan is negentig procent van Nederland gek aan het worden. Overal word je geconfronteerd met eentonig acht achtergrond geluid. Zelfs in de duinen hoor je een onbestemde zoem, van een opstapeling van geluiden. En wat te denken van het verkeersgeluid.... Nee, als dit een steekhoudend argument is moet de Provinciale Staten maar beleid gaan maken, waarmee we terug gaan naar.... De zeventiende eeuw. Kut, dan zitten we wel weer met.... De molen.
Er zijn nog steeds mensen die de wereld liever vervuilen en vernachelen tot we in de afgrond storten, dan dat zij echt goed nadenken over duurzame en energiezuinige energie opwekking. Wat een raar fenomeen is de mens eigenlijk.
De Nederlander spant de kroon. Wanneer er een Nobelprijs voor naties zou zijn voor de zuurste natie die het meest zeikt, wint Nederland jaar na jaar. Verder dan morgen kan de Nederlander niet nadenken en men reageert naast zuur ook nog eens heel primair. Grappig is de laatste column van Bart Boele, die nu ook nog eens gaat afgeven op de HOV en hier ook een link legt naar de verkiezingen. Laat hem eens twee maanden een positief kritische column schrijven. Nee, dat lukt hem niet. Daarbij lijkt hij een erg sterk beïnvloed te worden door een van de vrouwelijke raadsleden. Dermate dat wanneer je zijn artikelen én columns bij elkaar neemt hij zich schuldig maakt aan gedrag wat hij de politiek verwijt. Probleem is alleen dat hij, als journalist, wel een platform heeft zuur te verspreiden. En zoals we allemaal weten bijt zuur. En ja hoor, het zuur bijt zich vast in delen van de lokale samenleving. Daardoor gaat zo'n discussie in feite ook helemaal niet meer over die HOV. Duizend keer uitleggen heeft dan bij een klein deel ook geen enkel effect meer.
bron: Nuon

Zeker in Velsen verbaas ik mij er vaak over hoe behoudend, conservatief en zuur de politiek is. Gevoed door onderlinge argwaan en een soort penisnijd vergeet men naar de toekomst te kijken. Ze blijven navelstaren naar het verleden en houden de meetlat langs het heden. Maar constructief nadenken over de toekomst is taboe. Laat staan dat er sprake is van een beetje creatief en gedurfd denken. Wanneer je de bak van een viaduct op wilt pimpen wordt er gegrapt over staande of liggende naakten, maar eens goed nadenken hoe je zoiets kan opleuken is er niet bij. Nee, er wordt alleen gereageerd in termen van onmogelijkheid en bezwaren. Ja, zo kom je nooit verder. 

Opvallend is dat het zure regeren ook altijd vol tegenstrijdigheden zit. Logisch, wanneer je niet echt een toekomstvisie hebt, maar je laat beïnvloeden door behoudendheid en het ego. Er wordt op schrift min of meer gedreigd dat wanneer je het verkiezingsprogramma niet aan past en vóór de HOV blijft het je stemmen gaat kosten. Je ziet sommigen gaan twijfelen. Immers de stemmen zijn belangrijker dan het beleid waar je voor staat. In deze tijd wordt dat weer eens flink geëtaleerd. Sorry, wanneer ik er niet aan mee doe. Natuurlijk ben ik kritisch, maar ik sta wel voor mijn zaken. Provincie, lokaal en landelijk.... Overal zie je het visieloze koordansen. We helpen liever ons land naar de klote, dan dat we het risico lopen een deukje in ons ego op te lopen. E zuurgraad in Nederland is hoog. We zijn nog steeds erg Calvinistisch en conservatief. We gaan niet met onze tijd mee. Er moet maar eens iets drastisch gaan veranderen. Een Nederlandse Teaparty, maar dan met positieve inslag. De Positivo's! Teaparty heeft wrange nasmaak.... Misschien moeten wij in Nederland het Koffiefeest gaan starten. Niet zuur, maar positief. Niet van gisteren, maar voor morgen. Enthousiast en creatief. Nou, dan kan het misschien toch nog iets worden in Nederland. Moet lukken, want in Nederland zijn we echt wel tevreden, maar vertikken het te onderkennen. Gewoon maar eens doen. Dan wordt het echt hartstikke leuk. Ik ga er voor!




woensdag 2 oktober 2013

Zweef André... Zweef!


Voor mijn gevoel sta ik midden in het leven. Ik houd wel van dit leven en wil nog wel een poosje door. Om mij heen steeds meer, bij wie het licht wel uit gaat. Vandaag hoorde ik dat André Moeskops maandag is overleden.

Volgens mij was hij een klein jaartje ouder dan ik. Laatste had ik het nog met iemand over hem. André was een markant type, waarvan je zelfs kan bedenken dat het heel wat is, dat hij nog zou " oud " is geworden. Zijn scherpe jukbeenderen, hoofd iets omhoog met die scherpe wijde ogen, waar juist iets zachts van uit ging. Inmiddels was hij een kennis, maar vroeger heeft hij een tijd de status van vriend gekend. Maar dat is het niet alleen. Vorig jaar Anne, 53. In januari Gerard, 55. Afgelopen jaar Lonneke, 56 (?). En nu André... Volgens mij dus 58. Allemaal jong. Allemaal binnen een jaar. Het wordt wel wat veel zo. En ook allemaal zo rond mijn leeftijd. Laatst sprak ik nog met iemand (Bert Hennink) over de tijd in het Vinkennest in Driehuis. Van het team uit die tijd, zijn er van de vijf nog twee in leven. Ook de werkster van die afdeling leeft niet meer. Allen jong gestorven, destijds wel iets ouder dan ik, maar ook toen nog te jong.

André leerde ik kennen in van Ouds het Raadhuis. We woonden er allebei en trokken naar elkaar. Mijn eerste kat (Bolle) kwam uit een nest katjes van André, eind 1976. Een fel katje bleef over,en die heb ik uiteindelijk ook genomen. Die kreeg de naam Dikke. Erg goed zorgde hij niet voor het nest. Ja, hij was echt een ouderwetse hippie. We hebben hele avonden zitten filosoferen. Met drank en Gele Libanon. André was afgekeurd. Hij kon niet werken, maar wilde het vooral ook niet. Hij was anarchist, passifist, maar vooral wel heel erg relaxed. Een goede gozer, met een niet eenvoudige jeugd. En niets ging gehaast. Toch hebben we veel met elkaar gedaan. Een periode lang een paar keer per week naar film of theater. Vooral de Meerse, in Amstelveen, had destijds een goed programmering. Maar ook de gezamenlijke feesten hadden kwaliteit. Daarbij speelde ook de liefde geen onbelangrijke rol. Een
foto van André (zoals we hem kennen) van zijn rouwkaart
rokkenjager was hij. Ondanks zijn niet al te aantrekkelijke uiterlijk was zijn charmante gedrag goed genoeg zijn bed zeer regelmatig te vullen met vrouwelijk schoon. Het kwam ook wel eens voor dat we er een soort consumentenbond van de liefde van maakten. Een anekdote zal mij altijd bij blijven,maar daar ga ik hier niet over uitweiden.
Na de periode van het Raadhuis zagen we elkaar steeds minder. Tijdens zijn relatie met Lidwien was hij er weer even vaker. Hij werd zelfs vader. Maar fysiek was hij nooit een echt gezonde man.
bron: jolandagerrmann
Ik kwam hem nog eens tegen in het winkelcentrum van Schalkwijk, te Haarlem. Dat was alweer een jaar of acht geleden. Hij zag er slecht uit. Het ging ook (weer) slecht met hem. Gelukkig hoorde ik later dat het weer stukken beter ging.

De laatste jaren zag ik hem eigenlijk niet. Misschien nog een of twee keer. En wanneer we elkaar zagen, zat het contact gewoon weer goed. Maar inmiddels hadden wij onze eigen levens. Een hele goede vriend van mij had nog wat meer contact. Zo bleef ik nog een beetje bij. Nu ben ik ook weer bij, maar is André er niet meer.
Dan komt het weer even heel dichtbij. Hij komt weer dichtbij, maar ook het ouder worden. Een vreemde boodschap, maar ik zal het moeten accepteren. Hoe iemand op afstand toch relatief dichtbij kan voelen. Ik denk aan hem.
En André? Ach, ik denk dat hij ergens is waar hij eeuwig kan zweven. Hij was een zwever en doet dat nu ook graag. Zeker weten. zweef André, zweef!



Miss.... lukt

Zit ik Pauw en Witteman te kijken zit daar Miss Nederland te praten over de verkiezingen op Bali. Tenenkrommend hoorde ik het domme scharminkel aan over de veiligheidsmaatregelen én haar goede doelen.

De Miss World verkiezingen werden dit jaar in Indonesië gehouden. De bedoeling was Jakarta, maar men week uit naar Bali. Dit omdat moslimfundementalisten dreigden met een aanslag. De basis van deze protesten kan ik niet ondersteunen, maar de belachelijkheid van deze verkiezingen onderschrijf ik wel. En dan hoor ik dat wicht op televisie zeggen dat er niet alleen gekeken wordt naar het mooie smoeltje en het lekkere kontje. Nee, er zijn allemaal criteria opgesteld, naast de gestelde schoonheid. Ja, ook heeft ieder model een eigen goed doel, waar ze voor staat. Jammer dat haar coach moest influisteren wat het goede doel ook alweer was. Om zo inzet te plegen voor goede doelen ervaar ik bijna als beledigend naar deze goede doelen. Ze worden in feite misbruikt.
Maar het ging verder. Ja, Bali was leuk, en heel veilig. Overal politie en bewaking. Ze zei dat ze zelfs niet eens alleen naar het toilet kon. Maar miss was er alleen maar blij mee. Ja, zij had wel stil gestaan bij de grens wanneer zij terug zou keren, maar de veiligheid was zo goed, dat mevrouw Steenbeek er voor koos toch te blijven. Sorry hoor, voor mij zou dit echter een reden zijn juist te vertrekken. Onder dergelijke omstandigheden zou het voor mij niet hoeven.
Een hoge pet heb ik niet van mevrouw Jacqueline Steenbeek  Op straat zal ze mij niet opvallen. Haar blond geverfd, want brunette is niet hip. Golf of kroes rechtgetrokken, want dan hoor je er bij. En als het praat... komt er allemaal niet erg intelligent uit.

Haar coach, mevrouw Kötter, zat ook bij Pauw en Witteman. Een nog erger type. Was eerder ook een miss. Je zag oude beelden. Badpak natuurlijk. Een volle doos in een te klein wit broekje. Of stevig ongesteld, of extra vulling... Voor veel mannen ziet dat er vast indrukwekkend uit. Zelf zie ik de klodders bloed en word ik er niet vrolijk van.nou, zou erg is het niet. Het maakt mij echter wel erg cynisch. Ik kan niet tegen dit soort grote onzin. Geldverkwisting zonder boodschap. En hoe het ook verkocht wordt, het blijft een soortement vleesmarkt. Weer een voorbeeld dat de maatschappij geld over de balk gooit voor allerlei onzin, daar waar het echt om draait, nee dat is een linkse hobby, en dat pakken wij niet aan. Goed, met een lief lachje van miss Steenbeek  dat kan er nog net af. Goh, wat ben ik dan blij met mijn linkse hobby's. Ik geniet er van, en laat Kötter maar naar Rusland gaan. Zij kan gewoon, maar critici en Greenpeace zijn niet welkom. Nog een reden om erg blij te zijn met mijn linkse hobby's en vooral met beide benen op de grond te blijven staan.