zondag 31 augustus 2014

In den vreemde; de verwerking (3)



Sinds wij uit Nederland zijn vertrokken droom ik weer. ’s Nachts, of tijdens mijn middagdutje. De oude vertrouwde dromen waarin het reizen een prominente rol speelt. Echter, in mijn dromen is een toegevoegde waarde.

Inmiddels ben ik vier jaar zonder werk. Blijkbaar heb ik dat geaccepteerd zonder daar concreet iets mee te doen. Al drie keer heb ik gedroomd over mijn collega en baas, Nico van Kan. De eerste keer was in een Portugese omgeving, voor zover ik mij nog kan herinneren. De derde keer staat mij nog iets bij van een vreemd werkbezoek. Mijn dromen worden nu regelmatig gecombineerd met zaken uit, met name, mijn arbeidsverleden.
Nico van Kan
Vier jaar lang ben ik daar eigenlijk helemaal niet meer mee bezig geweest, behalve dat ik de feiten accepteerde en door ging. Nu blijkt dat er toch sprake is van een rouwproces en ik dit niet eerder ben aangegaan. Pas nu lijk ik echt met die verwerking te beginnen. Geheel vreemd komt dit niet over op mij. Mijn moeder stierf in 1980, na een kort ziekbed aan kanker. Ondanks mijn verdriet werd ik gedwongen verder te gaan met mijn leven. Na een jaar begon ik over haar te dromen. Onder meer dromen dat zij nog leefde, maar in een geheel andere hoedanigheid. Een totaal andere vrouw, die qua uiterlijk als ook ten aanzien van haar persoonlijkheid nauwelijks meer te herkennen was.
De reden dat ik geen gelegenheid had tot enige verwerking was de omstandigheid dat ik werkte als groepsleider in een thuis voor moeilijk opvoedbare kinderen met een beperking. Na de crematie moest ik al snel aan de slag en mijn eerste confrontatie was  een pupil die op mij af kwam en zei: ha, ha, jouw moeder is lekker dood… Wat ik er mee aan moest wist ik niet (ik was pas 24 en had weinig ervaring met dergelijke zaken). Dus stopte ik het weg. Maar een rouwproces kan je niet wegstoppen. Via de dromen kwam het terug. Na die dromen gaf ik haar dood ook bewust een plaatsje in mijn leven. Pas toen had ik het feitelijk moeilijk.
Nu is er niemand dood. Nou ja, er zijn mij al teveel mensen ontvallen, echter in dit geval gaat het niet over het verlies van mensen, maar het verlies van werk. Een plek waar ik al 26 jaar mij had voor ingezet. Door een lullige fusie werd mij een toekomst onmogelijk gemaakt. Ondanks dat het werk weg was gevallen ging ik door. Het leven haalde mij steeds in. Met de politiek, mijn relatie, het wonen, de problemen, tot het vertrek naar Turkije. Het schilderen is in zekere mate ook een uitlaatklep, maar veel meer voor zaken die heftig en actueel waren (of zijn). Ik heb de lange arbeidsovereenkomst altijd wat weggewuifd.

Tot nu dus. Door het dromen. Pas nu besef ik wat het belang van dat werk is geweest. De impact op mijn leven, maar ook hoe ik mij heb kunnen uiten en neerleggen in die werkkring, met die collega’s en die omstandigheden. Natuurlijk is het lekker dat ik niet meer iedere ochtend om acht uur in de file hoef te staan. Zo praat je eenvoudig iets negatiefs goed. Alleen, zo eenvoudig ligt het niet. Eerder gaf ik al aan dat je tegenover iedere negatieve ervaring een positieve ervaring neer kan zetten en omgekeerd. Echter, daar tussen speelt nog de zaak van het afscheid nemen, de rituelen en het afronden. Door het uiteen vallen van onze divisie werd mijn vertrek ook een geruisloos gebeuren. Ik heb de zaak niet afgerond. Vier jaar heb ik er over gedaan daar achter te komen. Via mijn dromen.
Het veranderde leven in den vreemde maakt mij niet een ander mens, maar haalt mijzelf weer in mij naar boven. Zo heb ik mijn hele leven altijd veel gedroomd en waren reizen en verre, of exotische, oorden het centrale onderwerp. De afgelopen vier jaar heb ik nauwelijks meer gedroomd. Vroeger had ik altijd fantasieën; ik zag iets en kon er een eigen realiteit omheen bouwen. Dat was weg. Een tijd lang zag ik het als een gevolg van het gehuwde leven, maar dat is gelul natuurlijk. Daar kom ik nu achter. Alles komt weer teug. Nee, vier jaar lang heb ik mij laten opslurpen door continue met alleen de realiteit bezig te zijn. Als een tornado ging ik aan mijn gevoelens voorbij en door. Door en telkens maar weer door.
Het leven hier is ook door gaan, alhoewel het hier een andere betekenis heeft. Alles is ook losser. Een aantal problemen zijn niet weg met ons verblijf hier. De meeste problemen echter heb ik letterlijk achtergelaten. Ik voel dat ik weer langzaam tot bloei kom. Ik word weer losser, neem de tijd om te genieten en pak de tijd om iets te doen, aan te pakken. Zoals vandaag dat ik een Bougainville heb gekocht, want als je hier woont hoort er een Bougainville in je tuin. Gemijmer over de toekomst is er niet. Nu kijk ik over mijn schouder. Ik kijk de afgelopen jaren terug, zonder dit bewust te zien. Misschien moet ik zeggen: ik voel de afgelopen jaren terug, dat wat ik aan gevoel heb ontbeert. Niet bewust, blijkt nu. Het feit dat ik mij in een omgeving bevind waar de ingrediënten zijn om een aantal zaken te verwerken. Een rouwproces klinkt zo zwaar, alhoewel dat er misschien wel op lijkt. Het gevoel is echter heel bevrijdend. Vanuit mijn onbewuste ben ik eindelijk allerlei zaken aan het afronden. Ik sta voor een enorme boekenkast naast een stapel ervaringen. Nu heb ik eindelijk de positie om die stapel in de boekenkast te leggen. Alles daar waar het hoort, ieder zijn eigen plank, zijn eigen schap.

De eerste week, na ons vertrek, was ik vooral verwonderd. Verwonderd weer te dromen en te voelen. Nee, weer anders te voelen. Het is een beetje als landen. Na een lange vlucht ben ik aan het landen, maar de baan is lang. Gelukkig, want ik hoef niet hard te remmen.

Ik zit hier in Gocek, op een kampeertafeltje, achter het gaas van de woonkamer. Het verkeer komt voorbij. Geen televisie om mij achter te verstoppen. Voor mij mijn laptop. Krekels en verkeer. Rust. Klam voelt mijn huid van de hoge temperaturen. Klam, maar ook koel. Ik ben geland… nu rijdt ik langzaam uit. Het besef van hoelang ik al weg ben is eigenlijk al weg. Dit is mijn leven. Een leven wat bij mij past, waar ik mijzelf kan zijn. Niet dat ik mij anders voor deed of mijzelf verloochende, nee, ik toonde maar een tipje. Je kan het hele verhaal vertellen, of je verteld een deel. In het laatste geval lieg je niet, maar de ander zal nooit je verhaal leren kennen. Nu leer ik het hele verhaal te vertellen. Ik hoef geen dingen meer weg te laten. Geen zaken om mij aan te moeten passen. Er is geen enkele reden mij te bewijzen of te laten zien wat ik allemaal wel kan. Ik weet wat ik kan en de ander mag oordelen. Ik weet wat ik ben en de ander mag oordelen. Ik weet wie ik ben en de ander mag oordelen.
Mijn leven lang ben ik oprecht geweest. Dat heeft nogal eens tegen mij gewerkt. Het eerste zal ik blijven, het tweede is geen punt van orde meer.

Hoelang zal het proces duren? Niemand die het weet. Wel durf ik aan te geven dat ik door mijn huidige omstandigheid eindelijk een heleboel zaken kan gaan verwerken. Zo voelt dat, zo gaat dat. Niet meer jakkeren, maar gewoon de acceptatie. Gek, wat het leven in den vreemde allemaal met je kan doen. Ondanks dat niet alles goed voelt of positief is, met het verwerken, maar eigenlijk voel ik mij nu al twee weken heel erg gelukkig. Daar blijf ik aan werken.

vrijdag 29 augustus 2014

Leven in den vreemde; de eerste vijf dagen (2)




Voor de oplettende lezer eerst nog wat feiten. De reis zijn we gestart om 7 uur in de ochtend en beëindigd, ’s avonds 7:15 uur. Hiermee zijn wij exact een week onderweg geweest, waarbij wij de laatste dag exact 12 uur onderweg geweest zijn.

Inmiddels merk ik wel dat dit soort feiten en feitjes mij in toenemende mate minder doen. Het is allemaal wel goed zo. Nee, inmiddels zijn een paar dagen in het Turkse land en hier ligt nu mijn leven, even. Het laatste woord is overigens een niet nader te definiëren rekbaar begrip. Hierbij moet ik direct denken aan de dames van de RABO bank; de een die het had over emigreren, de ander over vakantie (beiden met een zekere afgunst in hun stem). Mij is nu al duidelijk: dit is geen vakantie. Eveneens om te emigreren hebben wij veel te veel achter gelaten. Het leven ligt nu dus even hier, maar Nederland zal met zich enige regelmaat moeten instellen op mijn aanwezigheid binnen de landsgrenzen. Formeel zelfs vier maanden per jaar.

Het nadeel in Turkije is dat ik met alles heel snel afdwaal. Het gaat om het hier. Het uitladen van de aanhanger, dinsdag de eerste klus. Dan denk je niet zoveel mee te hebben genomen, pak je uit en denk je: mijn hemel wat hebben we veel mee. En dat niet alleen. Alles moet gesjouwd worden en dan merk je dat vrijwel alle dozen en plastic bakken overmatig ingepakt zijn, wat betreft het gewicht. Met het Turkse tempo besef je dat je een dag aardig kan vullen met bovengenoemde activiteiten. Veel pauzes zijn noodzakelijk, maar al spoedig was de aanhanger leeg. Ja, zelfs enkele spullen vonden al hun plek. Zo was ik blij met mijn stereo installatie… alleen miste ik twee belangrijke zaken; een stekker, en een tulpstekker.  Boven het bed opgeblazen, daar wij vooralsnog onze aanwezigheid op kampeerniveau dienen te houden. Voordeel is dat er een elektrisch pompje op zit. Vervolgens last van de hitte. Geen wind, dus erg benauwd. Achteraf bleek het ook nog eens van de warmste dagen van het jaar te zijn geweest. Gelukkig waren mijn zwager en schoonzus uitermate behulpzaam, tevens werden wij uitgenodigd de maaltijd gezamenlijk te nuttigen, bij hen op de berg. Overigens heeft u een tuin waar u met een BMW nauwelijks naar boven komt, door de klim in de tuin en een scherp bochtje? Mijn schoonzusje dus wel!
Na het eten zat de eerste dag er feitelijk alweer op, om ons door het nachtelijke te worstelen richting tweede dag. Ook de tweede dag was voornamelijk thuisgebonden. Dingen een plaatsje geven, lampjes regelen, boodschapjes doen en kennis maken met onze buren. Dit hadden wij de eerste dag al gedaan, maar ditmaal werden wij uitgenodigd voor de borrel. Aardige mensen uit Zweden, gastvrij en redelijk dranklustig. Dat past wel bij ons. Minder bij het landelijk politieke beleid alhier. Dat bleek niet echt een probleem. Wel leidde dit tot mijn eerste Turkse kookkunsten; een eenpansgerecht met bulgur. Omdat onze buren andere plannen hadden bleef het wel een maaltijd voor twee. Nog geslaagd ook.
Ondanks dat ik de hele dag bezig was geweest, wederom met de nodige pauzes, lijken de dagen om te vliegen. Dag twee zat er alweer zo goed als op. Wij vleiden ons neer op het luchtmatras, maar later de deze nacht miste ik mijn dierbare. Zij bleek een koelere nachtplek te hebben opgezocht, eerste op de waranda, daarna in de woonkamer. Dat was de tweede nacht alweer. Of volgde die tweede nacht op de derde dag? Besef van tijd vervliegt nu al na een paar dagen. Feit is dat ik haar twee nachten kwijt was.
 
Baai van Gocek
Omdat er ook spijkers met koppen geslagen moesten worden zijn wij met schoonzus Wilma naar Fethye gereden, langs diverse tweedehands winkels. Bepaald niet te vergelijken met de kringloopwinkel in Nederland. Dus hebben we ons toch een nieuwe koelkast aangeschaft. Wel nog een oud tafeltje en vier bruine plastic stoeltjes. Hoe snel normen kunnen verschuiven….
Op de terugweg hebben we de waaier opgehaald en nog wat spulletjes van de berg mee genomen, waarmee er al enige huislijkheid aan het ontstaan is. Inmiddels had ik al muziek en mij eerste cd gedraaid: HAIR. Verder scharrel ik wat door de tuin en heb ik die dag wat lampen opgehangen en enkele felle pitten voorzien van wat gezelliger licht, zoals een goed Hollander betaamd. Even in de hangmat en verder vermaakte ik mij prima, ware het niet op het al aangepaste tempo. Reina zorgde voor de avonddis en eindelijk beschikten wij over internet… een moeizame verbinding via de Wi-Fi van de buurman. Soms moet je tegen de muur zitten voor een beetje internet. Maar alles op zijn tijd en de situatie zal zich zeker verbeteren. Communicatie met de wereld is weer mogelijk, en dat is in deze tijd toch een essentieel onderdeel van ons bestaan.

De vierde dag hebben we de laatste spullen naar boven gebracht, ons even als toeristen gedragen en een biertje gedronken op het terras, maar bovenal ben ik redelijk vroeg in de ochtend op pad gegaan met de aanhanger,  om de koelkast op te halen. De verkoper zag waarschijnlijk voor het eerst van zijn leven sjorbanden, want na honderd meter schoof het apparaat al over de kar. Uit zicht gestopt en alles even echt goed vastgemaakt om de komende dertig kilometer veilig te overbruggen. En ik sta nog niet voor de deur, of mijn zwager stond achter mij. Dus konden Hassan en ik snel het pronkstuk naar binnen tillen.
Nu ben ik dus al in de war. De dag van aankomst aten we in het dorp. Dag 1 bij Wilma op de berg, dag 2 kookte ik, dag 3 kookte Reina. Op de een of andere manier zit ik dus nog bij ons derde dag. Dag 4 heb ik namelijk wederom in de pannen geroerd. Dag vier was trouwens eindelijk een zeer passieve dag. Aan het eind van de ochtend wilde ik even liggen en vervolgens heb ik drie uur geslapen. En gedroomd. Het laatste fragment was een orgasme in een hokje in een klooster. Op het punt van het orgasme opende ik de deur en er kwam zoveel vocht uit mij dat ik de vier glurende nonnen bevochtigde. Tja, dan wordt het tijd om op te staan. Dat deed ik ook maar, alhoewel er verder  niet veel uit mijn handen kwam. Nog even lekker gelezen in de hangmat en gekookt. Ik begrijp de titel van Remco Campert steeds beter: het leven is verukkelijk…
 
de winkelstraat
De volgende dag stond weer in het teken van de activiteit. Tenminste… bij een temperatuur van 32 graden is er niets aan de hand, maar bij een gevoelstemperatuur van 42 graden moet je toch iets rustiger aan doen. Dat hebben we al twee dagen en duurt waarschijnlijk nog een dag. Volgende week schijnt het weer “gewoon” warm te worden. Op zich heb ik daar overigens geen enkel probleem mee. Zo begon de dag met de gang naar de bakker en een kopje koffie. Overigens na weer een nacht apart slapen, daar het balkon mij te krap is.
Na wat gerommel heb ik van een oud pallet en oud hout een tafel gemaakt (naar een idee van Reina!). Met karton de ontbrekende delen afgeschermd en ons plastic kleedje op maat vastgeniet. Vervolgens nam Reina haar naaimachine en vervaardigde vier gordijnen, welke inmiddels ook al hangen. Na wat gelezen te hebben ben ik even in de hangmat gaan liggen. Volslagen in slaap gevallen… Gewekt door het stugge geblaf van Noah en op mijn horloge kijkend werd duidelijk dat het inderdaad etenstijd was. Reina was overigens weg. Een vreemde gewaarwording, daar ik dit alhier niet eerder mee heb mogen maken. Veelal ben ik diegene die even weg is.

Al met al zitten onze eerste vijf dagen er op; de eerste werkweek… Nou ja, van het weekend gaan we gewoon door, want dat fenomeen kennen we hier niet. Vandaag trouwens nog wel telefoon van de RABObank gehad. De meneer gaf aan dat hij een positief advies uit zal geven, opdat de woning verhuurd mag worden. Zal het leven dan nu echt langzaam een positieve wending krijgen? Vast wel!

 Noah, blaffen, hangmat, 
De volledig gerecycelde tafel



donderdag 28 augustus 2014

leven in den vreemde; de reis

bij Bonn, dag 1, lek!
De laatste week voor het vertrek was best zwaar. Vervelende telefoontjes met de bank. De ene mevrouw had het over emigreren. Dat doen we niet. Wel wonen wij even in het buitenland, tot de mogelijkheid zich voordoet in Nederland weer een vast adres te hebben. De andere mevrouw had het over vakantie. Nogal veroordelend zelfs. Na vijf keer uitleg dat het toch een ander verhaal was leek de boodschap te zijn aangekomen. Behalve de bank waren er tal van zaken, die de laatste week intensief maakten. Afscheidsborrels, etentjes en afspraakjes naast de laatste zaken opruimen en leeghalen. Al snel besloten we niet zondag, maar maandagochtend vroeg het vertrek vast te stellen. Tijd van uitstel die nodig bleek.
Samen met buurman Marc de aanhanger opgeladen, maar ik kreeg de indruk (na een ritje tanken) dat het toch wel erg zwaar was. ’s Avonds weer een hoop van de kar afgehaald. Een beetje in een blinde greep, maar we konden met vele kilo’s minder vertrekken, en dan nog was de
behoorlijk zwaar.
in de buurt van Vukovar; veel beschoten en verlaten huizen

Om vijf uur in de vroege morgenstond ontwaakte de wekker ons ruw uit de al te korte (en slechte) nachtrust. De laatste spullen naar het atelier en uiteindelijk, na twee uur heen en weer gepeesd te hebben, honden en kat in geladen en de deur definitief achter ons op slot te hebben gedraaid ving de reis aan. Door het koude en sombere Hollands aangeveegde landschap sukkelden wij richting itse grens. De ruitenwissers deden hun werk. De snelheidsmeter zou de komende 3400 kilometer keurig tussen de 90 en 100 (op de teller) blijven. De grens over. De grens die nauwelijks een grens te noemen is. Bij het van ouds bekende Oberhausen, rechts de A3 opdraaien, welke wij tot de Oostenrijkse grens zouden volgen. Met de afslag Bonn in de spiegel hoorden wij een enorme knal. Ik wist dat wij dat waren en inderdaad; een klapband van het rechter wiel van de aanhanger. Via de ANBW kwam na ruim een uur de ADAC, de Duitse zusterorganisatie. De band was snel gewisseld. Ja, ik had de banden nog gecontroleerd. Het profiel was nog uitstekend, maar ze zagen er wel een beetje oud uit… de binnenzijde bleek verpulverd. Met de te zachte reserveband reden we nog tien kilometer tot het volgende dorp. Garage één had nog een (winterband). Garage twee beschikte wel over juiste banden. Na een uur werden we keurig geholpen en de aanhanger beschikte over twee gloednieuwe banden voor nog niet de helft van de prijs in Nederland. Het had zo moeten zijn. Na een vertraging van ongeveer een kleine twee-en-een-half uur ging de reis voort. Gestaag, tot wij (569km) aan de Main de tent opzetten.. Ventje dacht nog even dat hij vrij wandelen had, maar toen de hond mij herkende trok hij een spurt van meer dan honderd meter, en ik had hem. Eten en slapen.
het hotel in Pirot, vlak voor de Bulgaarse grens
Dag twee was aangebroken. Via Passau passeerden wij de grens. Ook zo een waar je niets van merkt en niets aan hebt. In de ochtend… middag dus, waren we rond half een vertrokken. Lang wilden we niet reizen en de campings leken dun gezaaid, waardoor wij na 482 kilometer in het onbekende Pettenbach terecht kwamen. Doorgewinterde Kroatië-gangers kenden de camping blijkbaar wel, want er waren vooral terugkerende Holanders. Bijzonderheid was dat er binnen gerookt mocht worden. Verder, net als in Nederland de nodige spetters. Ondanks de geringe afstanden van de eerste dagen hadden we het wel even gehad en besloten nog een dag in het nietszeggende oord door te brengen. Een dag van hangen, hondjes uitlaten, slapen en noem maar op. Reina was vooral bezig met haar PC en iPad en een beetje teleurgesteld dat zij alles weer voor elkaar had gekregen (dus geen nieuwe nodig…). Wel blij dat ze alles weer op orde had. En net als iedere gewone campingganger aten we en daarna naar bed. Gelukkig begonnen de honden al wat te wennen en het nachtelijks geblaf werd minder. Kato (onze kat) werd rustig, wanneer zij in de binnentent was. Genoeg ingrediënten om daags daarna de reis te hervatten. So we did!
Tunnels. Kilometers tunnels. Sommigen van een paar honderd meter tot de langste van 12 kilometer. Kanarie werd ik er van. Een tussenstop was wel even lekker, maar deze dag ebben we toch zeker vijftig kilometer door bergen heen gereden, in plaats van er langs, of er over. De grens van Slovenië… Ja, een echte grens… die wel weer erg snel voorbij ging. Net als het land zelf, waar je met een uurtje doorheen jakkert, terwijl ik mijn snelheidsmeter nog steeds keurig op de eerder aangegeven cijfertjes hield. In Oostenrijk deed ik overigens even niet. Berg op haalde ik een vrachtwagen in, op de top was ik halverwege en daarna reed ik een stukje harder. De kas begon hevig te slingeren. Iedereen begrijpt natuurlijk dat het goed gekomen was. Haast even onopgemerkt reden wij alweer door Kroatië. Absoluut een goede
vrede tussen de dieren
weg, maar dodelijk saai. Het plan was aan het eind, voor de volgende grens te kamperen. Aan de Kroatische kust struikel je over de campings, maar hier was het een bijzonderheid. Via internet had ik er een gevonden. Tijdens de discussie over de afslag zijn we dan ook keurig aan voorbij gereden. Bij Lipovic wel de weg afgegaan. Naar Lipovic zelf. Nog 17 km door, zei men daar. In Vikovar was wel wat leven, maar geen camping. Reina wilde direct al een hotel, zelf dacht ik nog steeds aan het kamperen. Weer verder, tot we bij de snelweg terugkwamen. De politie hield ons aan. Wat de bedoeling hiervan was is volslagen onduidelijk (voor hen zelf waarschijnlijk ook). De snelweg op. Herhaling van ongeveer 24 kilometer en na 574 en het pikkedonker kwamen we aan op de camping. De camping was gesloten, maar gelukkig mochten we (met onze dierentuin) overnachten. OP een saai en stil DDR terras een hapje naar binnen werken en naar de kamer, alwaar de honden en kat na zes jaren vrede hadden gesloten.
Ruim 60 kilometer omgereden, maar wel een indruk gekregen van de strijd rond Vukovar. In de dorpen (en steden) zagen wij vele dichtgetimmerde huizen, vol kogelgaten. De gevolgen van de harde strijd waren na al die jaren nog in volle omvang zichtbaar. Ik moet toe geven dat dit toch een indrukweekkende ervaring is.
verlaten tankstation in Servie...
Dag vijf was aangebroken. Het plan was Servie binnen te gaan en aan het eind van het land te kamperen. Zo geschiedde. Een echte grens. Je staat dan in files zonder veel beweging en je vraagt je af wat die gasten in die bloedhete loketjes nu eigen doen. Wanneer dit iets met macht te maken heeft is dat wel zielig. Top was natuurlijk de stempel in het paspoort. Eindelijk een echte grens over. En karren maar. Een enorm saai landschap. Dus, oogkleppen op en kilometers maken. Een dat lukte en met 450 km gassen stonden we in het centrum van Pirot voor hotel… Goed en goedkoop. Kat naar de kamer, we aan het terras aan de alcohol. Heerlijk en voldoende. Tijdens het uitgebreide borreluurtje was met bezig enkele planten te verpoten, wat een mooi schouwspel oplverde daar de gehele familie een voortreffelijk stukje samenwerking oonde. Voor het avondmaal dienden wij ons echter in het centrum te vervoegen. Tien minuutjes lopen. Een hypermodern winkelcentrum, trendy en hip. Pizza eten, drinken, helemaal top. En het voordeel  was dat we zo weer in het hotel waren. Met twee honden en een kat op bed vatte ik de slaap.
behalve slechte wegen ook een hele mooie
kloof in Bulgarije
De volgende ochtend snel op pad. Geen bijzonderheden of interessante zaken om uit te wisselen. Hooguit dat wij elkaar wat meer begonnen af te bekken. Gelukkig kwam als snel de grens: Bulgarije. Servië uit duurde langer dan Bulgarije in. Een prachtige snelweg. Bij Sofia werd het al minder. In Sofia klote. Een omleidingsroute met wel heel slecht (bijna Venezolaans) wegdek. Oponthoud dus. Na heel de stad vrijwel omcirkeld te hebben werd het weer snelweg. Een stuk beter dit keer. Onderwijl ontdekte ik het sleuteltje van de hotelkamer in Pilot nog te bezitten. Ik hoop maar dat zij voldoende kopietjes hebben. Maar, schijt daar aan. Bulgarije door. Bij Nic (met een kommaatje onder de c, maar weet nog niet hoe ik die op deze laptop kan vinden) werd de weg weer echt minder en tweebaansweg. Het gevolg prachtig; een slingerend ravijn. Vervolgens werd de weg langzaam beter en de Turkse grens werd na een stuk schitterend maar doelloze snelweg bereikt. En ja hoor; heeft u
een enorme rij vrachtwagens op weg naar
het westen, wachten voor de bulgaarse
grens
papieren van die aanhanger?
Nee! Wat gaat u doen? Vakantie (het is immers stom iets anders te zeggen). Gaat u maar even opzij staan. Sta je daar, mag je na een poosje naar de X-ray hal. Openmaken! Reina deed de achterkant open. Maar dat was niet genoeg, dus al die spanbanden los en met vereende kracht de kar open. Wat is dat? Reservetent. En dat? We houden van luxe… na een aantal van dat soort onzinnige vragen en nog onzinnigere antwoorden was het opeens goed en mochten wij Turkije in. Even goed de spurt erin, daar het immers al over zessen was (het is daar een uur vroeger). De kilometers tikten aan, maar we haalden na 755 kilometer Kasan. In hotel Linda (hotel op de eerste rotonde) konden wij terecht. De hele veestapel en wij op 5m2. Uitpakken en op het nabij gelegen terras eten. We moesten wel aan het buitenste tafeltje zitten, omdat niet alle Turken van honden gediend zijn. Overal lopen los lopende honden sloom voortbewegend. Maar goed; een kebabje er in, even met de honden lopen en al vroeg te bedde.
Om even zes uur waren we wakker. Na het plegen van alle rituelen vertrokken wij om exact 07:15 uur. Inmiddels hadden wij het toch wel licht debiele besluit genomen in een ruk door te rijden. Beter voor de dieren. Tien uur waren we bij de pont en anderhalf uur later reden wij op Aziatische bodem. Goede Turkse wegen, maar ook een bergpas. Dat hield nog even flink op. Daarna reed het allemaal weer flink door. Overigens rijden die Turken over het algemeen: onbetrouwbaar, chaotisch, en zelfregulerend. Helemaal mijn straatje dus, alhoewel een abrupte handeling niet altijd te voorkomen was. Inmiddels was het ook nog eens bloedheet (een van de warmste dagen van het jaar met meer dan veertig graden op het kwik). Doorrijden was geen probleem. Na Izmir een stop gemaakt. Hier hebben onze honden kennis gemaakt met enkele loslopers. Een aardige kennismaking overigens. Inmiddels werd Gocek (hier weer het c verhaal) een steeds reëlere optie. De Una bergpas hield het tempo
de Una bergpas

tegen, maar de beloning zat in het schitterende gebied. Eenmaal weer beneden werd Reina bevangen door de hitte. Bij een stop heeft zij zich onder een koude waterstraal gedompeld, waarna het weer beter ging. En zo kwam het dat wij exact om 19:15 (dus 7:15!!!) voor de Atatturk Boulevard 59 stonden. Reina nam een foto… en nu? Naar het kantoor, want ze kon Wilma niet bereiken, waar Wilma ook niet was… naar het huis. Blijkt alles gewoon open te zijn… We zijn thuis!!! De tocht van de dag was de langste (755 km) en in totaal heen wij 3468 kilometer asfalt versleten. Op zich geen bijzondere prestatie en de reislustigen onder ons draaien hier ook echt niet de hand voor om. Echter, met een toch wel iets te volle aanhanger, drie honden en een kat wordt zo een gewone stevige reis een hele onderneming. De aankomst voelt ook echt als een zekere prestatie. Heel subjectief natuurlijk.
Het is grappig, door zo te reizen, te erken hoe landen en culturen lanzaam in elkaar over gaan. Het doel leek onwerkelijk, en aan het idee ben ik nog aan het wennen. Feit is dat ik deze onderneming nooit heb willen missen, maar het ook niet snel nog eens zo doe……


Ataturk Boulevard in Gocek (Mugla), ons nieuwe thuis