De twee gezichten van Tele-2
Momenteel hebben wij een erbarmelijke ervaring met telecombedrijf Tele-2. De houding is dermate onbeschoft, evenals de communicatie, dat dit (ter waarschuwing aan derden) nu breed uitgemeten mag worden. Deze blog zal ik dan ook niet alleen als blog publiceren, maar ook als "open brief" naar media consumentenprogramma's en rubrieken.
Medio augustus vertrokken wij naar Turkije. Tijdens de reis hebben mijn vrouw en ik alle data van onze mobiele telefoons uitgezet. Dit wegens een eerdere ervaring met onverwachte internet kosten, eerder in het buitenland. Om toch te kunnen communiceren hebben wij beiden korte bundels gekocht, voor ongeveer tien euro konden we dan drie dagen internetten. Dit ging al niet geheel zoals we wilden. Zelf heb ik daardoor, waarschijnlijk, een onnodig extra bundel gekocht. Verder stond alles uit; dataroaming, etc. Buiten de bundels hebben we ook onze internet uit gezet. De reis duurde ruim zeven dagen, voor wij de plaats van bestemming bereikten. Ook daar, de mobiele telefoons alleen ingesteld op bellen en WiFi.
Eind oktober kwam ik even terug in Nederland. Vanaf Schiphol wilde ik bellen, maar naar bleek, ik kón niet bellen. Via ons postadres krijgen we de post snel en goed door, maar niets was daartussen wat mij er op had gewezen dat ik niet kon bellen. Wel had ik wat onduidelijke berichten ontvangen. Daarop had ik al geprobeerd Tele-2 te benaderen. Dat kan alleen telefonisch, net iets wat voor ons vanuit Turkije geen optie was. Uiteindelijk zag ik als enige digitale weg met Tele-2 te communiceren hun klachtenformulier op de website.
De volgende dag belde ik met de firma. Ik werd keurig te woord gestaan. Na diverse telefoontjes, allen ook even correct, werd mijn rekening meer dan gehalveerd en ook kon ik weer met mijn mobiele telefoon bellen. Nu moet ik zeggen, dat ik in Nederland kwam ook juist een brief van een incassobureau (Bos Incasso) ontving. In ieder geval, keurig geregeld en ik heb ook direct de rekening voldaan.
Tijdens mijn telefonische contacten heb ik er ook op gewezen, dat het zelfde probleem voor de mobiele telefoon van mijn vrouw kon spelen. Daar kon men echter niets aan dien, omdat haar rekening nog niet bij de incasso lag.
Voor ik verder ga: waarom de rekening, incasso, en hoe zat het met de hoogte? Wel, mijn rekening was ruim 200 euro. Ik heb een abonnement van 26 euro en gebruik mijn apparaat zo min mogelijk. Ik haat bellen. Maar onderweg bleek mijn telefoon met internet aan de loop te zijn gegaan. Ondanks dat ik alles uit had. Waar dat in zat, en hoe het verbruik was kon Tele-2 mij niet vertellen. Dit in het kader van de privacy. Ze zien wel de "tikken" en baseren hun rekening daarop, maar feitelijk is dit dus niet inhoudelijk te controleren. Hoe diffuus kan je de al diffuse wereld van bits en bites maken? Maar men zag dat ik pogingen had gedaan de korte buitenland abonnementen te nemen, en daardoor ging Tele-2 er vanuit dat er inderdaad iets mis gegaan was. Omdat ik wel een paar keer in Turkije was gebeld, vanuit Nederland, was mijn rekening wel aanzienlijk hoger (raar, restitutie voor te weinig bellen is er niet bij, maar ga je er overheen of zit je elders gaat de kassa gelijk rinkelen).
Tijdens mijn telefonades met tele-2 heb ik ook aangegeven het vreemd te vinden dat zij alleen telefonisch bereikbaar zijn, met uitzondering van het klachtenformulier. Ook werd duidelijk dat er niets bij de bewuste mevrouw bekend was van mijn "klacht" maar er zou beter op het formulier gelet worden. Daar ga je dus maar vanuit.
Terug in Turkije duurde het niet erg lang of er was post van Incasso Bureau Bos. Ik heb direct Tele-2 een mail gestuurd via het klachtenformulier én Bos gemaild. In het formulier, als in de mail met Bos heb ik aangegeven met Tele-2 te willen mailen, omdat ik wederom niet in de gelegenheid was te bellen. Reacties bleven uit. De tweede brief van Bos gaf aan dat Tele-2 van niets wist en de rekening gewoon voldaan moest worden. Ook werd ergens gemeld dat er in juni contact was geweest met de client (mijn vrouw dus) over deze rekening (over de maanden augustus en september). Makkelijk, Tele-2 ontkent alles, geeft verkeerde informatie, en is voor ons dus niet eens bereikbaar! Hoe achterlijk voor een telefoon- en internetbedrijf dat ze niet per mail bereikbaar zijn, maar alleen telefonisch. Daarbij, de rekening van mijn vrouw is in exact dezelfde situatie (en tijd) ontstaan als de rekening van mij. In mijn geval erkende het bedrijf dat er blijkbaar iets mis was, terwijl bij mijn vrouw alles in alle toonaarden ontkent wordt, zonder dat ik rechtstreeks met ze kan communiceren. De tweede brief van Bos Incasso ging er dan ook over dat de client (Tele-2) van niets wist, niet door ons benaderd waren, etc. Inmiddels had ik ongeveer vier klachten verstuurd. Mijn conclusie is dat het klachtenformulier van Tele-2 een wassen neus is. Er wordt blijkbaar totaal niet naar gekeken, dan wel de onderlinge communicatie is absoluut belazerd.
Inmiddels is brief drie van Bos binnen. In mijn vorige reactie naar Bos had ik aangegeven dat ik rechtstreeks met Tele-2 wilde communiceren. Zo'n incasso zit er ook maar tussen. Ja, heel makkelijk voor het telefoonbedrijf. En inderdaad, een standaard reactie van Bos, dat haar client bij haar standpunt blijft. Uitgeluld dus... Kan zo iets in een westerse rechtsstaat als Nederland? Het lijkt er wel op en inmiddels moeten we meer dan 500 euro ophoesten... Nu ben ik maar een halve digibeet, maar een volledige digibeet zal in dit geval alleen maar nog meer digibeet willen blijven. Ik kan herhalen richting Bos wat ik in mijn vorige mail aan gaf; ik wil mailcontact met Tele-2, maar ik weet op voorhand dat dit niks oplevert. Als klant word je via deze weg tegen de muur gezet, want in haar laatste brief laat Bos weten dat dit mijn laatste kans is de rekening te voldoen. Wat dan de vervolgstappen zijn wordt overigens niet vermeld. Ik neem aan een deurwaarder en dan gaat alles weer helemaal overnieuw. En Tele-2 blijft maar stommetje spelen. En wanneer het nu allemaal terecht is, maar dat is het niet. Er is iets mis gegaan, de techniek heeft gefaald, of weet ik wat. Nee, ik weet dat niet. Wat ik wel weet hoe uitermate voorzichtig wij omgegaan zijn met die apparaten, na het oversteken van de Nederlandse grens. Het lijkt alleen niks geholpen te hebben,
Al jaren lees je de ergernissen over telefonie en internet in het buitenland en de aanbieders. Er lijkt enige beweging in te zitten, nu het bellen in en naar het buitenland wat goedkoper schijnt te geworden. Echter, het blijkt (voor een beetje leek) een niet te bevatten wereld, waar bedrijven zich enorm verrijken, maar klantvriendelijkheid een relatief begrip is. En zo heb ik de twee kanten van dit bedrijf, Tele-2 leren kennen. Twee totaal verschillende gezichten, voor het zelfde probleem.
Het feit dat mijn vrouw in het ziekenhuis lag, toen ik in Nederland was, heeft er alleen tie geleid dat ik sneller weer aangesloten werd. Ik was afgesloten, omdat de telefoonbedrijven een soort limietgrens hebben ingesteld. Ga je daar overheen, volgt automatisch afsluiting, ter bescherming. Desalniettemin gaat dat verhaal niet geheel op, daar dit lijkt wel voor internet niet lijkt te gelden. Ben je ouder dan dertig, niet al te modern, enigszins digibeet, nou pas dan maar op.
Met dit verhaal wil ik natuurlijk ook iets bereiken. Als eerste wil ik gebruikers waarschuwen voor dit soort verborgen verrassingen. Als tweede roep ik aanbieders op communicatief beter en breder bereikbaar te zijn. Ten derde vraag ik mij af of deze wereld diffuus moet blijven, voor mensen die niet helemaal up to date zijn in de digitale wereld, waarbij de wet op de privacy nog eens extra mee werkt aan de vaagheid. Tot slot toch maar weer eens een oproep aan consumentenprogramma's en rubrieken dit soort onderwerpen aan de kaak te blijven stellen. Het is al jaren een probleem. Er lijken problemen opgelost te worden, maar nieuwe doen zich voor. Het is verdomd jammer dat ik mijn mobiel niet gewoon in de Middellandse Zee kan flikkeren. Je hebt zo'n ding nodig om een beetje te (over)leven in deze maatschappij. Een paar slimmeriken worden daar dan ook héél rijk van. Rijk van lucht....
zondag 28 december 2014
vrijdag 26 december 2014
In den vreemde: ik begrijp er geen snars van (24)
Recent kwam onze achterbuurvrouw, de moeder van de huisbaas, het terras op. Ging zitten, nam een sigaret en ging een gesprek aan. Een echte Turkse vrouw, smoezelig witte hoofddoek, gebreide trui een een orginele sjofar (tussen broek en rok in), met het bekende bloemetjesmotief. Reina zat achter de iPad, met het vertaalprogramma.
Ik was bezig, maar af en toe ging ik er bij zitten. Soms dacht ik iets te begrijpen, maar het meerendeel ging glad aan mij voorbij. Het lukt me niet echt. Misschien zit mijn hoofd te vol en mankeert het aan mijn talenknobbel, maar dat Turks komt er maar mondjesmaat in. Ik pik wel dingen op, maar allemaal heel magertjes en sporadisch. Zo vroeg ik laatst in de winkel; dekkedar? Later begreep ik dat het nekkardar moet zijn. Dat betekent zo iets als; wat kost het? Ondanks mijn foutieve bewoording werd ik zo waar wel begrepen. Toch leuk. En inmiddels heb ik er weer van geleerd. Zo gaat het mij af, woordje voor woordje. Ik kon tellen tot tien, maar nu blijf ik alweer bij de zes hangen. Vijftig (elli) weet ik dan weer wel.
Naar het schijnt is Turks gramatikaal een van de eenvoudigste talen. Atatürk heeft de taal over gezet in ons Romaanse schrift en de taal tevens vereenvoudigd. Zo eenvoudig, dat ik het maar lastig vind. Daarbij komt dat woorden meerdere betekenissen kunnen hebben en soms een letter (of zelfs klemtoon) anders, dit iets heel anders kan betekenen. Toch blijf ik zwoegen meer van de taal onder de knie te krijgen. Ik merk soms ook wel meer te begrijpen, maar spreken houd ik tot het minimum beperkt. Vaalangst? Nee, daar ben ik wel over heen. Het lukt gewoon niet zo goed. En dat terwijl ik inmiddels in het Turks aangesproken word. De toeristen zijn weg. Die komen vanaf maart weer. Daarbij leer je elkaar (her) kennen in zo een dorp. Dat maskt het weer iets eenvoudiger. En samen met het vertaalprogramma van de iPad is het me nog steeds gelukt dat voor elkaar te krijgen, wat ik wil.
Ik wil alleen van die knulligheid af. Met die volle kop van mij dien ik hier dus wel de tijd voor te nemen. De tijd om echt te gaan leren lukt me overigens niet. Eigenlijk wil ik dagelijks aan de slag en de taal leren op mijn eigen wijze. Dat blijkt tot op heden een mooie illusie. Je denkt in zo'n land heb ik tijd zat, zullen we ons wel vervelen en moet ik toch wat te doen hebben. Maar zo werkt het dus niet. Mijn dagen zijn tot nu toe allen gevuld, waarvan minder dan de helft zoals ik gepland en voorgenomen heb. Hier gebeuren de dingen anders. Er komt wat tussen, de dingen gaan niet zoals je vooraf had bedacht, je wordt afgeleid, noem maar op. vervelen lijkt hier niet in mijn woorden oek voor te komen. Bijzonder, meer zo weinig contacten. Wat dat betreft moeten we vaker het dorp in en zo lang we nog niet zoveel mensen kennen ook mensen aanspreken. Het makkelijkst zijn buitenlanders. Qua taal, maar ook omdat je natuurlijk in de zelfde positie zit. Het kan verkeren. En zeker voor een gesprek met enige inhoud moet je een daarvoor gechikte Turk zoeken, als een speld in een hooiberg.
Taal is mooi. Ook lastig. Daarbij ben ik eigenlijk ook een beetje een Einzelganger. Toch moeten we kontanten leggen en heb ik soms behoefte aan een goed gesprek. Met die moeder is dat goede gesprek in illusie, toch hebben we zitten praten. Met haar beperkte kennis van alles en de interesse van een mug kom je geen heel eind. Wil ik de taal leren moet ik meer contacten aan gaan. In ieder geval: wel met enige inhoud.
De achterbuurvrouw zal het worst zijn. Ze ging ook gewoon door. Aardig is dat sommige dingen, ondanks alle barrières, wel werken. Herkenning in woorden. Zo hem ik zelf ontdekt wat taman (okay) betekent. Een voorbeeld van een woord wat je vaak hoort en op een gegeven moment de contaxt ziet.
De moeder van Özaï had het na drie peuken wel bekeken. Ze stond op een schoon langzaam te tuin uit. Waarbij zij overigens uitermate lenig over het hondenhekje stapte.
Ik was bezig, maar af en toe ging ik er bij zitten. Soms dacht ik iets te begrijpen, maar het meerendeel ging glad aan mij voorbij. Het lukt me niet echt. Misschien zit mijn hoofd te vol en mankeert het aan mijn talenknobbel, maar dat Turks komt er maar mondjesmaat in. Ik pik wel dingen op, maar allemaal heel magertjes en sporadisch. Zo vroeg ik laatst in de winkel; dekkedar? Later begreep ik dat het nekkardar moet zijn. Dat betekent zo iets als; wat kost het? Ondanks mijn foutieve bewoording werd ik zo waar wel begrepen. Toch leuk. En inmiddels heb ik er weer van geleerd. Zo gaat het mij af, woordje voor woordje. Ik kon tellen tot tien, maar nu blijf ik alweer bij de zes hangen. Vijftig (elli) weet ik dan weer wel.
Naar het schijnt is Turks gramatikaal een van de eenvoudigste talen. Atatürk heeft de taal over gezet in ons Romaanse schrift en de taal tevens vereenvoudigd. Zo eenvoudig, dat ik het maar lastig vind. Daarbij komt dat woorden meerdere betekenissen kunnen hebben en soms een letter (of zelfs klemtoon) anders, dit iets heel anders kan betekenen. Toch blijf ik zwoegen meer van de taal onder de knie te krijgen. Ik merk soms ook wel meer te begrijpen, maar spreken houd ik tot het minimum beperkt. Vaalangst? Nee, daar ben ik wel over heen. Het lukt gewoon niet zo goed. En dat terwijl ik inmiddels in het Turks aangesproken word. De toeristen zijn weg. Die komen vanaf maart weer. Daarbij leer je elkaar (her) kennen in zo een dorp. Dat maskt het weer iets eenvoudiger. En samen met het vertaalprogramma van de iPad is het me nog steeds gelukt dat voor elkaar te krijgen, wat ik wil.
Ik wil alleen van die knulligheid af. Met die volle kop van mij dien ik hier dus wel de tijd voor te nemen. De tijd om echt te gaan leren lukt me overigens niet. Eigenlijk wil ik dagelijks aan de slag en de taal leren op mijn eigen wijze. Dat blijkt tot op heden een mooie illusie. Je denkt in zo'n land heb ik tijd zat, zullen we ons wel vervelen en moet ik toch wat te doen hebben. Maar zo werkt het dus niet. Mijn dagen zijn tot nu toe allen gevuld, waarvan minder dan de helft zoals ik gepland en voorgenomen heb. Hier gebeuren de dingen anders. Er komt wat tussen, de dingen gaan niet zoals je vooraf had bedacht, je wordt afgeleid, noem maar op. vervelen lijkt hier niet in mijn woorden oek voor te komen. Bijzonder, meer zo weinig contacten. Wat dat betreft moeten we vaker het dorp in en zo lang we nog niet zoveel mensen kennen ook mensen aanspreken. Het makkelijkst zijn buitenlanders. Qua taal, maar ook omdat je natuurlijk in de zelfde positie zit. Het kan verkeren. En zeker voor een gesprek met enige inhoud moet je een daarvoor gechikte Turk zoeken, als een speld in een hooiberg.
Taal is mooi. Ook lastig. Daarbij ben ik eigenlijk ook een beetje een Einzelganger. Toch moeten we kontanten leggen en heb ik soms behoefte aan een goed gesprek. Met die moeder is dat goede gesprek in illusie, toch hebben we zitten praten. Met haar beperkte kennis van alles en de interesse van een mug kom je geen heel eind. Wil ik de taal leren moet ik meer contacten aan gaan. In ieder geval: wel met enige inhoud.
De achterbuurvrouw zal het worst zijn. Ze ging ook gewoon door. Aardig is dat sommige dingen, ondanks alle barrières, wel werken. Herkenning in woorden. Zo hem ik zelf ontdekt wat taman (okay) betekent. Een voorbeeld van een woord wat je vaak hoort en op een gegeven moment de contaxt ziet.
De moeder van Özaï had het na drie peuken wel bekeken. Ze stond op een schoon langzaam te tuin uit. Waarbij zij overigens uitermate lenig over het hondenhekje stapte.
zaterdag 6 december 2014
in den vreemde: orkest (23)
Sinds mijn hernia
begonnen is ben ik gewend net enige regelmaat mijn nachtelijke rust te
onderbreken. Dan kan ik niet op bed blijven liggen. Soms is een half uur
genoeg, andermaal heb ik zeker een uur nodig. Dat was in Haarlem, hetzelfde in
Driehuis en niet anders, nu, in Göcek.
De tijden van ontwaken liggen globaal tussen half één en vier uur. Wanneer
ik er vroeg in duik, meestal na een uurtje. Ik ga uit bed, rook er eentje en
drink een glaasje. In Nederland zat ik binnen en was het vrijwel altijd stil.
Zelfs de honden bewogen niet voor me, wanneer ik de kamer in kwam. Nu is het
anders. Twee van die mormels slapen op bed. Geheel tegen onze zin, maar sinds
de reis zijn ze niet meer weg te houden. We hebben het een paar keer
geprobeerd, maar of er is luidkeels protest of de deuren worden beschadigd door
hevig krabben. En honden kunnen behoorlijk drammen... Dus, we hebben ons
opgeofferd.
Ventje ligt aan de buitenzijde, strak tegen mij aan, op schouderhoogte.
Noah bij de benen en aan de binnenzijde. Samen weten ze mij aardig in een
nachtelijke houdgreep te houden. Blijkbaar wil, vooral, Ventje in mij kruipen.
Wanneer ik wakker word lig ik in een onmogelijke houding, half in de spleet
tussen beide matrassen. Wellicht kan ook een gezonde rug dat niet verdragen. Uit
pure ellende trek ik dan maar mijn lange onderbroek en ochtendjas aan en druip
ik af naar beneden. In het begin zat ik gewoon binnen, maar omdat ik binnen
niet meer mag roken slof ik naar de waranda. Van de oorverdovende Hollandse
stilte is hier echter geen sprake. En het leuke, ik geniet er van.
Nu gaat de fabel rond dat hanengekraai het ochtendgloren inluiden. Welnu,
de Turkse hanen hebben geen besef van tijd. Niet lang na middennacht begint het
eerste gekraai. Aan de overkant is een haan. Hij klappert even fors met de
vleugels op iets wat een holle buik lijkt om vervolgens een strot op te zetten,
die tegen de bergen aan echoot. Gevolg is dat buurhaan reageert en binnen de
kortste keren is het een kakofonie van gekraai. In diverse toonaarden en
volumes. Vergelijk het met de violen van een orkest.
Ook het slagwerk is aanwezig; de hond. Even verderop zit een exemplaar die
de ganse tijd door een blaf laat horen. Drie korte blaffen, met een even zo
kort intermezzo, gevolgd door twee snelle blaffen. Eigenlijk triest, want die
hond zal wel in een klein hokje zitten en vooral angst koesteren, in plaats van
de stoere waakhond te spelen. Indien er een, voor mensenoren niet waar te
nemen, onregelmatigheid plaats vindt gaan de andere honden blaffen. Heftig,
hoge tonen, lage tonen, met een snelle maat, of met een rustig tempo. Naast het
viool geluid is er dus ook een volledig slagwerk bezig.
Ook vogels houden zich hier niet aan de regels. Gedurende de nacht fluiten
en kwetteren zij. U kunt wel raden dat hier het koperwerk aan de slag is
gegaan. Wat zij doen is mij onbekend, maar veelal is het een drukte van
jewelste. Vanuit de bossen klinkt de trombone van de uil. Als een roffel een
zachte windvlaag door de bladeren van de bananenplant.
Als een harp beklimmen zwaarbeladen vrachtauto's de grote weg naar Fethiye.
Een steile, bochtige helling. Je hoort ze kruipen, schakelen en per bocht
verandert het geluid tot ze bij de top zijn. Een paar katten strijden
ondertussen luidkeels om hun territorium, waarna Ventje naar buiten stormt met
iets wat hangt tussen hijgen en blaffen.
Uit de sinaasappelboom valt een overrijpe vrucht, als een pauk slag, dof
op de taaie aarde. De egel ritselt, bijna triangel achtig, door het dode
bladerdek. Een brommer scheurt over de weg voorbij, gevolgd (na een intermezzo)
door twee auto's. Beiden met een andere snelheid, ander geluid.
Kortom geen oorverdovende stilte, maar een orkest met een verhaal wat mij
sterk doet denken aan "Peter en de Wolf" van Sergej Prokofjov. Ik mis
alleen wel de warme verhalende stemmen van Mies Bouwman en (volgens mij ook) Willem
Duys (dat is de versie die ik tenminste ken). Ondanks de nachtelijke
onderbrekingen is dit geen straf. En altijd met dezelfde finale: gehoest en
gerochel van mijn kant. Heb ik toch weer twee of drie peuken weg gepaft....
maandag 24 november 2014
in den vreemde: hokjesgeest (22)
In den vreemde: hokjesgeest (22)
De afgelopen dagen hebben we vele male
door het dorp gefietst. In een rustig tempo. Niet door het centrum, maar door
de wijken er om heen. Hier en daar staan groepjes huizen. Veel land ligt braak.
Honden lopen wat heen en weer, kippen scharrelen overal rond en de katten
inspecteren de vuilcontainers op resten eetbaar spul.
Een maand
geleden was ik even in Nederland. Daar heb ik een blog over geschreven. De
perfectie, het snelle en de hokjesgeest. Niets mag in Nederland en alles moet
volgens strakke regels. Ondertussen hebben we het gevoel daar in een vrij land
te leven. Nederland staat bekend om zijn tolerantie, maar nu zie ik hoe
intolerant Nederland eigenlijk is. De
bekrompenheid, die ik telkens na een vakantie signaleer. Normaal slijt dat
binnen enkele dagen, omdat ik dan mijn Hollandse leven weer op pak. De afstand
die ik nu heb, versterkt mijn beeld van het platte land.
In de vier
jaar dat ik in de politiek zat ben ik er druk mee bezig geweest. Aan de ene
kant beschermde ik die hokjesgeest. Aan de andere kant zette ik mij in, zonder
succes dus, wat meer de boel de boel te laten. De lege gaten in IJmuiden kwamen
regelmatig als onderwerp op tafel. Dat kon niet. Lege gaten horen niet. Hier
zijn veel lege gaten. Niet alleen in ons dorp, maar ook in de stad, verderop.
Dat kan. Het onkruid groeit er. Kippen scharrelen. Het geeft een wat
ongedwongen karakter aan het leven. Waarom kan dat niet in Nederland? Het gat
van het oude postkantoor in IJmuiden ziet er niet uit. Nee, dat is een
zandkuil. Maar stort daar aarde en plant er een aantal fruitbomen. Niet in
rijtjes, maar door elkaar. Laat vervolgens de boel de boel een beetje. Laten de
inwoners de rijpe vruchten plukken. Andere lege plekken groeien van zelf wel
vol. Een mooi voorbeeld is de oude spoorlijn van Santpoort naar IJmuiden.
Inmiddels is alles hier alweer gesloopt voor de aanleg van de nieuwe buslijn.
Maar, wat groeide daar wel niet allemaal? Het was een prachtig stukje natuur
geworden. Dat kan je overal in steden en dorpen laten gebeuren. Je maakt
daarmee een land levendiger, maar brengt ook weer wat meer natuur bij de mens.
In mijn jonge
jaren had je nog de boerderij in het dorp. Met koeien zelfs. Dat zie je niet
meer. De kippen en hanen. De laatste is sowieso redelijk verbannen uit de bewoonde
wereld, maar de kippen die gehouden worden hebben niet meer dan een paar
vierkante meter tot hun beschikking. Het liefst met gaas aan alle kanten.
Loslopende en
blaffende honden. Het is uit de boze. Scheve tegels kan je over vallen. Hoe perfect
moet alles? Bovenal hebben we alles afgeschermd. Met hekken en andere symbolen.
Daarmee wordt aangegeven wat niet van jou is, en waar je vooral niet mag komen.
Dan heb ik het niet alleen over de tuin, maar ook buiten de bebouwde kom.
Overal staan hekken, overal zijn regels over wat vooral niet mag. Zelfs in de
duinen en bossen wordt het leven van mens en dier gereguleerd. Dat noemen we
vrijheid in Nederland.
Wanneer ik
hier door het dorp fiets, moet ik wel opletten. Er kan een kuil zijn, of een
put, die ver naar boven uitsteekt. Je kan verkeer hebben, wat tegen het verkeer
in rijdt. Het maakt allemaal niet uit. Je weet het en houdt er rekening mee.
Tuinen hebben
soms een muur, meestal ook niet en soms is de afscheiding zelfs geheel
onduidelijk. De afscheidingen zijn vooral bedoelt tegen inbrekers of zorg te
dragen dat je honden niet zo maar de weg op schieten. Alhoewel de meeste honden
los rond lopen en hun dagelijkse wandeling zelf bepalen. En hondenstront… ik
kom het nauwelijks tegen.
Buiten het
dorp ontbreken alle hekken. Zelfs bij landbouwgronden. Vee wordt deels gehoed
langs de kant van de weg. Soms loopt er een koe op de rijbaan. Je weet dat je
het kan verwachten. Is dat allemaal zo erg? Nee, het geeft zelfs een zekere
charme. Alles wat losser en ongebonden.
Waar ik ook
stop met de auto, bijna overal kan ik de natuur in lopen. Met of zonder
huisdieren. Hier is de natuur van
iedereen en voor iedereen.
Ik hoor de
hersenpan van de Nederlanders al kraken: het
zal wel onhygiënisch zijn, daar in Turkije…. Natuurlijk is men bang voor
vieze handen. Het is niet voor niets dat jonge kinderen steeds meer last
krijgen van allergieën. Nederland is te schoon. En overal waar te voor staat is niet goed. Alleen, dat
begrijpt de Hollander nog onvoldoende. En met de gezondheid zit het hier over
het algemeen best goed. Het is zeker niet slechter gesteld, dan in Nederland. Ook
de gezondheidszorg is prima op orde. Goed, er wordt alleen wel erg veel met
antibiotica gesmeten, maar ik wil ook niet beweren dat het ook maar ergens
perfect is. Het is nergens perfect, maar het kan wel beter. Beter is niet
altijd meer, maar juist anders. Dat is wat je in landen als Turkije ziet. En
niet alleen in Turkije. Ook in diverse Zuid Europese landen zie je (in meer of
mindere mate) wat ik hier boven over het Turkse land beschrijf. Natuurlijk, in
grote steden zal het anders zijn, maar daar buiten… Zelfs in Duitsland heb ik
overal gelopen en ontbraken de hekwerken en verbodsborden. Nee, er is geen land
wat ik ken, wat zo in een hokjesgeest gevangen zit, als Nederland.
Vandaag heb
ik het niet over de regels en regelgeving, maar puur over het land, landschap
en de aarde. De grond. Daar waar je als kind lekker in wil ploeteren om met
modder bij je moeder thuis te komen; mamma,
ik heb heerlijk gespeeld.
Ik geniet van
de Turkse tolerantie en het rommelige leven. Zo kan ik ook in andere landen van
hetzelfde genieten. De hele dag door hoor ik hier hanengekraai. Honden blaffen
hele orkesten naar elkaar. Alleen het geluid van de kerkklokken mis ik hier,
maar ook dat is in Nederland al steeds meer beperkt. Hier doe ik het met vijf
maal daags een bandje van de imam, die oproept tot gebed. Een krakend geluid en
een kras aan het eind; waarschijnlijk zit het “uit” knopje een beetje los.
Labels:
dorp,
hekken,
honden,
hondenpoep,
IJmuiden,
imam,
kippen,
regels,
Santpoort,
scharrelen,
Turkije,
Velsen
vrijdag 21 november 2014
in den vreemde: verblijven (21)
Wanneer je in een ander land bent of
langduriger verblijft is het vaak nodig om een verblijfvergunning te regelen.
Daarnaast moet je wonen. In beide gevallen een interessante kennismaking met de
Turkse riten en denkwijzen. Dat laatste vooral van de rijken trouwens.
Je krijgt een
visum van 180 dagen, maar daar van mag je er maar 90 in het land zijn. Onze 90
dagen zaten er bijna op. Drie dagen voor tijd togen wij naar Fethiye naar de “customs”.
Daarvoor waren wij op weg naar het belastingkantoor. De routebeschrijving gaf
een geheel andere locatie aan, edoch wij vonden het gebouw. Zo ontvingen wij
een belastingnummer. Volgens onze gegevens moesten we vervolgens een
bankrekening openen. Dus wij naar Japie Krediet (Yapikredi). Nee, er moest nóg
een nummer zijn, anders kon er geen rekening geopend worden. We moesten dat
nummer op het politiebureau halen. Op het politiebureau werden wij verwezen
naar “customs”. En ja, aldaar werd ons uitgelegd wat er allemaal nog was aan
formulieren, handtekeningen en andere rotzooi. Eerst echter moesten we naar een
of ander kantoor, naast de grote Migros. Daar waar wij begrepen dat ze ons
hadden uitgelegd zagen we niets. Op zoek naar de andere Migros, die ik wel
wist, en… niks. Terug naar de ”customs”… echter opeens zien we iets met de naam
van de gemeente en verdomd, tussen de bomen verscholen een grote Migros. Met
pijn en moeite kon ik de auto fout parkeren, terwijl Reina zich al in een rij
gevoegd hadden. Bij navraag moesten we de trap op. Niks duidelijk, maar de
ambtenaar die wij hopeloos vastklampten bracht ons naar een stoffig kantoor.
Daar zaten vieren mensen. Thee te leuten en te kletsen. Een der dames gebood
ons nors te zitten en plaatste haar handtekening op een vaag document, waarvan
ik niet eens meer kon herleiden hoe het in ons bezit was gekomen. Nu konden we
terug naar de belastingen en betalen. Dat waren nog eens drie handelingen op
twee etages, waar op de eerste etage (Kat is het Turkse woord voor
verdieping/etage) de eerste meneer (die ons aanvankelijk het belastingnummer gegeven
had) geen idee had wat we kwamen doen, terwijl we bij zijn collega twee meter
verderop moesten zijn. Met de reçu’s terug naar de Customs (die aanhalingstekens
worden me nu te veel). Alles werd doorgenomen, maar: er was een document nodig,
dat konden we downloaden. Er was een document nodig, dat was bij de Muhtar in
ons eigen dorp, en van de ziektekostenverzekering moest er nog iets komen.
Voorts moest het paspoort langs de notaris en officieel worden vertaald… het is dus maar hoe je het verzint.
Met andere
woorden, onze missie in Fethiye zat er voor die dag op en wij keerden
huiswaarts. Aldaar aangekomen vonden we inderdaad het document op internet en
printten het uit. Pasfotootjes er op en netjes (blokletters) invullen. Alle kopietjes
gedraaid en nu op zoek naar de Muhtar (de vertaling in het Nederlands is ook alleraardigst:
Baljuw… echt uit een vorig tijdperk dus). Via drie deuren werd mij iets gewezen
wat om 1 uur weer open ging. Ik effe na die tijd naar het pand. Nee, niet hier,
maar achter. Ik werd geleid naar een kleine ruimte, een mix tussen en bijna
leeg kantoor en een niet lopende kapperszaak. Een ietwat sullige man, met een fabriek
gebreide muts op bleek de Muhtar. Mijn spullen halen en jawel. Met enige
tegenzin (hij was immers druk verwikkeld in een spel domino) deed hij tien
minuutjes druk voor mij. Een papiertje en een hoop stempels en met de Pritt
stift plakte hij de pasfoto’s er op. 10 Lira en alles was voor mij.
Allee de
Noter (notaris) nog. Dat was alleen in Fethiye. Een klus voor de volgende dag.
En dat ging heel soepeltjes. Ik parkeerde de auto nog geen vijftig meter van de deur vandaag. Een schimmige trap leidde
ons naar een al even schimmig kantoor. Prima, we waren goed. Maar, de vertaler
moest komen. Die was er overigens binnen tien minuten. Een vertaler Nederlands…
nee, nu ben ik te optimistisch. Een Turk, die goed Engels sprak en vele paspoorten
vertaalde. Ik heb hem vijf keer bij die vertaling moeten helpen. De nodige
stempels erop en vol vertrouwen naar de Customs. Terecht, er was nog maar een
missertje. De gedownloade formulieren moesten getypt. Schuin tegen over was een
winkel, daar deden ze het… De derde winkel was inderdaad raak. Aan de
buitenkant zag ik niets over vertalingen en documenten, maar wel alles over
boten, verkoop, verhuur en dergelijke. Maar deze meneer was zo vrij mij een
stoel aan te bieden en begon te typen. Vingertje voor vingertje. Om die reden
is de prijs, denk ik opgelopen tot 30 lira. Bijna 200 voor de notaris, 30 voor
de typgeit, 10 aan de Muhtar, 460 belastingen… zou het nu in orde zijn?
JA! De
aanvraag was in orde. Overigens een dag later had Reina het land uit gemoeten. Alhoewel
dat niet hoefde, omdat we de 17e de aanvraag officieel gestart
waren. Dan heb je alleen daarvoor al tien dagen de tijd (dus had Reina zeven
dagen kunnen winnen). En nu… wachten. Het duurt een dag of veertig en dan
schijnt er een pakketje per post te komen met de officiële verblijfpapieren
voor het komende jaar.
In ieder
geval kennen we Fethiye inmiddels behoorlijk goed, weten we bijna van alles wat
we waar vinden, zijn we flink wat lira’s lichter inzake de bizarre vormen van
bureaucratie en zijn we toch weer twee dagen van de straat geweest.
Tja en wat
doe je dan? Waar we nu wonen zijn we niet echt tevreden. Veel herrie (stof is
slecht voor de longen van Reina), een toch wel donker huis. Dus je gaat je wat oriënteren.
Meer is het niet, want we kunnen ons financieel niet echt veel permitteren. En
al zoekend valt op dat er veel leeg staat hier. Langs de grote weg zagen we een
leuke woning. Niet zo heel groot, wel met zwembad en de herrie was te behappen.
De eigenaar is een Turk, woonachtig in Istanbul. Dan moet je eigenlijk al op je
tellen gaan passen. Inderdaad: 1500 euro per maand. Dat huis stond vanaf de
bouw al leeg (minimaal vier jaar), in het zwembad groeiden de draad algen… en
met een stalen smoel vraagt ie prijzen, waar je in de Randstand nog een forse
villa voor moet aanbieden. En zo hebben we meer ervaringen me huizen en Turken.
Ze vangen graag het onderste uit de kan, of helemaal niks. Huizen staan lang
leeg, soms worden ze zomers verhuurd (overigens voor forse bedragen), anderen
blijven leeg. Maar 10 weken vakantie leveren meer geld op dan een jaar
reguliere verhuren. Dan maar geen geld. Dat interesseert die gasten toch niks. Ze
wonen chique in Istanbul, bulken van het geld en verder interesseert het ze
geen ene bal. Die vreemde woningmarkt staat in schril contrast me de
bureaucratie, zoals wij die in Fethiye tegen kwamen. Een ding is inmiddels
duidelijk; generaliseren is in Turkije onbegonnen. Gelukkig maar. De huizen
staan overal, maar wij hebben een dak boven ons hoofd. Verder zie we het wel….
in den vreemde; het dagelijkse leven (20)
De bomen blijven
veelal groen. Zelfs op slechte dagen schijnt de zon wel even. Overdag de
temperatuur van een gemiddelde Nederlandse zomerdag, maar in de avond geurt het
dorp naar hout, wat men in de houtkachels en openhaarden verstookt, omdat het
frisjes is. In de verte toornt een hoge bergtop boven het landschap uit. Vanaf
de boulevard met palmen zie ik hoe de top zich in sneeuw gehuld heeft.
In de ochtend warmt het landschap op. Auto's rijden af en aan. Kinderen
lopen of fietsen naar school. In zekere zin is er sprake van een schooluniform.
Meisjes dragen geruite rokken, grijs met een rode inslag. Op de middelbare
school alleen grijs. Moslimmeisjes, die het geloof openlijk aanhangen, mogen
langere rokken dragen. Langzaam komt het dorp tot leven. Toch is het dorp
anders. Soms zelfs doodstil op de winkelstraat, alwaar men in hun winkeltje zit
te wachten op de klandizie, die maar niet wil komen. Veel terrassen zijn
afgesloten, het meubilair binnen opgeslagen. Ook van het grote aantal
supermarktjes is een deel gesloten en verlaten. Op een enkele (veelal Engelse)
toerist na geen buitenlanders meer. Voor een paar euro inkomsten houdt de een
moedig het winkeltje open, terwijl anderen voor ruim drie maanden gesloten
zijn.
De dagen zijn korter. Even zes uur begint het licht over het land te
vallen, maar om half zes is het donker. De zon warmt de wereld op. In de zon
zitten is zelfs een warme bezigheid. Desondanks ligt het dorp er meestal wat
verlaten bij.
In de ochtend de vaste rituelen en kopjes koffie. Afhankelijk van het weer
is het boodschapjes doen, in het kantoor internetten, of thuis vegen. Iedere
dag veeg je het huis en dweil je de stenen vloeren. Voor twintig euro hebben we
een kleed gekocht. Geeft iets warmte op de kille tegels. Wanneer we erg vroeg
op zijn ontsteken we de kachel. Een grote gasfles met omhulsel. Toch geeft het
een aangename warmte en gezelligheid. Na de koffie is het soms tekenen, soms de
afwas, of was. Er is altijd wel iets te doen. Alles in een gestaag tempo. Soms
rijden we naar Fethiye. Om door de stad te lopen, naar het ziekenhuis te gaan,
dan wel een verblijfsvergunning regelen. Dan rijden we de stad af. Vooral veel
zoeken en wanneer we niet zoeken is het wachten.
Thuis zit ik veel te tekenen. Dan ben ik lekker bezig. Wanneer het droog is
(en de zon schijnt) zit ik op het terras. Bij regen, of kil weer, teken ik aan
de zelfgemaakte tafel. Het ritme van de dag is niet spectaculair. Soms komt er
iemand langs. Over het algemeen is het rustig en zien we niet zo veel mensen.
Haast lijkt hier niet te bestaan. Naast het terras staan een sinaasappelboom en
twee mandarijnenstruiken. Dagelijks eten we mandarijnen. Massa's. Straks zijn
de sinaasappels aan de beurt. Het land brengt veel gezondheid met zich mee;
overal groeit fruit. Zo voor het pakken.
Tegen de avond doe ik weer (of voor het eerst) een boodschap. Dan trekken
we ons binnen terug. Maken het gezellig, nemen een bakje chips en een biertje
dan wel Cola. Zachtjes speelt er een muziekje. Na het voeren van de dieren even
languit op de bank. Iets wat ik hier wel mis; een goede bank. Wat we nu hebben
zijn drie losse elementen. Nee, echt lekker zitten we niet. Het is allemaal wat
Spartaans.
Wat later wordt er gekookt. Met goedkope middelen toveren we de lekkerste
happen. Soms eten we vroeg, soms later. Wel tot tien uur. Daarna ben ik meestal
alleen beneden. Via de laptop kijken we een filmpje, of ik teken. Soms lees ik.
De avond brengt mij meestal stuiptrekkingen. In armen en benen. Nu het
vochtiger is wat meer. Het kan ook aan mijn gewicht liggen. Vorig jaar rond
deze tijd woog ik 84 kilo. Nu 74. Ik weet niet of ik er blij mee ben. Het is
vooral vervelend, die pijn en de stuiptrekking achtige bewegingen om de pijn te
drukken.
Soms doe ik 's avonds de afwas. Afwassen is hier helemaal niet erg. Vegen
zie ik ook niet als een noodzakelijk kwaad. Ik doe het graag. Evenals het doen
van de was. Bovendien hebben we geen televisie. Er is geen nood het acht uur
journaal niet te kunnen zien. Al voor de
afwisseling is het lekker soms een DVD te draaien. En bijna iedere avond doe ik
mijn "bomgordel" (elektrische rugverwarming) om. Voordat ik kan
slapen duurt het even. Meestal word ik na een uur weer wakker. Mijn hernia
speelt dan op. Dat is nu meer. Wellicht doordat het niet alleen af koelt, maar
ook vochtig is. Daar reageert mijn lijf op.
Heel anders is het leven als in Nederland eigenlijk niet, en toch ook wel
weer. Het ritme is anders, maar er begint ritme in te komen. Wat dat betreft
ben ik blij hier te zitten. Het ontstressen bevalt me. Dan nog kom ik tijd te
kort. De dagen slijten voorbij. Tekenen lukt aardig, maar schilderen kost mij
nog moeite. Alles is nogal basic. Soms denk ik aan de tijd dat ik het ouderlijk
huis verliet. Ook toen begon ik met wat oude spullen. Hier is alles zelfgemaakt
of erg simpel. Toch heeft dat iets en ik
kan er aan wennen. Weer vanaf een begin op bouwen. Nogmaals, een terug naar vroeger.
Zelfs mijn gewicht. Nu dus tien kilo lichter. Van mijn pubertijd tot even mijn
veertigste woog ik 70 kilo. Alleen die
pijn iedere keer. Daar word ik Gallisch van. Mijn armen en benen zijn niet meer
.
Ondanks het rustiger leven baal ik van de last van mijn rug. Verder gaat
alles z'n gangetje. Ik denk nauwelijks aan Nederland. Wel aan de mensen daar.
Dan weer rijden we door het dorp, loerend naar huizen. Kijken we we goedkoop
iets beters kunnen vinden. Wie weet gaat het lukken. Heel veel maakt het niet
uit. Nee, dat is geen ontevredenheid hoor. Dat is omdat ik eigenlijk wel lekker
leef. Niet opzienbarend. Maar was het leven in Nederland dat wel? Feitelijk ook
niet. De omgeving en het klimaat zijn wat anders. Alles gaat rustig en lijkt
meer ontspannen. Nu langzaam kijken of we het Spartaanse iets kunnen
verminderen. Dat weer maakt het leven wat makkelijker. Het enige waar ik nog
echt aan moet werken is mijn Turks. Ook dat zal er wel van komen... Op z'n
tijd. Ik neem die tijd gewoon. Ik denk
aan het programma: ik vertrek. Ik ben vertrokken, maar met andere ambities.
Niet te hoog en realistisch. Tot nu toe komt dat toch redelijk uit. De donkere
dagen voor Kerst zijn nu de zonnige dagen en de mandarijnenoogst. Prima toch....
Labels:
afgevallen,
afvallen,
afwas,
bomgordel,
DVD,
Fethiye,
film,
ik vertrek,
Kerst,
mandarijnen,
sneeuw,
sneeuwtop,
Spartaans,
toeris,
Turkije,
vegen
in den vreemde; even terug (19)
In den
vreemde; even terug (19)
Wanneer je in een ander land woont, of
langdurig verblijft, ga je af en toe ook terug naar Nederland. Dat doen we
allemaal. Bijzonder is, dat was eerst gewoon was, blijkt nu heel anders over te
komen. In feite is je vroegere thuis nu een soort vakantiebestemming.
In verband
met de Kunstlijn Haarlem was ik even in Nederland. Dat was een hele aparte beleving en zeker
niet wat ik verwachtte. Meestal viel mij na een vakantie wel op dat Nederland
proper is en een “hekjesland”. Nu kwam het op mij over als een dichtbevolkte
mierenhoop. Overal drukte en stress.
Alles en iedereen was in de weer, moest en deed. Wat wij hier aan bomen hebben,
staat in Nederland vol met bouwwerken. Soms wat groen er omheen, maar wat je
vooral ziet is steen. Ondanks dat ik
amper twee maanden weg was kwam het land als afstandelijk, koel en snel over.
Snel in de zin van erbij willen horen, koel, vanwege het naar binnen gekeerde
van alles en afstandelijk vanwege de uitstraling zoals ik die voelde.
Laat ik wel
voorop stellen dat ik door de meeste mensen heel warm en hartelijk ben
ontvangen. Ook was ik blij een heleboel mensen weer te zien. Het enige wat mij
in Turkije bezig hield, voor ik terug ging, was het gemis van de contacten, de
vrienden, de mensen om mij heen. Verder
was ik weinig met het land zelf bezig. Het deed mij niet veel en bracht mij
geen verlangen. De warmte van de mensen deed mij goed, alhoewel ik heel veel
mensen heb gemist en ook onverwachte contacten had. Het is altijd plussen en minnen.
Dus, de volgende keer poog ik ook de u verwaarloosde mensen te zien en te
spreken.
Behalve de
mensen voelde ik weinig… Dat wil zeggen, geen binding, geen affiniteit. Alles
was niet alleen vol en druk, maar ook zo geciviliseerd. Zo over geregeld. Zo
reed ik een paar keer door Haarlem. Dan zie je alle vormen en maten van
koffiecorners. De Espresso bar,
Starbucks, koffie zus, koffie zo. Allemaal even trendy en glad ingericht. De
meesten nog druk ook. Daarnaast viel het grote aantal designwinkels op. Alles
wat ik zag en tegen kwam leek zich te richten op het perfecte, de trends en men
doet vooral zijn best erbij te horen. Bij die gladde en snelle, doch enigszins
inhoudsloze, wereld. Ondertussen zie je dan bepaalde winkels niet meer.
Opgehouden te bestaan. Anderen, zoals beddenzaak Astrid, waren bezig zich op te
heffen.
In het kader
van de Rode Loper (onderdeel van de Kunstlijn) kon ik werk op hangen bij
Sunbeds. Om te beginnen was het moeizaam communiceren tot mijn komst. Toen
bleek de eigenaar allerlei wensen en ideeën hebben. Die man had duidelijk de
ballen verstand van kunst en volgens mij interesseerde het hem ook geen bal.
Bruine mensen, dat interesseert hem. Weer dat gladde, modernisme. Het enige wat
hem wel interesseerde was hoeveel mensen mijn werk extra zouden aantrekken en
dan ook vooral zo dat men de winkel in kwam.
Het liefst keerde ik direct rechtsomkeert… maar dat ging te ver. Ik kwam
wel mede hierom uit Turkije en bovendien werd mijn naam (verkeerd gespeld
overigens) in de speciale krant van de Kunstlijn vermeld.
Mijn werk
hing verder in Oud Velsen, waar ik mij zelf ook op hield tijdens de
openingstijden. Een leuk dorp maar dan ook direct weer een soort museum. De
eerste keer werd ik ook nog eens gehinderd omdat Goede Tijden Slechte Tijden
(GTST) daar hun buiten opnames maken, en dus ook die dag.
Nee, van de
zogenaamde perfectie werd ik niet goed. Dat beviel me niet, ik ben het
ontgroeid en daar ben ik eigenlijk wel blij mee.
donderdag 6 november 2014
in den vreemde: dreigen (18)
bro: vorige.nrc.nl |
Afgelopen maand
lukte de automatische incasso van de wegenbelasting niet. Voor het eerst
overigens. Er lag direct een brief dat men een poging zou doen later alsnog te
incasseren. Vervolgens een lap tekst met gevolgen, wanneer de afschrijving
wederom niet zou lukken. Opeens brandde het lampje; men dreigt erg graag, in
Nederland.
Je wordt tot van alles verplicht. Van het maandelijkse inkomen betaald
iedere Nederlander een fors bedrag aan zaken, waar je niet direct profijt van
hebt. Dingen als belastingen, verzekeringen, hypotheken (of huren) en
Rekeningen als de energienota's en telefoon, internet en mobiel bellen. Van de
laatste groep kan je nog zeggen, dat je er wel direct iets (een product) voor
terug krijgt, alleen zijn de rekeningen vaak erg diffuus. En soms klopt het van
geen meter. Van Tele-2 ontvangen wij nu regelmatig een sms bericht dat we
worden afgesloten, omdat we over ons krediet heen zijn. Vreemd, want we hebben
beiden een abonnement En helemaal geen kredieten of pre-paid. Maar, ze blijven
dreigen. Ondertussen blijken er twee forse telefoonrekeningen te liggen. Ik ben
een aantal keren vanuit Nederland gebeld, en dat blijkt aan te tikken (met dank
aan de Rabo overigens). Geen bericht dat mijn maandelijkse bedrag flink wordt
overschreden, geen waarschuwing. De andere rekening is een paar honderd euro,
terwijl er met die telefoon nauwelijks
us gebeld. Kon ook niet worden afgeschreven. Ook hier niet eerst een signaal
van hoge kosten... Nee, direct de rekening. En, jawel hoor, de dreiging dat het
nummer wordt afgesloten, wanneer de volgende incassering niet lukt.
De lokale belastingen worden opgelegd op basis van subjectieve gegevens.
Ondanks de bezwaren, die zijn afgewezen, is de gemeente maar over gegaan tot
incasseren. Ook dit lukte niet (tja, wij hebben weinig geld en iedereen wil
opeens incasseren). Direct een brief, mét de nodige dreigingen, dat wanneer het
weer niet lukt het gehele bedrag In een keer opeisbaar is.
Het verhaal van de Rabo kennen we inmiddels. En ook hier het dreigement van
stopzetting van de overeenkomst en dat alles in een keer opeisbaar wordt (lees:
gedwongen verkoop). Overigens heeft de Rabo te kennen gegeven dat de soep niet
zo heet gegeten wordt...
In Nederland viel het mij nooit zo op, maar misschien omdat dit de post is
welke mij momenteel bereikt valt het mij wel op. Het ene dreigement na het
andere. En vrijwel niets betreft een consumentenartikel. Nee, het gaat vooral
om gebakken lucht. Gelden waarover je geen, of nauwelijks, invloed hebt om die
wel of niet uit te willen geven. Gelden waarvoor je in feite niks voor in
handen hebt. Of gelden waarbij je jezelf een hoop vragen stelt. Mijn
telefoonabonnement bijvoorbeeld. Zeker tot mijn vakantie zat ik altijd onder
mijn abonnement. Dan hoor je dus niets en steekt de compagnie het in eigen zak.
Ga je iets over je limiet, dan zijn ze er als de kippen bij. Verzekeringen
kunnen daar ook goed mee overweg. Je moet je voor alles verzekeren, terwijl je
zelden tot nooit iets declareert. Toch, een maandje wat later en de brieven
liggen al op de deurmat. En altijd met een dreigement er in.
In mijn tijd dat ik een uitkering van het UWV ontving was het helemaal de
limiet. Bij vrijwel iedere communicatie werd gedreigd dat wanneer je jezelf
niet aan de regels hield dit consequenties voor je uitkering kon hebben. Echt,
bij iedere brief, mail en zelfs wanneer ik inlogde.
Hier lijkt het allemaal anders te werken. Dreigen schijnt hier niet tot de
cultuur te behoren. Hier regel je de zaken, is er veelal begrip en overleg je.
Wanneer ik dan verder kijk valt het mij inderdaad op de dreig cultuur wel heel
erg Nederlands is. Of dit te maken heeft met de Calvinistische inslag, weet ik
niet. Het is iets wat lijkt wel voor een groot deel in de cultuur gebakken zit.
Wanneer ik er zo over nadenk Zie ik het steeds breder terug. In de politiek
bijvoorbeeld, werd heel wat afgedreigd. Onderling. Wanneer je daar of daar mee
komt, dan... Er wordt altijd direct een (negatieve) consequentie tegenover
gesteld. Maar je ziet het verder. In het verkeer bijvoorbeeld. In heel wat
onschuldige verkeersruzies wordt gedreigd. Bijna altijd door de partij dir
overigens fout zat. En of het uit onnozelheid of niet plaats vond, men dreigt En
stelt daarmee een negatieve consequentie. Wanneer je "dit" doet, nou,
dan zal ik.... Zowel veel individuele Nederlanders, als dus de overheid en tal
van organisaties en bedrijven hebben verdomd lange tenen. Men is o zo vang, dat
men niet krijgt waar men recht op meent te hebben. Daarbij wordt zeer frequent
over het hoofd gezien wat men wel al heeft ontvangen. Zoals de Rabo, die al
bijna een ton aan pure rente heeft ontvangen. Daar hoor je ze niet over.
Wanneer ik straks ons huis wel verkoop, willen ze de volle hypotheek terug.
Kassa!
Langzaam begin ik te begrijpen waarom ik soms zo moe word. Misschien ook
levenswijsheid, ik loop inmiddels al langzaam naar de zestig. Terug kijkend op
mijn leven merk ik dat ik al heel wat onrecht heb moeten incasseren en vele
dreigementen aan mijn adres zijn geuit. Ook wanneer ik keurig aan al mijn
verplichtingen voldeed, wat ik 26 jaar keurig heb gedaan. Zelfs dan, weet men
toch een signaal af te geven wat als dreigement over komt, of zo bedoeld is.
Zeker het laatste jaar word ik er erg moe van. Vooral omdat ik zelf geen, in
ieder geval onvoldoende, invloed op een aantal aspecten van mijn leven heb.
Zonder post uit Nederland is ons leven hier niet gemakkelijk. We hebben ook
hier problemen en tegenslagen zat. Kijk alleen al naar de ziekte en het
ziekteverloop van Reina. Voor ons beiden behoorlijk frustrerend. Maar zonder
post uit Nederland zijn we hier verlost Van de Hollandse dreiging. Eigenlijk is
dat een verademing. Alleen dat al maakt het leven hier een stuk aangenamer. Samen
met het betere en warmere weer toch wéér een positief punt van ons verblijf
hier in Turkije. Nu begrijp ik waarom sommige mensen een sabbatical nemen, een
voetreis naar Rome ondernemen, of fietsen naar Santiago de Compostella. Ik rust
even uit in Turkije... Nou ja, die tijd moet nog wel komen, wanneer de
stoorzenders uit de lucht zijn. Die tijd gaat ook zeker komen!
woensdag 22 oktober 2014
in den vreemde: korte broek (17)
Op 20 oktober is
mijn verjaardag. Ieder jaar weer en eindelijk heb ik de eentonigheid van het
jarig zijn doorbroken. Geen cirkeltje met "visite" en de deuren en
ramen niet gesloten, of op een kier voor de niet- rokers. Ook geen gesteggel
over de muziek. Nee, dit keer was het totaal anders.
Om te beginnen had ik vandaag geen visite. Via alle moderne en sociale
media stroomden de felicitaties weliswaar binnen, maar verder bleef het hier
heerlijk rustig. Daar houd ik wel van. Over het algemeen ben ik iemand die de
gelegenheid tot een "feestje" of "gezellig samenzijn" graag
om arm. Maar nu vond ik het wel even welletjes. Niet alleen nu. Eigenlijk de laatste
jaren al. Maar dan zijn er toch altijd wat mensen, die toch komen. En dan wil
je het ook wel weer leuk maken. Heerlijk, die keuze hoefde ik niet te maken dit
jaar. Iedereen zat ver weg. Over twee jaar, weer een mijlpaal, dan vier ik het
wel weer.
Dus volop rust en geen cadeaus. Ook dat scheelt, want naarmate je ouder
wordt blijkt het voor mensen moeilijker een passend cadeau te vinden. Mijn opa
kreeg vroeger altijd sigaren en chocolade. Wat dat betreft zijn de tijden
gelukkig wel iets veranderd. Maar toch. Je krijgt leuke cadeaus, of cadeaus
waarvan je bij God niet weet wat je er mee moet doen. Die laatste categorie nam
de laatste jaren steeds meer toe. Ik kan iedereen verzekeren dat ik jaar geen
overbodige, nutteloze, of pretentieloze cadeaus heb hoeven te ontvangen. Best
een positief gevoel en je hoeft ook niet schijnheilig te doen. Nu is dat toch
al niet zo mijn stijl, maar soms ontkom je er echt niet aan soms heel
enthousiast te reageren, terwijl je onderwijl denkt aan de wijze waarop je
jezelf van het vruchteloze verjaardagsoffer kan ontdoen. Na zoveel jaar brengen
de feestjes over het algemeen weinig nieuws meer. Een herhaling van zetten. Ja,
je wordt echt ouder. Als kind smachtte ik er naar de cadeaus uit het papier te
rukken. Als kind moest ik ook al vaak teleurstellingen verwerken. Op de een of
andere manier is het lastig te ontvangen, wat je echt wenst. Dat terwijl ik
mijn hele leven toch wel mijn wensen heb en die ik over het algemeen ook
kenbaar poog te maken. Misschien dat de relatieve teleurstelling ook de
hunkering naar cadeaus af heeft doen nemen.
Dus, ik zie de vele voordelen van het jarig zijn in den vreemde. Er zijn
echter nog veel meer voordelen. Nu is 20 oktober een herfstdag. Dat betekende
altijd afwachten wat voor weer de dag bracht. Er zijn heel wat zonloze, natte
en/of kille verjaardagen aan mij voorbij gegaan. De zon laat zich niet graag
zien op 20 oktober. Alhoewel. Dit jaar stapte ik uit mijn bed in het volle
zonlicht. De hele dag heeft de zon geschenen. En het was warm. Tot nog ruim 28
graden! Dat is leuk. Alleen al omdat ik mijn korte broek aan kon trekken. Voor
het eerst van mijn leven, dat ik "thuis" mijn korte broek aan kon
trekken. En bijna de hele dag buiten zitten. Ik heb nog nooit gehad dat ik op
mijn verjaardag naast de bloeiende Bougainville zat. Absoluut een omgedraaide
wereld. Zit je in Nederland vooral naar buiten te gluren om te kijken wanneer
die zon nu eens komt En ondertussen beginnen de depressieve klachten de kop op
te steken Van de steeds korter wordende en sombere dagen, terwijl hier kijk je
naar buiten en denkt: een dagje bewolking en wat regen lijkt mij heerlijk
verfrissend. Een overkill aan zon krijg
niet en dat ding mag rustig volop blijven schijnen, maar een keertje niet maakt
geen moer uit. Een keertje wel, in Nederland, en het is feest.
Volledig onbegrijpelijk is de stilte in het dorp. Opeens zijn terrassen
gesloten, of is het tafeltjes gehalveerd. Uitstallingen blijven binnen, of in
zeer beperkte mate naar buiten gedragen. Het seizoen hier stopt op een min of
meer vooraf vastgestelde datum. En dan opeens is het heerlijk rustig.
Anderhalve toerist loopt nog wat verdwaast rond. De sinaasappelen beginnen nu
stevig te kleuren binnen hun compacte kronen van spits donkere bladeren. Aan
het weer merk je niets. Heel langzaam is de temperatuur van boven de dertig
naar iets onder de dertig graden gedaald. In de ochtend loop je te rillen, bij
23 graden. In Nederland bidden mensen dat ze een paar dagen die temperatuur
mogen ondergaan. De voordelen gaan zich nu echt manifesteren. Dat is een
ervaring, die mij duidelijk wordt. Een prettige ervaring. Eigenlijk alleen
vanuit een soort beschaafdheid heb ik
een paar keer een lange broek aan gehad. Nodig is het nog absoluut niet. Nog, want
ook hoer gaat het weer echt wel veranderen. En ja, in de avond trek ik nu een
vest aan, omdat het ook hier af koelt. Met dit klimaat sla je de winter
inderdaad over. Het wordt straks misschien wat fris. Waarlijk kan ik overdag
mijn korte broek blijven dragen. En hoe lang zal de Bougainville nog bloeien?
Er komen hier allemaal nieuwe bloempjes in. In Nederland had ik de boel al
"warm" gezet.
De stilte en relatieve koude duurt hier ook nog eens kort. Misschien dat je
twee maanden lang het gevoel hebt dat het herfst is. Daarna komt het voorjaar
al weer. Dan krijg je die oude kerels weer. Rondbanjerend in korte broeken en
ontblote bast. Enig begrip voor de Turkse cultuur is er niet. Trouwens, in
Nederland vond ik dat ook goor. In je blote bast loop je in de tuin, strand, of
zwembad. Maar niet over straat. Toeristen lijken daar regelmatig een andere
opvatting over te hebben. Soms schouw ik zo een beeld met plaatsvervangende
schaamte aan. En dan denk ik: ik kan wel in een korte broek lopen, maar word ik
er niet wat te oude voor? Nou leeftijd heeft er geen donder mee te maken, maar
let wel een beetje op je lijf, voordat ik in Bikini gaat schoppen. Respecteer
de ander, opdat zij ook jou accepteren. Een wijsheid, niet van mijzelf. Wel een
die ik een warm hart toe draag.
Nee, mijn verjaardag was dit jaar een vreemde dag. Ook misschien een moment
om te overwegen dat ik überhaupt nog wel in een korte broek over straat kan.
Alles is anders, jarig zijn in een vreemd land. Ik hou er wel van. En misschien
moet ik langzaam de korte broek aan banden leggen. Die spillepoten onder veel
te wijde pijpjes, tot net op de knie, of er net onder. Geen porem. Ach, waar
maak ik mij druk om. Ik geniet van het weer en draag wat ik er lekker bij vind.
Volgens mij blijft dat de komende jaren nog rustig, die korte broek. Moet ik zelfs
nog een keer naar de markt voor nieuwe korte (Turkse) broeken. Dat moet in november toch geen probleem zijn.
maandag 13 oktober 2014
In den vreemde; het ziekenhuis (16)
Als eens in het buitenland in een
ziekenhuis gelegen? In Turkije misschien? Bij het leven in den vreemde doe je
tal van ervaringen op. Zo kom je soms ook in aanraking met het ziekenhuis. Een
wereld apart, kan je wel stellen.
In Turkije
zijn twee soorten ziekenhuizen. Overheidsziekenhuizen en particuliere
ziekenhuizen. Over het algemeen staat de tweede groep bekend als kwalitatief
beter. Het overheidsziekenhuis is drukker, wachttijden zijn langer en verder
schijnt het allemaal wat minder te zijn. Nee, dan het particuliere ziekenhuis.
Op de weg naar Fethiye staan grote reclame borden. Van garages, bedrijven en
dus ook het particuliere ziekenhuis. Laat u doorsmeren, of zoiets.
Voor de
gewone Turk is er niets aan de hand. Zij zijn verzekerd en kunnen gratis bij
het staatsziekenhuis terecht. Ook kunnen zij kiezen voor het particuliere
ziekenhuis, maar dan dient er echter wel bij betaald te worden. Dan heb je het
over bedragen waar je in Nederland nog geen diner voor twee van kan betalen.
Dus, de Turk gaat graag naar et particuliere hospitaal.
Wij zijn meer
gewend om te kijken waar je goede specialisten hebt. Dat bepaalt vervolgens je
ziekenhuis keuze. Wel, wordt je verwezen naar het particuliere ziekenhuis in
Fethiye (lokman hekim Esnaf Hospital) dan opent zich een bijzondere wereld. Om
te beginnen scheur je het pand zo voorbij, omdat het geheel niet als ziekenhuis
te herkennen is. Een prachtig gebouw. Niet al te groot en passend in het
straatbeeld. Er zijn drie ingangen. Een mooie grote, of je een hotel binnen
komt. Erboven staat: poliklinieken. Dan is er een onduidelijke ingang, ook voor
de poliklinieken en tot slot de Emercency ingang. Daar gaat iedereen naar
binnen. Ook wanneer je voor nood gaat. Dan wordt je opgevangen door een arts,
die je even bekijkt. Vervolgens wordt je verwezen naar de betreffende
specialist. Ondanks dat je via de EHBO binnen komt sluit je aan bij de rij
wachtenden met een afspraak. Dat is iets wat verdomd lang kan duren.
Ja mag niet
naar huis en wordt opgenomen. Binnen in het gebouw is het een mierenhoop.
Niemand komt immers alleen. Hele gezinnen vergezellen elkaar. Daartussen zie je
duidelijk zieke mensen, soms op het wat onsmakelijke af. Ondertussen komt er
een man bij je, die iedere buitenlander op zijn nek krijgt. Een soort tolken
regelneef in een. Hij brengt je naar de opnameregistratie, alwaar als eerste
gesproken wordt over de opname kosten. Overigens was er al cash betaald voor
een Röntgen foto. Na een half uurtje hoef je niet vooraf te betalen (750 Lira
per dag) en mag je naar de afdeling. Een afdeling speciaal voor buitenlanders.
Bij het
ziekenhuis is een restaurant en een soort café. Je moet er wel even voor naar
buiten. P bepaalde tijden zit daar vooral personeel. Paars met wit voor de
polikliniek, Oranje rood en geel voor de verpleegsters op de afdelingen en zo
heeft iedereen een mooi pakje in een eigen leurtje. De blauwe zijn de
schoonmakers, maar ook de rolstoel en bedden rijders. Waag het niet zelf een
rolstoel te duwen daar. Alles zit door elkaar en met elkaar bij dat café. Wat
dan vooral opvalt is dat 80% rookt. In Nederland mag je niet binnen een straal
van vijf meter voor het pand (rondom) een peuk überhaupt in je mond hebben,
hier dampt vooral het personeel, en bij voorkeur vlak voor de deur. Maar,
gezellig is het er. Ook binnen hangt wat dat betreft een bazaar achtige sfeer.
Boven wordt
het rustiger. Dan krijg je de indruk in een chique hotel rond te lopen. De
kamers doen dit vermoeden bevestigen. Vooral de “natte” ruimtes. Poepie chique.
Alleen, een handdoek kan je er niet eens ophangen. En meer van die kleine
handigheden ontbreken.
Verder zijn
de kamers keurig. Achter een soort schilderij van een vlinder zitten alle
instrumenten weggewerkt en behalve het bed is er een kast, een kastje, een
slaapstoel en twee gewone stoelen. Ook de tv aan de wand ontbreekt niet.
Tijdens lunch en avondeten wordt een goede Turkse hap rondgebracht. Twee per
kamer. Immers, in Turkije blijft je familie bij je, dus ook het bezoek ontvangt
het kwalitatief redelijke voer. De mensen van het eten, en de “blauwen” zijn
over het algemeen erg aardig. He verplegend personeel (de in oranje/rode met
geel gestoken lieden) zijn vooral jong. Jong en onbeholpen. Ze doen hun best,
maar tonen geen blijk van enthousiasme. Meisjes net van school, zou je zeggen.
Enigszins wat onbeholpen verrichtten zij hun verpleegkundige handelingen.
Echter op het moment dat je tracht te communiceren wordt direct de telefoon
gepakt. Een onduidelijke lijn en een slechte tolk, daar mag je de boodschap aan
kwijt. Vervolgens gaat de hoorn naar de verpleegster en mag je hopen dat het
goed komt.
In dit geval
werd er ook stevig verbouwd in het ziekenhuis. In Nederland sluit je dan een
half blok. Her lig je te creperen, terwijl vijf meter verderop de betonboren
hun werk doen. Zeg je er iets van worden er wat schouders opgehaald. Ook moet
je als patiënt alert zijn, omdat het overal zwerft van de naalden. Geen
slordigheid, maar meer een grote mate van naïviteit, die je daar tegen komt. Ik
zou er niet willen liggen, want de communicatie is erbarmelijk. En het feit dat
iemand mogelijk enig verstand van zaken heeft, wordt zeker niet gewaardeerd,
maar vooral ook niet begrepen. Temperaturen (dat gebeurt door “witten”,
waarschijnlijk stagiaires) gebeurt onder de oksel. De temperatuur komt dus
nooit boven de 37,8 uit. Met een flauwe lach wordt dan geconstateerd dat de temperatuur goed is…blijkbaar hebben ze
nooit geleerd, dat je daar bij deze techniek een graadje bij op moet tellen. Er
is dus waarschijnlijk geen enkele patiënt met koorts. En bloeddruk meten weet
men soms ook zeer creatief aan te pakken.
Nu was ik
positief over de maaltijden, maar drinken wordt niet verstrekt. Gelukkig
beschikt iedere kamer over een koelkastje en mag de familie het vocht
aandragen.
Ja, het is
echt supermodern en chique dat particuliere ziekenhuis. Maar achter de schermen
dienen een aantal mensen zich toch eens flink te schamen. Gelukkig zijn er een
aantal goed gekwalificeerde en deskundige artsen. De volgende keer wil ik toch
eens in zo’n staatshospitaal rond hobbelen. Ik vrees dat je dan echt een hoog
Charlie Chaplin gehalte tegen komt….
Labels:
betonboren,
Charlie Chaplin,
chique,
communicatie,
crommunicatie,
Esnaf Hospital,
Fethiye,
koorts,
Lokman hekim,
mierenhoop,
particulier,
Turkije,
verzekering,
ziek
donderdag 9 oktober 2014
in den vreemde: ik voel me kut (15)
Volkomen kut, dat is hoe ik mij nu voel.
En vandaag was een enorme klote dag. Ik kan wel janken. Wat kan er op een dag
een hoop mis gaan, of het lijkt zo. Ik zie er even helemaal geen gat meer in.
Een gevoel van hopeloosheid beklijft bij mij, maar het zal vast wel een
momentopname zijn. Nu is het in ieder geval zwaar shit.
Reina is de
afgelopen drie weken al niet lekker. Maandag hebben we de arts er bij gehaald
en hij constateerde een longontsteking. Medicatie gehaald, maar het ging niet
echt beter. Vandaag het advies gekregen om in Fethye naar het ziekenhuis te
gaan. Om half twee gingen we er naar toe. We werden naar een particulier
ziekenhuis verwezen. Een drukte van jewelste. Er moest een longfoto worden
gemaakt: 300 Lira betalen. Anders werd die foto zeker niet gemaakt. Gelukkig
had ik het. Ja, we kwamen via de Emercency binnen. Na de foto plaats nemen bij
de longarts. Reina zo ziek als een hond en maar wachten. Pas na half vijf waren
we aan de beurt en dan nog omdat Wilma stennis ging maken. En ja hoor, de
linkerlong was helemaal besmet. Dus moest Reina blijven. In een rolstoel naar
de opname receptie. Ja, 750 Lira per
nacht (de verwachting is dat Reina zeker drie nachten moet blijven). De indruk
werd gewekt dat er direct al betaald moest worden. Reina en ik naar buiten, en
Wilma druk aan de telefoon. Naderhand kwam ze naar buiten. We mogen betalen als
ze weg gaat… wel cash! Engelsen hebben dat probleem hier niet, maar
Nederlanders wel. We moeten het zelf maar van onze verzekering terug zien te
krijgen. Dat zal zeker lukken, maar hoe kom ik straks aan zoveel cash? We staan
al zo rood.
Enfin, wij
naar boven. Ik stel Reina haar mobieltje in voor Wi-Fi en er schiet een
berichtje aan mijn ogen voorbij van de mobiele telefoon compagnie dat de
rekening van 375 euro niet geïncasseerd kon worden. Ik schrok me de pleuris,
maar had gelijk zo iets als: dat kan toch niet? Ik heb het niet gezegd en snel
de Wi-Fi geïnstalleerd.
Voor we naar
het ziekenhuis gingen nog een ander geintje. Hassan vroeg of de auto op mijn
naam stond. Mijn reactie was ontkennend. Thuis toch nog even na gekeken. Nee,
de auto staat wel op mijn naam, maar de verzekering op de naam van Reina. Kut.
Dan moet ik de auto straks, als ik in Nederland, in Antalya achter de douane
parkeren, tot ik weer terug ben. Ik wilde in Nederland mijn paspoort verlengen,
maar dat wordt lastig, omdat in mijn paspoort staat dat mijn auto in Turkije
is. Dat staat weer niet in het nieuwe paspoort. Ik moet mijn paspoort wel
verlengen, omdat dit weer voor de verblijfsvergunning van belang is.
Daarbij
hebben we de afgelopen drie weken, dat Reina al ziek was, weinig zaken
geregeld, die eigenlijk al in gang gezet hadden moeten worden. Hoe we dit
moeten oplossen… geen idee op dit moment.
Omdat ik het
belangrijk vrienden en familie te informeren over het feit dat Reina in het
ziekenhuis ligt trek ik mijn IPad open. En mijn mailbox. Eerst zie ik een
mailtje van de makelaar (verhuur). De kijkers willen niet huren. Godverdomme.
Kopers haken ook al af. Hoezo trekt de markt aan? We willen van die kutwoning
af. Het is een last, maar die lijkt niet te slijten. Het huis staat maar leeg,
de gemeente wil zijn OZB innen, en we krijgen zowat geen cent binnen. Juist
door hier te zitten zouden we het net moeten kunnen rooien. Maar zelfs de
voorwaarden daarvoor lijken een onmogelijke opgave. Niets lijkt enig
perspectief te bieden. Nee, de stront wordt alleen maar stroperiger.
Dan een
volgend mailtje. Van mevrouw bakker van de Rabobank. Of ik, naar aanleiding van
ons telefonisch onderhoud op 23 september direct contact met haar op wil
nemen. Wat verdomme is dat nu weer?
Of er meer
verkeerd kan gaan? Wel, de dag is nog niet om. Maar, ik heb het wel gehad.
Volgens mij als we het huis voor 490000 in de verkoop zetten wordt het nog niet
verkocht. Nee, alles zit tegen. En die klote honden blijven ook maar blaffen,
de kat dringt zich steeds op (Elif) en niets lijkt meer goed. Wat de fuck is
het dat het zo ontzettend tegen kan zitten? Wat is er dat wij dat naar ons toe
trekken? Echt, dat alles tegen kan zitten.
Ja, dan zit
je lekker in Turkije. God verhoede, nog iets wat niet helemaal ellende is.
Alhoewel ik op dit moment echt niet weet waar ik wel zou willen zitten.
Op dit moment
zie ik geen oplossing. Alleen maar grote beren op de weg en veel pijn in mijn
rug. Zal de stress wel zijn, die erin trekt.
En dan mijn
liefste. Die ligt alleen in dat vreemde ziekenhuis. Al weken voelt zij zich
niet goed en ik mij regelmatig machteloos. Omdat ik te stom ben om goed voor
haar te zorgen,, haar signalen niet op pik, maar ondertussen wel mijn best doe.
Ik vind het kut voor haar. Ik zie haar al die weken lijden. Van redelijk tot
erg. Maar ik kan er niets aan veranderen. Ik zou mij ziek willen voelen, opdat
het met haar goed gaat. Vandaag was zij een triest hoopje, wachtend in de gang
totdat de arts eens tijd had. Na het spreekuur.
Eenmaal op
het ziekenhuisbed zag ik de rust over haar heen komen. Het gevoel dat ze moest
hebben in goede handen te zijn. Zicht op het einde van haar ellendig lijden en
de pijn die zij al weken voelt. De start weer langzaam beter te worden.
We hadden
gedacht na het vertrek van Lina ons leven hier echt op te gaan bouwen. Er is
niets van terecht gekomen. Het lukte niet, want Reina werd ziek. We zijn niet
een keer gezellig samen een borrel gaan drinken aan het water, hebben de honden
’s avonds niet langs de haven uitgelaten… Nee, een lege sleur, waarbij we elkaar
met enige regelmaat een verwijt naar het hoofd slingerden. Niet omdat het
terecht was, maar omdat we het beiden eigenlijk anders wilden. Waarom moest ze
nu, juist nu, ziek worden? Al bijna twee jaar was ze niet meer in het
ziekenhuis. En nu ligt ze er weer. Kon het niet een half jaartje later, wanneer
we een aantal zaken wel geregeld hebben? Ik zit nu alleen thuis. Opeens is het
een vreemd huis. Wat doe ik hier eigenlijk? Ik ben hier, maar kan niet eens
doen wat ik wil. Reina ligt dertig kilometer verderop, de auto moet straks
achter de douane, mevrouw Rabo wil dat ik direct bel, en niemand wil ons huis
kopen of huren. Mag ik mij dan even kut voelen?
Wanneer er
niet iets wezenlijks gebeurt, dan weet ik het niet meer. Ik kan geen
oplossingen meer aandragen. Ik word alleen erg ziek. Ziek van de maatschappij. De
Hollandse mentaliteit en de regeltjes. Altijd maar regeltjes. Geen
menselijkheid te zien. Zakelijkheid is de nieuwe Nederlandse menselijkheid. Dan
komt dat ziekenhuisverhaal er nog eens bovenop. Hier toch niet ook al? Op dit
moment voel ik mij ongelofelijk verdwaald. Ik zit midden in het doolhof, maar
ik zal blijven vechten de uitgang te vinden. Alle hobbels en drempels zal ik
beslechten. Het moet alleen niet te lang meer duren. Ook mijn energie raakt nu
langzaam op. Ik neem een biertje. Ik heb nog twee halve liters. O ja, en het
gas is ook op…. En dan het positieve lichtpuntje van vandaag. In het ziekenhuis
kreeg ik ook eten. Dat is Turks!
dinsdag 7 oktober 2014
in den vreemde: tijd (14)
bron: atlas-grow-how.blogspot.com |
Hoe
vaak keek ik, per dag, op mijn horloge? Geen idee, maar ik vermoed dat het heel
erg veel was. De maatschappij draaide om tijd en ik kon er ook niet om heen. De
redenen waren divers, alhoewel redenen ook regelmatig ontbraken. In mijn
Nederlandse leven speelde tijd een cruciale rol, als een soort centrale van
structuur, ritme, en zo voort. Het bezig zijn met tijd maakte ook gehaast, al
had ik nergens rekening mee te houden.
Ook nu kijk ik regelmatig op mijn
horloge. Dat kan ik niet ontkennen. Het aantal keren is echter drastisch
afgenomen. Ook de wijze waarop ik de stand der wijzers aanschouw Is nu meer een
vaststelling. Ik hoef er over het algemeen niets aan te verbinden. In Nederland
speelde de televisie een rol in tijd; acht uur, het journaal. Of de tijd dat
bepaalde programma's begonnen. Ook met afspraken was tijd belangrijk. Niet dat
je alles op de minuut af wilde regelen, maar veel scheelde het niet. Bovendien,
bij "echte" afspraken was het
mijn gewoonte vijf minuten voor tijd aanwezig te zijn, opdat ik niet te laat
zou zijn. Natuurlijk speelt mijn neurotische karakter hierin een rol, wat niet
weg neemt dat tijd toch een centrale factor in onze westerse
welvaartsmaatschappij is. Met mijn vertrek naar Turkije lijk ik het juk van de
tijdsdruk grotendeels afgeworpen te hebben. Te beginnen bij de ochtend. Zette
ik in Nederland geen wekker, dan sliep ik absoluut door. Dus stond het
wijzertje iedere dag rond acht uur, een mooie tijd om op te staan en aks
werkloze toch enige
structuur te behouden. Sinds ons vertrek heb ik nog geen
enkele keer een wekker gezet! Zelden dat ik later dan acht uur ontwaak. Des te
normaler is dat ik ruim voor acht uur het bed al verlaat, om beneden op het
terras de nieuwe dag tot mij door te laten dringen.
bron: You Tube |
Naar bed ga ik als ik moe ben. Soms is
dat een tijd waar ik in Nederland honend om moest lachen, zo vroeg, of anders
een tijd die overeen komt met mijn vorige leven. Het maakt gewoon niet
uit. Ook overdag kies ik er soms voor
gewoon even gestrekt te gaan. In de hangmat, of op bed. Meestal pit ik dat wel
even. Prima.
Het leven zonder dat dit door een horloge
geleid wordt wil niet zeggen dat er ook geen sprake is van een zekere
structuur. Die is er absoluut. Alle dagen kennen een zekere structuur. Wakker
worden, pis dweilen, brood halen, koffie, broodje, klussen, boodschappen,
borrelen, lezen, Facebook, koeken en eten en daarna langzaam richting bed. En
de meeste zaken die zich hier tussen voegen passen er zonder al te veel
problemen in. Ga ik naar Fethiye, dan zal ik niet klussen. Of later.
Veel mensen
idealiseren het leven in den vreemde. Leven in het buitenland is aks leven in
het paradijs. Inderdaad, er zijn tal van voordelen, maar vergis u niet. Kijk
eens naar het door mij genoemde ritme. Wees eerlijk, het klinkt saai. En ja, het
leven in den vreemde is ook saai. Soms zelfs saaier dan het Hollandse leven. We
hebben geen tv (alleen af en toe Uitzending Gemist), de meest nabije bioscoop
is in Fethiye, en wat er verder op cultureel gebied gebeurt ontgaat mij
volledig. Ik herken daarin veel van het dagelijkse leven op Curaçao. In een
zelfde omstandigheid zou ik het daar ook op een saaie structuur zien uitlopen.
Dat is in zekere mate inherent aan het leven in het buitenland, mits je geen
vaste baan of bedrijfje hebt. Toch verkies ik er voor met deze rust op relatief
saaie wijze mijn tijd door te komen. Saai is niet zo erg. Alleen de gedachte
van veel mensen dat leven in het buitenland zaligmakend is wil ik ten zeerste
ontkennen. En tijd speelt daar zeker een rol bij. Tijd en ritme/structuur.
waar blijft de tijd, bron: sui.be |
De dimensie van tijd staat niet vast.
Ondanks dat een uur keurig is verdeeld in zestig minuten, een dag in
vierentwintig uur en een week in zeven dagen. Tijd is in eerste instantie een
beleving. Een uur niets doen en voor je uit staren is veel langer dan een uur
winkelen. Doordat je in een andere omgeving bent, met andere prikkels vliegt de
tijd om. Onmerkbaar veranderd dat en soms zijn er momenten dat ik denk; het
schiet niet op. Gelukkig zijn die momenten schaars. Schaarser dan vroeger, in
Nederland.
bron: bobbo.be |
De heenreis duurde zes dagen, zeven
eigenlijk. Het leek wel of wij een maand onderweg waren, maar eenmaal hier leek
het een kort ritje. Dat wij nu zes weken hier leven en zeven weken uit
Nederland zijn kan ik mij bijna niet voorstellen. Het lijkt zo veel langer. En
straks vlieg ik alweer naar Nederland. Over krap drie weken, alhoewel dat heel
kort lijkt. De tijd dat ik straks in Nederland ben lijkt daarentegen weer heel
lang; ruim twee en een halve week. Is dat omdat ik helemaal niet naar Nederland
wil? En lijkt de tijd daar zo lang, omdat ik nog geen concrete invulling heb?
Toch heb ik straks veel te doen en te regelen. Tot die tijd hier kan ik rustig
mijn gangetje gaan. Nee, de tijd die het horloge aan geeft zegt niet zo veel.
Een hulpmiddeltje, meer niet. Tijd is pure beleving en het is aan jezelf wat de
impact van tijd is. Leef je intensief dan lijkt de tijd om te vliegen, maar
geeft de herinnering aan dat de dingen al snel "zo lang geleden
waren". Over een paar weken word ik 58. Vroeger was je een oude man.
Tegenwoordig gaat dat niet meer op en sta je nog midden in het leven. Als puber
was ik bang dat ik snel al zo oud zou zijn. Wanneer ik nu terug kijk op mijn
leven ben ik dagen zoet enige herinneringen boven te halen. Het zijn er zo
veel, dat ik realiseer al een hele tijd op deze aardkloot rond te schuifelen.
Dat de dood naderbij komt lijkt soms een bezoeker voor de deur, op het punt van
aan kloppen. Er is dus geen zinnig woord over tijd te zeggen. Dat is wat ik mij
de afgelopen weken realiseer. Tijd is een non-begrip. Dat wat ik met mijn leven
doe, hoe ik het indeel en vooral de wijze waarop ik mijn leven beleef, dat is
waar het om gaat. Maar, nu stop ik met deze blog. Ik wil eigenlijk voor twaalf
uur op de markt zijn.....
Abonneren op:
Posts (Atom)