donderdag 15 oktober 2015

Boek

In 2000 heb ik mijn eerste echte boek geschreven; de fan van Simon Ritzler. Vijf maanden heb ik er aan gewerkt. Nadien heb ik het hele werk geprint en zelfs voorzien van een harde kaft. Vervolgens heb ik het vrienden en kennissen laten lezen. De reacties waren wisselend en zeer uiteenlopend. Jongeren waren met name erg enthousiast, terwijl een aantal ouderen nogal wat kanttekeningen hadden. Over het algemeen was de kritiek absoluut positief. Nadat ik het zelf had gelezen zag ik de nodige missers. Taaltechnisch rammelde het, maar ook de verhaallijn verdiende een flinke bijstelling. In feite moet ik het boek een keer herschrijven. Daar ben ik nog steeds niet aan toe gekomen. De verhaallijn, daar sta ik nog steeds achter, dus de tijd komt zeker dat ik er voor ga zitten en tot een definitieve afronding kom.

De reden van het schrijven was dat ik mijzelf wilde bewijzen in staat te zijn een echt boek te schrijven. Mijn hele leven schrijf ik al veel, voornamelijk betreft het korte verhalen. Verhalen en artikelen. De laatste paar jaar natuurlijk de blog. Ook daarvan zit ik inmiddels boven de driehonderd. Het schrijven van een blog vergt hele andere kwaliteiten. Natuurlijk zijn er uit al die blogs misschien voldoende te halen om een boek van te maken, maar het is niet wat ik er mee voor ogen heb.



In mijn leven heb ik op diverse manieren leren schrijven. Verschillende stijlen. Diverse doelgroepen, maar vooral ook diverse boodschappen. Voor mijn werk heb ik veel moeten schrijven. Als puber schreef ik al. Echter, altijd bleef het beperkt tot korte verhalen. Soms een scenario. Ook heb ik veel artikelen geschreven in periodieken. Over filmanimatie, over mijn werk en de branche waarin ik werkte.

Schrijven; het verzetten van je zinnen, roepen in de woestijn, uiten van gevoelens, geven van een mening. Met schrijven, het geschreven woord, kan men zo veel. Ook verhalen. Verhalen van fantasieën bijvoorbeeld, of het vertellen van een geschiedenis. Als persoon ben ik eigenlijk vrij introvert. Ik ben geen echt mensen mens. Misschien daarom dat ik mijn hele leven bezig ben mij op indirecte wijze te uiten. Daarom wellicht teken en schilder ik. Daarom schrijf ik misschien, alhoewel ik ook natuurlijk heel veel functioneel geschreven heb.

Schrijven is voor mij ook altijd het aangaan van uitdagingen geweest. Vijftig artikelen over animatiefilm, terwijl ik zelf nog maar twee filmpjes had gekunsteld. Afgelopen jaar 52 blogs "in den vreemde", over onze gang naar Turkije. Een belofte aan mij zelf was de achterblijvers een jaar lang met één blog gemiddeld per week informeren. Het is gelukt. De uitdaging, in 2000, een volledig boek te schrijven. Ik heb het gedaan.



In het verleden heb ik wel pogingen ondernomen geschreven teksten via een uitgever uit te laten brengen. Altijd zonder succes. Of ik had de verkeerde uitgeverijen uitgezocht, of ik viel niet op tussen de vrachtwagenladingen kopij van mensen, die zich ook auteur wilden noemen. Het gaat er mij niet om beroemd te worden. Immers, ik ben eigenlijk zeer introvert. Nee, mijn kick is door de stad te lopen en in de etalage mijn boek te zien liggen. Wat de bevrediging daarvan is, of de lol, geen idee. Het zit in mijn kop. Het lijkt mij gewoonweg te gek. Ook in dit digitale tijdperk blijft die wens overeind. Ik ben alleen niet meer op zoek geweest naar een uitgever. Ik weet toch niet binnen welk fonds ik val, waardoor ik nooit de juiste uitgever zal vinden. Dat een uitvinder mij vindt is in deze tijd gelijk aan hopen op de hoofdprijs in de Staatsloterij.

Mijn schrijfdrang zal dus altijd blijven bestaan. Evenals de uitdagingen. Mijn volgende uitdaging is mijn politieke handvest; het Sokatisme. Ik koester de hoop hier komende winter tijd en energie in te kunnen leggen en het statement af te kunnen schrijven. Wanneer dat lukt hoop ik daarvan inderdaad dat ik een uitgever vind. Immers een politiek statement wil je delen en uitdragen. Wat dat betreft gaat het mij ook echt om de inhoud.



Laatst heb ik op mijn E-reader een aantal boeken van Joost Zwagerman gelezen. op zich las alles lekker weg. Tussen de werken ervoer ik overigens wel vrij grote kwaliteitsverschillen. Zwagerman kon inderdaad ook heel goed schrijven. Maar ook erg belabberd. Ach, mij schrijfkunsten zullen ongetwijfeld ook kwalitatieve hoogtepunten en dieptepunten kennen. Het kan altijd beter.



Een week of twee geleden kreeg ik plots de geest. Voor het skapen gaan zat ik half te dromen en ontstond een roman. De volgende dag ben ik direct aan de slag gegaan en sindsdien schrijf ik met regelmaat aan mijn roman. Het gaat lekker. De verhaallijn zit goed in mijn hoofd. En ja, ik ga dit boek afschrijven en het zal dus mijn tweede roman worden. Dit keer is de behoefte het uit te geven groter dan voorheen. Misschien speelt de leeftijd mee, misschien omdat we over tien jaar geen boekwinkel meer hebben en boeken alleen nog digitaal uitgegeven worden. Het kan mij allemaal eigenlijk bal schelen. Net als met mijn tekeningen en schilderijen ben ik de createur, niet de verkoper. Ik maak, vanuit de drang tot maken, tot creëren. Dat ik nu mijn werk wat vaker aan de buitenwereld toon, door bijvoorbeeld exposities te houden is eigenlijk aan mij niet besteed. Geef mij maar een agent, die alles regelt en voor mij de boer op gaat. Toch wil ik mijn nieuwe werk schrijven om het uit te laten geven. Met mijn tekeningen en schilderijen treed ik nu ook naar buiten. Vooral via de digitale media, zoals Exto en Kunstmarktplaats. Ook toon ik vrijwel al mijn werk op Facebook.  Af en toe verkoop ik een werk via dit medium. Bovendien is het een goede manier een vorm van feedback te krijgen. En reacties op Facebook zijn lang niet allemaal leuk.

Mijn nieuwe boek gaat over Henk Jan. Het verhaalt over zijn leven, zijn zijn. Daarnaast is deze roman ook een detective of een thriller. Ruim zesduizend woorden staan er reeds opgeslagen op mijn iPad. Verder houd ik de inhoud en verloop vooralsnog voor mijzelf. Ik geloof erin. Misschien niet het hoogste niveau binnen de wereld van auteurs, toch zeker een boeiend en leesbaar geheel.

Voorlopig ben ik dus weer bezig.. Ik ga weer een resultaat boeken. Nu maar hopen dat er een uitgever is die er heil in ziet.

Ondertussen blijf ik het gewone schrijven, bijvoorbeeld mijn blogs, gewoon voort zetten. Ook al weet ik vooraf dat mijn komende roman nooit via de ouderwetse weg uitgegeven zal worden. Desalniettemin ben ik benieuwd hoe het mensen lukt hun werk wel uit te laten geven. Dus, indien iemand tips kan geven, graag. En natuurlijk realiseer ik mij dat half Nederland schrijft. Los van de kwalitatieve kant durf ik te zeggen, dat ik het wel degelijk kan. Ik houd mij dus aanbevolen voor goede tips. Mijn kwaliteiten steken boven het maaiveld uit. Boven het gemiddelde van al die duizenden mensen, die denken dat zij ook kunnen schrijven.

dinsdag 6 oktober 2015

In den vreemde: de rekening (53)

Eerder heb ik al een uitleg gegeven over het betalen van de elektra rekening bij de pinautomaat. Immers in Göcek liet de meteropnemer altijd een print achter, zijnde de rekening.

Recent kwam ook op ons adres in Gökceovacik de meteropnemer. Maar, we ontvingen geen print. In mijn beste Turks dus om dat papiertje vragen. Het antwoord was kort: Muhtar. Nu wist ik dat Göcek over een muhtar beschikt, maar blijkbaar dit dorp ook. Gezien de hoofdbeweging bij het korte antwoord moest ik er vanuit gaan dat er namelijk hier ook zo een functie bestaat. En weg was de meteropnemer.



Enkele dagen later sprak ik de zwager van onze huisbaas; Ibrahim Bakak. Ibrahim heeft lang in Duitsland gewoond, wat voor de communicatie alhier een opsteker is. Ibrahim woont naast de moskee. Ibrahim vertaalde het woord muthar met Burgermeister. Ik denk dat wij het beter kunnen vertalen met dorpsoudste. En vanaf onze waranda woont de muhtar in het tweede huis. Is hij daar niet, is hij in zijn nieuwe huis, een stukje achter de moskee.

Ik, op het brommertje, op zoek naar het tweede huis. In de ruime voortuin stonden een paar grote zwarte ketels op rokende vuren. Twee vrouwen, in dorps dracht, liepen met hout te zeulen. Over het hek vroeg ik: "Muhtar?" De jongste vrouw, uitermate stevig gebouwd, gaf met een hoofdknik aan dat de andere vrouw de vrouw van de muhtar was; de muhtarin. Ik stap af, schuif het metalen hek opzij en wandel op beide dames af. Om te beginnen stelde ik mij voor als "nieuwe" bewoner van het huis van Mustafa. Nou, dat was al heel wat, een gebaar wat bijzonder gewaardeerd werd. Dat maak ik tenminste op uit de mimiek van beide vrouwen, die van een onweersblik naar een zonnige uitstraling over ging.

Met de hand gebaarde de oudste van de twee mee te lopen. Langs het huis een stukje de heuvel op. Het tweede huis, waar ik moest zijn, bleek in de rij erachter te staan. Een korte wandeling langs kippen, hout, hekjes, rommel, antiek, etc. Zelfs het Openlucht Museum in Arnhem vertoont niet zoveel bijzonderheden en bezienswaardigheden van het oude Nederland, als dat ik op deze vijftig meter tegen kwam.

Het huisje van de muhtar is een klein huisje. Een waranda, vanwaar je rechtstreeks in de woonkamer kijkt, volgepropt met grote, statige en kitscherige banken. Aan de buitenzijde van de overkapping een oude groene waslijn. Veel knijpers en onder een aantal knijpers een stapel papiertjes. Verder war doekjes en kleine rommel. Mevrouw nam een stapeltje van de lijn en overhandigde mij dit. Aangezien de papiertjes erg dun waren bleek het een forse stapel.zij verdween en ik stond buiten. Legde de stapel op de tafel en bladerde er doorheen. Tot ik een tweede stapel zag liggen, onder een losse watermeter. Deze velletjes zagen er nieuwer uit, dan de al half verbleekte rekeningen van de eerste stapel. Nu zag ik ook de datum. Inderdaad was het tweede hoopje de recente rekening. De stapel weer door. De muhtarin had inmiddels afscheid genomen en daar stond ik. Het nummer boven onze meter had ik op een papiertje geschreven, maar kwam ik nergens tegen. Op naam van mijn huisbaas, Mustafa Sandiroz, kwam ik een stuk of vijf rekeningen tegen, waarop bij eentje het nummer 95 genoteerd stond. Die nam ik uiteindelijk maar uit de stapel en schoof het in mijn broekzak. Behalve de naam van mijn huisbaas kwam ik nog enkele namen meerdere keren tegen, waarvan soms de voornaam verschilde, soms overeen kwam. Türkmen, Bakak waren de bekendste en meest voorkomende namen. Een heus imperium van een paar families dus, dat dorp waar wij wonen. Blijkbaar ook heel normaal, in Turkije. In de slipstream van alle rekeningen zag ik ook de naam van onze Nederlandse achterbuur. Ik ken hem als Ton. De naam op het papiertje toonde een chique Nederlandse naam en Ton bleek ook maar een afkorting.



Met mijn papiertje naar mijn brommertje en naar huis. Daar opende ik het deurtje van de elektrometer en jawel nu zag ik een overeenkomend nummer. Met enige trots kon ik de conclusie trekken dat ik de juiste er tussenuit heb weten te halen.

Op het brommertje naar Göcek. Sta ik bij de pinautomaat (niet bij iedere automaat kan je ook betalen), is deze buiten werking. Ook onze waterrekening kon ik niet voldoen. Alles buiten werking. Vandaag dus maar weer naar beneden, zodat ik misschien  vandaag wél mijn rekeningen kan voldoen...