woensdag 30 maart 2016

Dag knul....

Joop, 2010, plots. Hij was niet meer. Anne, Gerard, André, Andrew, allemaal jonge mensen die de afgelopen jaren overleden. De meeste van hen, plots. Eigenlijk was alleen Anne al ziek. En dan nu; René. Plots, te jong, niet te bevatten.

Het heeft mij goed gedaan bij de uitvaart aanwezig te zijn geweest. Er bestond geen twijfel er bij te zijn. Dit najaar zouden wij elkaar veertig jaar kennen. Ondanks dat we onze eigen levens leidden, eigen wegen gingen, hebben wij zo veel gedeeld. De verhalen kwamen boven, herinneringen leken weer zo nabij. De crematieplechtigheid was indrukwekkend. De grote hoeveelheid aanwezigen. Alleen dat al zegt iets over wat hij was. De sprekers spraken de herinneringen tot beelden. Herkenbaar. De goedzak, de beer, de gezellige man, het enorme warhoofd. René had vele kanten, maar geen negatieve kant hierin te ontdekken. Ja, op begrafenissen niets dan goeds over de doden en wel vaker denk ik tijdens zo een plechtigheid; waar is de andere kant? Meestal waren de doden tijdens hun leven niet heilig. Naast hun leuke kanten waren er de moeilijke kanten, negatieve trekjes, of vervelende eigenschappen. Dit keer stelde ik mij de vraag niet. Nee, bij René kan ik geen negatieve eigenschappen bedenken. Dat hij chaotisch en verward kon zijn had zijn charme. Zijn openheid jegens de dames, wat van geen andere man geaccepteerd zou worden, was bij hem juist een charme. Hoe warm, attent en betrokken was deze man... De humor en de maffe dingen. Veel mafs bij René. Alleen al over zijn voertuigen is uitgebreid te verhalen. Zijn stagnerende Wartburg, de Renault 16, de Toyota (met schaatsveters werd de motorkap weer vastgebonden). En dan nog die keer met oud en nieuw. Hij had een vriendinnetje gescoord en zou haar naar huis brengen. Verder dan de Leidsevaart kwamen ze niet. Met auto en al te water en René maakte zich druk over de fiets van zijn vriendinnetje. Ja, dat was René.



Na zijn plotselinge overlijden ging de tamtam snel. Een bericht van Ernst Komen uit Australië en zijn ervaring met René en de Renault 16. Moira, uit Amerika, maar ook gereserveerde reacties uit eigen omgeving. Mensen die René gekend hadden, maar om welke reden dan ook nu afstand (ook letterlijk) hielden.

Ondanks het ongeloof van zijn dood nam ik mijn fotoboeken uit het schap. René en ik dansend als punkers, samen op de bank liggend, in Zwitserland. De serie, waar ik hem als een jonge god had gefotografeerd met een kachelpijp en mijn kat Bolle. René alias Peter Frampton. Opvallend op hoeveel foto's René staat. Tijdens feesten, reizen, bezoekjes, noem maar op.

Natuurlijk komen bij een overlijden herinneringen boven. Tijdens de begrafenis werden fragmenten van de herinneringen naar boven gehaald. En bij iedere herinnering kwam er bij mij een andere herinnering naar boven.

In onze jonge jaren kon René zich gedragen als een Don Juan. Even snel was hij smoorverliefd en idolaat, als dat het weer verdween. Maar altijd bleef hij warm over zijn "exen" praten. Een uitzondering; Cathy. Het enige meisje waar hij na de relatie negatief over was. Hij was er klaar mee. Hij was er duidelijk in, zoals René altijd duidelijk was. Hij nam geen blad voor de mond. Desondanks waren negatieve woorden nauwelijks te horen. Hij zag vooral het goede in de wereld, en leefde er naar. Vol goed vertrouwen. En bij iemand als René schaadde je dat vertrouwen nooit. Het zou niet in je op komen.

En toen kwam Yvon. Hij was weer helemaal de weg kwijt, en duidelijk was dat het dit keer anders was. Dat is gebleken.  Zelden heb ik zo een trouwe innige relatie gezien, waarbij (tot het eind toe) hij haar bijna als een godin aanbad. Trouw als een hondje, enorm begaan en er altijd voor haar. Hij loodste haar moeilijke tijden door. Soms zelfs een beetje te koste van zijn eigen welbehagen. Toch ging hij door. Humor, gezelligheid en soms hopen drank. Op feestjes was René soms opeens "kwijt", tot iemand hen weer ergens slapend aan trof. Hij kon zich dat permitteren, zoals hij zo veel kon permitteren, meer dan wie ook die ik ken. Warmte en humor. Trouw, eerlijkheid. Het zat er allemaal in. Het bleef er in. Wanneer ik ben hen was en naar de wc moest bleef ik er altijd langer dan noodzakelijk. Geobsedeerd door de kalender, altijd trouw hangend in het toilet. Een volledig volgeschreven kalender. Strak gepland, talloze afspraken, klussen en noden. Een mensen mens. Heel wat spelletjesavonden hebben de revue gepasseerd. Risk, dat spel van Katan, kaarten. Nooit zou ik de kaartavond in de tuin vergeten. Een bont feest was dat. Stond je aan het eind van de dag op de kalender, was alle tijd voor jou. Het werd wel eens laat, soms erg laat. Met een nonchalant fanatisme won of verloor René. Dát maakte niet uit, maar hij ging op zijn manier op in het spel.



Doordat de afstand de laatste paar jaar letterlijk groot was werd het contact deels omgezet in een mailcontact. Wij waren onder de indruk van de schrijf kwaliteiten. Behalve dat hij ongelofelijk goed kon schrijven wist hij ook emotie heel sterk te verwoorden. Met plezier ontving ik zijn mails, waar hij (ondanks de drukke agenda) toch tijd voor maakte, en (zo te lezen) ook nam. In een van de laatste mails vroeg ik wanneer hij naar Turkije kwam. Dit jaar zat al helemaal in de planning. Volgend jaar voor een deel, maar daarna zat ook ik in de planning. Het zal er nooit van komen. Zijn hele planning is door de war.

Waar doden vallen blijven de levenden achter. René is dood. Yvon blijft achter. Nu nog in de flow van het overlijden, de crematie, en alle indrukken. Straks de weduwe. Yvon, die het leed van nog dichterbij moet ondergaan. Wat moet dit niet voor haar betekenen? Een ander kan dat niet weten, hooguit vermoeden. Die twee, ze stonden zó dicht bij elkaar. Zij werd zo enorm door hem gekoesterd, gestimuleerd, gesteund en vooral lief gehad. Wat een ellende om in haar schoenen te moeten staan. Zo veel mensen kwamen afscheid nemen van hem, maar hoevelen blijven om haar te steunen? Zelf kan ik daar ook maar heel beperkt een rol spelen. Wanneer het keven weer normaal wordt mogen wij Yvon niet vergeten. Immers, wanneer je van René hield, hield je ook van Yvon. Dat zegt heel veel over hem en zijn enorme trouw.



Keer op keer komen er nieuwe oude herinneringen boven drijven. Het zijn er veel. De komende tijd zal dat nog wel door gaan. Wat wil je, na bijna veertig jaar. Nooit zullen woorden volledig zijn, gedachten kompleet om René in volle glorie te herinneren. En helaas, nu is hij dood. Dood, maar iemand die je nooit zal vergeten. Nee, René kán je niet vergeten. We hebben afscheid genomen. We rouwen, ieder op zijn/haar manier. Oneerlijk, hard, te vroeg... Clichés die dit keer écht op gaan. Het ongeloof heeft nog niet volledig plaats gemaakt voor de rouw. Daarvoor kwam het te rauw op het dak. René, je blijft in mijn herinnering. Yvon, heel, heel veel sterkte! Ik had vandaag een "feestje". Eentje was er niet. Hij hoorde er te zijn. Die stilte... Is de stilte van zijn dood. Rust zacht...

zondag 27 maart 2016

In den vreemde: rijbewijs (61)

In 1975 heb ik zelf mijn rijbewijs behaald. Op een zaterdagochtend, met een kater, in pak en letterlijk op mijn sloffen (in verband met mijn voeten). Ik ben in een keer geslaagd, wat voor die tijd vrij uniek was. Op een ongeval na, in 1976, rijd ik sindsdien schadevrij, zoals dat zo mooi heet.

Mijn schoonzus en de broer van mijn zwager hebben gisteren afgereden. Hier in Turkije. Zij zitten bij de laatste lichting "oude stijl". Beiden zijn gezakt, wat hier toch vrij uniek is.



Het afrijden hier gebeurt op vaste data, het traject is vooraf bekend. Er is een (bescheiden) hellingproef en je moet inparkeren. Tijdens het examen hoef je niet hoger te schakelen, dan de derde versnelling.

Niet vreemd, dat het verkeer niet van gevaren gespeend is. Maar het is niet alleen het examen. Ook het voortraject is erg Turks. In feite hoef je maar een paar lessen te hebben. Mijn schoonzus heeft er twaalf gehad. Nu kan je blijkbaar hier ook zonder rijbewijs een auto huren, wat zij gedaan hadden, om nog extra te oefenen. Oefenen, wel binnen de regels en kaders van het af te nemen examen.

Zelf heb ik ook een keer met haar geoefend. Enkele dagen voor het examen. Wat ik mee maakte was dat ik niet kon geloven dat zij kon slagen, of beter gezegd, dat je onder deze condities in Turkije kan slagen. Toegegeven, ze is de jongste niet meer, en dan is leren autorijden sowieso een stuk lastiger. Dat de auto een vreemd voorwerp bleek was duidelijk. Bij meer dan een handeling ging er wel iets niet goed. Voorsorteren gebeurde op de linker weghelft en voorsorteren op een vierbaansweg gebeurde juist rechts. Iets wat je overigens dagelijks hier in het verkeer tegen komt. Doorschakelen was een probleem en af en toe kreeg ik het gevoel dat de tandwielen mij om de oren konden vliegen.

Op zich ook een beetje vreemd, want mijn schoonzus rijdt al enkele jaren op een motor. Je zou dan denken dat er wat "verkeersgevoel" aanwezig is. Nu reed zij al die tijd wel zonder rijbewijs, maar het is altijd goed gegaan. De inzichten lijken met het autorijden volkomen verdwenen. Toen een motor op meer dan honderd meter uit een zijstraat kwam, ging zij al snelheid in houden, terwijl die motorfiets duidelijk stopte (en wachtte). Volgens mij oefenende chauffeur had hij misschien wel kunnen doorrijden.



Dat zij haar examen dus niet gehaald heeft kan ik mij goed indenken. De reden is wel erg lullig. Ze kon de auto tweemaal toe niet starten... Ze mocht direct uitstappen.



In tegenstelling tot het praktijkgedeelte is de theorie een heel ander verhaal. Daar bij ons de theorie zich toch voornamelijk beperkt tot het hebben van kennis van de verkeersregels is het hier een gedegen, bijna technische, cursus. Je moet verplicht lessen volgen en die lessen bestaan uit diverse onderdelen. Zo moet je enige technische kennis bezitten, een beetje EHBO leren, natuurlijk de regels en nog iets, maar dat is mij inmiddels ontschoten. Het theorie examen bestaat uit vijftien vragen (dus veel minder dan bij ons) en je mag er maximaal vijf fout hebben. De vragen zijn overigens niet eenvoudig. Hiervoor slaagde mij lieve schoonzus echter met vlag en wimpel, door alle vragen goed te hebben.



Na de eerste praktijkmisser mag ze nog drie keer in de herkansing. Lukt dat niet, dan moet ze voor het nieuwe examen op. En dat is naar Europese normen. Straks is het nieuwe Turkse rijbewijs ook overal geldig in West Europa. Met het huidige Turkse rijbewijs is dat niet het geval. Het is inmiddels vast wel duidelijk waarom.



Buitenlanders worden niet voor niets gewaarschuwd voor het verkeer in Turkije. Er gebeuren hier ook veel ongelukken. Maar ja, het mag niet, maar er wordt veel rijdend gebeld. De verkeerscontroles hier zijn eigenlijk heel beperkt. Drank kom je hier veel tegen in het verkeer. Ondanks wat strengere controles is het absoluut niet onmogelijk behoorlijk beschonken van Fethiye naar, bijvoorbeeld, Dalaman te rijden (ongeveer een afstand van 50 kilometer).

En dan de rest. Het voorsorteren heb ik reeds benoemd, maar spookrijden is hier bijna dagelijkse kost. Wordt er veel te hard gereden, de andere helft weet amper het gaspedaal te vinden. Waar je niet af mag slaan doe je het gewoon. Verboden te keren, wel dan doe je dat en buiten de steden is de waarde van eenrichtingsverkeer ook uitermate beperkt. In de steden wel, maar dat heeft meer te maken met de drukte...



Sinds kort moeten buitenlanders, die langer in Turkije verblijven en over een Ikamet beschikken ook een Turks rijbewijs bezitten. Tot juni dit jaar kan je het om laten zetten. Het Nederlandse rijbewijs wordt dan ingetrokken. Ook een internationale regel, want dat geldt voor ieder land, waar je naar toe gaat, onder dezelfde omstandigheden. Gelukkig is dat rijbewijs wél geldig in andere landen (mits je het natuurlijk ook in het land van herkomst hebt gehaald).

Omdat ik formeel langer dan zes maanden per jaar in dit land ben (ik hoef maar vier maanden in Nederland te zijn) moet ik er dus ook aan. Aan de ene kant heb ik daar geen probleem mee, maar anderzijds is het (emotioneel) toch een barrière die ik moet nemen. Gelukkig heb ik er al velen genomen en overwonnen.



In ieder geval blijft het de komende tijd nog flink opletten op de Turkse wegen. En zelfs paden, dan wel de onverharde wegen....

zondag 13 maart 2016

Noah

De lucht is licht bewolkt, de temperatuur zacht. Ik sta voor het raam en staar gedachteloos naar het bed van stenen. Ik kijk naar het graf van ons hondje. Kort geleden hebben we hem in laten slapen. De eerste dagen worstelde ik met verdriet en schuld. Noah, het hondje, was niet zelf overleden. Nee, ik heb de dierenarts gevraagd langs te komen. Toen hij arriveerde wandelde Noah over het gras voor de deur. Hij zag er bijna tevreden uit. Hij werd op schoot genomen. Een slaapmiddel ingespoten. Heel rustig, bijna gerustgesteld viel hij in een diepe slaap, waarna de tweede injectie het leven definitief beëindigde... Vredig trok het leven uit Noah. We hebben het overschot op een tafeltje gelegd. De andere honden roken er even aan en vervolgden hun spel. Vervolgens hebben we Noah op bed gelegd. Tot het eind van de avond. Daarna is hij tot de volgende dageraad op het logeerbed neergelegd.

Verdriet en schuld. Verscheurd door twee tegenstrijdige gevoelens. Je, ik heb mee gewerkt aan de dood van het dier. Hij liep nog rond. Wat een schoft ben ik. Maar hij was ziek. De laatste, bijna, drie maanden was het onze Noah niet meer. Zijn buik dik en toenemend gespannen. De eetlust daalde tot een dieptepunt. Drinken ging matig en meneer weigerde steeds meer zijn medicatie. Soms kon hij tijden apathisch staan. Dan weer zag je heel kort het oude beessie. Kort, maar verder lag hij veel. Trappen waren een obstakel geworden. Zwaar ademend lag hij te slapen. Nee, ik ben geen moordenaar. Noah leed en er zou geen eind aan komen. We hebben hem geholpen, zijn rust te vinden

Ons twee hondje, in iets meer dan een jaar. Peppa die plotseling verlamd raakte. Nee, ik moet accepteren dat hij leed. Peppa was ouder. Waarschijnlijk een attaque gehad, of zo iets. Bij haar hebben we het besluit veel sneller genomen. Het was ook duidelijker, want Peppa kon echt niets meer. In drie dagen kon zij niet meer lopen tot niet eens meer zichzelf voort slepen. Zij overleed op 10 november, 09:05 uur, de dag en tijd dat Atatürk destijds overleed. Peppa hebben wij in de tuin van mijn schoonzus begraven. Toen kon het ook nog niet bij ons in de tuin. Gelukkig ligt Noah wel dicht bij ons.



Vroeger heb ik katten gehad. Drie stuks: Bolle, Dikke en later ook Roodje. Als eerste was Roodje weg. Later hoorden wij dat hij op de Leidsevaart was aangereden. Het lijkje hebben we nooit gezien. Dikke verdween als tweede. De laatste keer dat ik hem zag renden er twee Dobermann Pinchers achter hem aan. En Bolle..., die kon niet meer aarden. Mijn meest trouwe kat kwam niet meer binnen, behalve wanneer ik alleen was. Uiteindelijk heb ik hem drie maanden op mijn werk gehad. Gelukkig vond hij een tehuis bij de vader van een collega. De laatste keer dat ik Bolle zag reed hij weg met mijn collega. Ik heb nog wel gehoord dat hij een goed keven had op de boerderij en goede maatjes is geworden met de herdershond aldaar. God, wat heb ik Bolle vreselijk gemist. Ik heb nooit afstand van hem willen doen, ware het dat de situatie echt niet meer toestond dat ik hem hield. Nee, dat zou heel dieronvriendelijk zijn geweest. Ondanks dat Bolle niet dood was heb ik zo veel verdriet gehad. Het was mijn eerste kat. Een geweldige lobbes. Gelegen op mijn schouders, gewrongen om mijn nek, deed ik boodschappen bij Albert Heijn, in Overveen. Bolle bleef zitten. Het was nauwelijks een kat, maar leek soms veel meer op een hond. Ik nam Bolle regelmatig mee.



Ondanks de pijn van Bolle heb ik nooit echt de dood van een huisdier mee gemaakt. En ergens in mijn achterhoofd had ik ook het gevoel dat zo iets ook niet zo erg was. Dieren leven immers korter. Dieren zijn geen mensen. Tot de dood van Peppa, ruim een jaar geleden. Zonder schaamte durf ik te zeggen, dat ik gehuild heb. Vol verdriet heb ik een kistje gemaakt en waardig hebben wij afscheid genomen. Daarna werd Kato, onze kat ziek. Ik voelde dat mijn rouw toch minder zou zijn, gelukkig leeft Kato nog steeds. Oud, maar rustig en tevreden. Dat er alweer een dierenleven zou eindigen had ik niet verwacht. Althans, niet zo snel. Noah was een stronteigenwijs dier, luisterde slecht, stal al het eten wat ie kon stelen en lange tijd piste ie binnen. Maar het was een geweldige hond. Een knuffel, een teddybeer in hondenuitvoering. Een vrijdoos en je kon echt alles met Noah doen.

We wisten dat Noah een hartruis had, maar het besef van de consequentie was nauwelijks aanwezig. Het was een levendig beest en niets wees er op dat ie iets onder de leden had.

Tot half december vorig jaar. Hij begon enorm te hoesten, werd opeens een stuk passiever en zijn buik leek licht opgezwollen. De eerste diagnose was Kennelkuf. Na twee weken bleek duidelijk dat het iets anders was. Een röntgenfoto gaf uiteindelijk de duidelijkheid. Het duurde even voordat de juiste medicatie gevonden was. De dierenarts overlegde met de huisarts en later met een gepensioneerde hartspecialist. Na een periode dagelijks een injectie kwam er een pil. Verstopt in gehakt nam Noah dat tot zich, tot hij door had wat er in dat bolletje gehakt zat. Ondertussen werd het nauwelijks beter. De buik leek wel een strak opgepompte voetbal. Verder werd hij magerder en magerder. Ook de haren op zijn neus vielen uit. Op het laatst leek hij wel een neusaap in een hondenjasje. En lange tijd kon hij stil staan. Als een levend beeld. De oude Noah was weg. Er was een rustig hondje, wat apathisch. Ondanks alle zorg en medicatie werd het niet beter. Uiteindelijk heeft Reina de knoop door gehakt en heb ik de dierenarts gehaald.

En dan lag hij daar... Dood. Het verdriet van Reina was groot, maar ook mijn verdriet was flink. Ondanks dat ik in dat soort situaties vooral praktisch word en handel, verstomde ik steeds weer even.

Het is vreemd wanneer zo'n trouw huisdier overlijdt. Dan merk je hoe het een deel van je leven uit maakt. Zeker bij ons, de beestjes sliepen op bed bijvoorbeeld (niet dat we dat wilden, maar ze hadden het gewoon afgedwongen, wat wel iets zegt over hun positie binnen het gezin). Op een maand na tien jaar. We hebben Ventje nog, en Loulou, Kato en Jennah. Ik hoop dat ze oud worden en vredig aan hun eind komen. Ik wil niet meer dat ik de dierenarts moet halen voor de levensbeëindiging. Dat voelt niet goed, als was het beide keren het beste.



Noah, rust zacht. Je was een gek en te gek hondje!.....

vrijdag 4 maart 2016

Blogblock

Sommigen zullen ze een beetje missen, terwijl anderen het wel prima vinden. Het aantal blogs, van mijn hand, is nogal afgenomen. Niet dat ik geen pogingen heb gedaan, integendeel. Er staan er een paar in de steigers. Alweer een tijdje, om de simpele reden, dat ik ze niet tot een einde kan breien. Inmiddels word het mij ook duidelijk wat de reden, ondermeer, is. Mijn blogs vallen in herhaling. Oud zeer blijft pijn doen, de frustratie in de Nederlandse maatschappij neemt maar niet af. Maar er over blijven schrijven voegt in feite niets meer toe. Hooguit worden mijn woorden cynischer. Daarnaast heb ik over dit land al veel geschreven en ook hier zal ik in herhalingen vallen. Met andere onderwerpen worden mijn teksten sarcastisch op een wijze die niet de mijne is. Vreemd is het natuurlijk allemaal niet, inmiddels heb ik ruim meer dan driehonderd blogs geschreven. Over diverse onderwerpen, ja een heel breed scala, maar ook veel onderwerpen die telkens terug komen. Anders belicht, in een ander kader geplaatst. Het blijft meer van het zelfde. Bij mij zelf merk ik dat ik dat wel genoeg vind. Ik wil daar niet op voort borduren.

Heb ik een writersblock? Beter gezegd, een blogsblock? Waarschijnlijk. Ik schrijf al met al nog zeer regelmatig. Vooral brieven, in de vorm van mail. Ik verwacht dat een nieuwe blog een tijdje op zich kan laten wachten. Wanneer er gerede aanleiding toe is, zal ik zeker weer op de iPad gaan rammen en nieuwe teksten de wereld in slingeren. Alleen nu even niet.



Ik kan over mijn schilderijen (en tekeningen) schrijven. Echter, daar heb ik nog geen goede verhalen bij. Wel ben ik enorm druk bezig met schilderen. Wanneer het mee zit ga ik in Den Bosch exposeren, in het kader van het Jeroen Bosch jaar. Sinds ik het schilderij "het Circus Jeroen Bosch" ben gaan schilderen zit mijn hoofd vol nieuwe ideeën. Niet om te schrijven, maar om te schilderen. Ondanks dat Jeroen Bosch niet mijn inspiratiebron was (Margriet en Delvaux zijn dat bij uitstek wel) had mijn werk er wel al elementen van. En nu, plots, merk ik dat het schilderen in zijn stijl mijn ongelofelijk inspireert. Daar kan ik zeker een blog over schrijven..., in de toekomst. Het verhaal achter de schilderijen, mijn gestoorde geest, die het mij mogelijk maakt de meest vreemde schilderijen te creëren. In eerste instantie wil ik zelf van mijn "plaatjes" genieten. De kijker wil ik ook laten genieten, maar vooral in staat stellen zijn (of haar) eigen verhaal te maken, bij mijn werk. Dat uitgangspunt beperkt mij in de stof er over te schrijven. Toch zal er wellicht een keer wel voldoende materiaal zijn er een blog over te schrijven. En misschien een blog over wat het schilderen mij brengt/doet. Over is het dus niet, maar ik vrees dat er wel sprake is van een pauze moment. Moet kunnen, toch?



Sommige lezers vrezen dat er iets met mij is, mijn gezondheid mij in de steek laat,mof anders. Niets van dat alles. Het gaat goed met mij, althans niet beter of slechter dan normaal het geval is. Wees dus gerust, dat is het niet.

Bovendien ben ik op een ander niveau nog voldoende te volgen. Met regelmaat vertoon ik mij op Facebook, vooral met schilderen. Ook beschik ik inmiddels over een eigen website. Daar zal ik straks ook meer activiteiten vertonen. Op Exto is werk van mij te zien. Dat moet ik binnenkort ook weer updaten. Ook zonder de blogs heb ik ruim voldoende om handen. Op digitaal gebied bedoel ik. Al beperk ik mijn tijd, welke ik dagelijks in de digitale wereld, het kost veel tijd. Tijd, welke ik feitelijk met voorkeur in andere zaken wil stoppen. De dag blijft immers beperkt tot 24 uur én de fysieke beperkingen. Tijd vliegt dus voorbij. Ik poog dat goed te verdelen, maar niets is minder menselijk dat van het dagelijkse organiseren veelal geen bal terecht komt. Nu alweer uren een elektrische storing. Een andere keer onverwachte visite en dan weer niet geplande activiteiten in dorp of stad. Best lastig voor een halve autist als ik ben, een wat dwangmatige perfectionist. Ik lijd er niet onder hoor, het beperkt hooguit in een aantal mogelijkheden, en activiteiten.

Van de wereld ben ik dus echt niet. Wanneer er weer voldoende stof is, of een andere aanleiding zal ik graag weer een blog schrijven. Wel zal ik pogen oude herhalingen te voorkomen. Dat alleen al zal een verdomd lastige klus worden. Ik houd echter van uitdagingen.



De toenemende dakloosheid en onze eigen Nederlandse situatie/status ga ik dus niet meer bekritiseren noch beschrijven. De overheid en haar onvriendelijke politiek jegens de burger die net buiten de regeltjes valt wil ik niet meer aanvallen of aan de kaak stellen. Zaken van onrecht heb ik nu wel voldoende aangehaald en zeker ook voldoende gerefereerd aan mijn eigen situatie in deze.

Misschien lukt het mij nu wel mijn boek af te schrijven, wat het midden heeft tussen een roman en en thriller. Misschien lukt het mij nu wel eens mijn politieke visie in het Sokatisme op te schrijven en uit te schrijven. Alhoewel ik eerst flink ga schilderen en andere klussen doen.

Toch zijn er best wat onderwerpen, waarover ik een blog zou willen of kunnen schrijven, helaas ontbreekt het mij op dit moment aan de goede woorden er een verhaal van te maken, waar van enige samenhang sprake in is. Vandaag mag ik wauwelen, maar verder wil ik wel dat een blog ook een geheel vormt. Dat die tijd er weer komt, daar ben ik van overtuigd. Op voorhand wil ik de geïnteresseerde lezer wel teleurstellen, door aan te geven dat de frequentie niet meer zo fors zal zijn als in 2015 en het tweede deel van 2014. We doen het voortaan rustig aan.



Afgelopen week heb ik nog even stil gestaan bij het feit een blog te schrijven over Noah, die wij dinsdag hebben laten inslapen. Wat doet het je, wanneer je een dierbaar huisdier last inslapen en wat betekende het dier tijdens zijn leven? Niet het vrolijkste onderwerp misschien, maar wel een goed onderwerp voor een blog. Misschien komt die blog er snel, misschien gaat het nog even duren. Verwacht in ieder geval niet te veel van mij. Wacht gewoon rustig af en laat u verrassen...



Tot een volgende keer, whenever....