zondag 3 november 2013

De Velser Affaire


Het onderzoek naar de Velser Affaire is afgerond en op 2 november 2013 is het boek feestelijk gepresenteerd en het eerste exemplaar overhandigd aan burgermeester Frank Weerwind. Het rapport/boek is geschreven door Bas von Benda-Beckmann.
bron: IJmuider Courant

De feestelijke presentatie vond plaats in de stadsschouwburg van IJmuiden. De presentatie lag in handen van Ad van Liempt, en naar de burgervader van Velsen zaten de heer Bernd Sneijders (burgermeester Haarlem), de heer Remkes (commissaris van de koning van Noord Holland) en nog meer regionale bobo's, en zelfs enkele landelijke toppers, vooral uit wetenschappelijke kring, waarvan er drie in een panel zitting namen. KRO Brandpunt was aanwezig. Dit allen ingrediënten om duidelijk te maken dat dit een historisch belangrijk onderwerp is. Ik zat als raadslid tussen de kleine vijfhonderd belangstellenden. In eerste instantie omdat enkele jaren geleden GroenLinks en de PvdA met een motie waren gekomen, welk dit onderzoek (en dus het boek) mede mogelijk heeft gemaakt. Politiek gezien maakt het niet veel uit of jezelf iets gerealiseerd hebt, of je voorgangers, je blijft er politiek voor verantwoordelijk.
Nu ben ik geboren in Santpoort Noord en zegt de Velser Affaire mij wel iets. Niet veel overigens. Mijn vader sprak eigenlijk nooit over de oorlog en ik weet bitter weinig van hem, gedurende die periode. Wel heb ik vernomen dat hij gedurende de bezetting werkzaam was bij de Hoogovens (thans Tata Steel). Van mijn moederskant heb ik wel meer gehoord. Zo ken ik het verhaal van de spanning in de familie, omdat een broer in het verzet zat, maar de ander tot de NSB toegetreden was. Ze hebben elkaar nooit verlinkt, maar soms vertelde mijn moeder over deze duistere periode.
Ad van Liempt, bron: Parool
Van vaderskant bleef het stil. Het werd duidelijk gemaakt dat het hier over een zeer gevoelig onderwerp ging. Eigenlijk een familie taboe. Met de jaren zakt dat weg. Je bent er niet meer mee bezig. Mijn leven gaat voort.

Weer terug als inwoner van Velsen gaan oude zaken toch weer leven. Soms indirect. Zo gaf ik mijn broer, enkele jaren geleden, het boek van Tessa de Loo; de tweeling. Hij was er niet, of pakte het niet uit. Dat weet ik niet meer, maar na korte tijd liet mijn schoonzus weten het boek niet aan mijn broer te hebben gegeven. Als reden gaf zij aan dat de oorlog té gevoelig voor mijn broer lag. Vreemd, omdat hij uit '43 is en de oorlog dus eigenlijk niet bewust meegemaakt kan hebben. Er moet dus iets aan de hand zijn. Daarbij dacht ik niet direct aan iets met mijn vader. Volgens mij was hij te laf, al heb ik mijn vraagtekens bij dat hij die hele periode bij de Hoogovens heeft gewerkt (op kantoor), wat op zich wel verdacht is. Nee, het moest iets te maken hebben met de vrouw van mijn vader.
Weer zakt zo iets weg. Maar dan zit je in de Schouwburg. Je ziet en hoort dat de voorzitter van de SOVA (stichting onderzoek Velser affaire), Cees Weij, nog vol emotie zit. Ik denk weer aan mijn broer, mijn vader, het vraagteken. 
Cees Weij, bron: You Tube/Seaport tv
Het is al zo lang geleden. Ik begrijp het niet, maar hoe sterk leeft het dus nog. En dan merk ik dat het mij ook weer bezig houd. En nu heb ik het boek. Hé, een namen index. Ik zoek... En vind een naam. Ik lees over de naam. Opeens wordt het mij duidelijk. Ja, heel veel wordt mij duidelijk. Ruim vijftig jaar een geheim voor mij. Nu heb ik een nieuw boek en binnen enkele minuten zijn de vragen over een periode van bijna vijftig jaar opgelost. Hoe simpel kan het zijn.

Connie Braam, bron: vandaag.nl
Zekerheid heb ik nog niet. Dan zou ik verder moeten zoeken. Maar het klopt me de lang gekoesterde twijfel. En eigenlijk is het een en ander bij deze bevestigd. Ja, het schijnt dat hier sprake is van lidmaatschap van de NSB. Ik weet hoe gevoelig het was. Uit mijn eigen jeugd ken ik de NSB kinderen nog, al werd dat al minder (ben toch van tien jaar na de oorlog). Als kind al heb ik hen nooit veroordeeld. Zij konden er niets aan doen. Ik vond het niet zo interessant. In mijn jonge jaren probeerde ook mij voor te stellen wat ik tijdens de oorlog gedaan zou hebben. Ik weet het waarlijk niet. Ik ben een held én een lafbek. Zo heb ik altijd gekeken naar mensen die fout waren, al had ik snel door dat er bij de fouten twee categorieën te onderscheidende weten: de lafbekken en de echte fouten. Voor die tweede groep heb ik geen enkel respect; de bewuste fouten.
Zou het m'n broer geholpen hebben wel over zijn probleem te hebben gesproken? Ik zou hem zeker gesteund hebben, ook al staan wij beiden zeer divers in het leven. Moet ik het nu toch zeker weten, en de bevestiging zoeken? Ik moet nog steeds een keer een borrel bij Connie Braam halen. Misschien is dat wel de reden dat wij de glazen nog niet geklonken hebben. Wellicht weet ik genoeg en is het nu echt tijd om het te laten zo.....