zaterdag 28 september 2013

Dood aan voetbal!


Nee, geen protestleus om aan te geven dat ik tegen voetbal zou zijn, maar de harde realiteit in Qatar. Voor het WK van 2022 (?) worden stadions en faciliteiten gebouwd. Veel arbeiders worden ingevlogen en per dag sterft er een. Tenminste het gemiddelde ligt in die richting.

Bloed kleeft aan voetbal, en straks bij de WK nog meer. Ongeveer 4000 doden, om een paar potjes voetbal mogelijk te maken. We zeiken over de kosten van de HOV, dure investeringen in infrastructuur en geld voor de sociale zekerheid is er niet. Er gaan enorme kosten naar het voetbal. Niet reëel meer, maar het potje móét door gaan! Wat heeft de mens toch een bord voor z'n kop.
De kosten rond voetbal zijn absurd. Miljoenen aan transfer kosten, buitensporige inkomsten, enorme veiligheidskosten en nog maar te zwijgen over het leger aan bobo's, vervoer en de stadions. En dat zooitje verdomd het ook nog eens een stapje terug te doen. Reina heeft hier zeer recent een blog over geschreven (reinadehaan/blogspot.nl), die ik dan ook van harte onderschrijf. Maar in feite is zij nog mild, maar het nieuws uit Qatar kwam dan ook ná zij haar blog had geschreven.

Er wordt een gigantische infrastructuur voor de WK gebouwd. Qatar heeft te weinig arbeidskrachten. Dus worden ingevlogen. Uit Nepal, India en diverse gebieden, waar je goedkope arbeidskrachten kan wegjassen. En dan beloof je ze 250 euro per maand, om zich bij ruim 40 graden Celcius uit te knijpen. En dan blijkt ook nog eens dat zij maar 180 euro per maand vangen. De boel wordt nog belazerd ook. Vind je het dan gek dat bij deze idioot hoge temperaturen jongens van 16 sterven aan een hartinfarct? Nee, dat is niet gek, maar wel heel erg grens overschrijdend. Schandalig.
Er kleeft bloed aan dat WK, maar het doet je ook even stil staan bij hoeveel geld er in sport rond gaat en hoeveel leed dit berokkend. Nou, dat is heel veel! Straks de Olympische Spelen in Brazilië. Ook hier wordt voor kapitalen van alles uit de grond gestamd. Ook valk
len doden onder de arbeiders en worden arbeiders uitgebuit. De verhalen bij de Spelen in China waren eigenlijk ook niet veel anders. Ondertussen wordt gezegd dat het ten gunste is van de economie. Natuurlijk speelt een zelfde situatie in de kledingbranche en met name in India. Slechte omstandigheden en hier juist door die slecht omstandigheden… doden (voor onze goedkope kleding). Deels kan ik daar wat bij bedenken, maar ten koste van wat? En het economische argument lijkt mij (in die verhouding) in een staat als Qatar niet relevant. Geleuter zelfs.

Zelf kijk ik de tour de France. Regelmatig denk ik aan de kosten hiervan. Die tour kost een vermogen, maar de meeste kosten zijn zogenaamde directe kosten. Er hoeven geen infrastructurele aanpassingen te worden gedaan. Dat scheelt.

Later we eens alle professionele sporten van de hele wereld bij elkaar nemen en de totale kosten eens optellen. Ik durf geen gok te doen op hoeveel tientallen miljarden we uitkomen, maar ik durf mijn hand in het vuur te steken dat de mondiale armoede voor een groot deel opgelost kan worden. Ja, zo gezond is sport.

bron: AD
De andere kant van het verhaal is dat er ook doden vallen ín de sport. Diverse sporten zijn risicovol. Afgelopen week is er nog een dode gevallen bij de spectaculaire zeilrace (America's Cup met gigantisch grote catamarans)  in San Francisco dan denk ik nog; het doen ze zelf, het risico nemen ze zelf. Dat kan je van die arbeiders in Qatar niet zeggen. Er wordt ze een worst voorgehouden, gebaseerd op hun al erbarmelijke omstandigheden en vervolgens worden ze verder uitgeknepen. Het is ook niet alleen dat er teveel sterven, maar ook hun leefomstandigheden zijn ronduit erbarmelijk. En dat voor voetbal....
Ik heb al eerder een keer geschreven dat ik van mening ben dat een voetballer eigenlijk niet meer dan een (mogelijk) vakbekwame arbeider is. Alleen is er nog wel eens een verschil tussen inkomsten. Dat pleidooi wil ik bij deze nog eens extra kracht bij zetten.
Het sporten wordt zwaar overdreven. Ook in de lokale politiek merk ik het. Laatst had ik een motie over de verlichting bij sportvelden. Een strontemmer van kritiek viel over mij heen. Ja, vroeger trainden we tot het donker werd. Nu moet je toch echt tot elf uur kunnen trainen. Stel je voor. Nee, nu moeten we alles en sporten is gezond. Zo gezond dat we andere dingen er niet voor opzij zetten. Sport wordt half heilig verklaard, en zelfs zo heilig dat er nu wel even geschokt wordt gereageerd op de berichten uit Qatar, maar straks gewoon naar die WK gaan kijken.
Op Facebook valt het mij ook wel eens op, net als Twitter. Sport is daar een hot item en sommige geven bijna een live verslag van wedstrijden, terwijl zij eigenlijk ergens anders mee bezig zijn. We verkloten de aarde liever, dan dat wij de professionele sport eens gaan normaliseren. Net als de wapenlobby is de sportlobby haast oppermachtig. Veel mensen die potentiële klagers zijn over maatschappelijke en politieke besluiten blijken percentueel veel grote sportliefhebbers. Het lijkt haast een causaal verband. Niet vreemd, want sport is heilig, en daarvan realiseren wij ons niet hoe enorm veel wij hier als individu aan betalen.
Er zal weinig veranderen. Teleurgesteld blijf ik achter. Een ding weet ik zeker; ik zal de WK in Qatar straks niet volgen! Maar ach, ik heb sowieso niet zo veel met voetbal. Voor mij zijn andere zaken van groter belang! Daar ga ik mij nu maar weer eens aan wijden.....



donderdag 26 september 2013

Ga vreemd, maar met mate

bron: dutch cowgirls.nl
De SGP bemoeit zich met het individu, het recht op vrije meningsuiting en de schending van de privacy.

Het gaat hier over de vrijheid van de burger zijn/har leven naar eigen inzicht in te delen. De SGP reageert vanuit haar stigma's op de reclames voor relatie/contactbureaus om vreemd te gaan. Bij Pauw en Witteman ging advocaat Sprong er grof op in, maar... mijns inziens eigenlijk wel terecht. Zelf denk ik dat al die mensen (blijkbaar veel SGPers) met name hier tegen zijn, omdat vooral ook de gelovigen flink buiten de pot pissen. Het christelijk dogmatisch en Calvinistische denken wordt de meerderheid opgedrongen, wanneer de meerderheid in Nederland deze retoriek onderschrijft.
bron: alblasserwaardnieuws
Natuurlijk, niemand gaat vreemd, niemand staat hier voor open, maar hoe groot is het percentage wat wél vreemd gaat? Gigantisch. En wat te denken van de hoerenloperij? Tja, dat is toch ook een vorm van vreemd gaan? De SGP streeft naar een Calvanistiche maatschappij, maar ja het is natuurlijk ook de partij die de rol van de vrouw niet emancipatorisch benaderd. Ja, onder dwang mag de vrouw binnen de SGP iets betekenen. Nee, die reclame moet niet verboden worden, maar de SGP moet verboden worden. Tjonge, die gasten leven echt nog twee eeuwen terug. Het idee van en alternatief (wanneer er geen verbod op de betreffende reclame komt) is ook zeer ridicuul; let op. Vreemdgaan dupeert kinderen. Daar zal Second Love al geen boodschap aan hebben, maar ik ga er toch echt niet van uit dat die vreemdgangers hun kinderen er naast laten staan. En agressie, gestoorde ouders, wat dupeert kinderen allemaal niet. Wil het SGP daar ook allemaal bijsluiters bij hebben? Pas op, alcohol dupeert uw kinderen, en in het trouwboekje; pas op, ruzie dupeert kinderen... Hoe vel voorbeelden moet ik geven?

En vreemd gaan... Mijn hobby is het niet. Geen behoefte, maar ik kan mij voorstellen dat er mensen zijn die dat wel doen. Mannen en vrouwen. Ja, ik ken zelfs voorbeelden waar het zelfs goed is. Er is zelfs een boek over geschreven (en inmiddels verfilmd). Bij ziektes van partners kan het zelfs een verlichting geven en soms geven die partners zelf aan dat hun man/vrouw de seks buiten de deur moet gaan halen. Dat niet iedereen daar daadwerkelijk en invulling aan geeft staat een ieder vrij, wat mij betreft.
bron: ikzoekeenvriendin.nl
We zijn volwassen mensen, maar allemaal met een rugzak. Dan gebeurt dat. En daar waar markt voor is, mag je van mij reclame voor maken. Nee, ik ben niet voor het hypocriete en puriteinse gedachtengoed, zoals de debiele Amerikanen. Een tepel op tv geeft al nationale verontwaardiging, maar in de States zijn de meeste seksuele misdaden, verkrachtingen, en de  prostitutie het meest voorkomend van de hele westerse maatschappij. De SGP is niet minder hypocriet.
Dat het vreemd gaan tot scheiding leidt en daarmee kinderen de dupe worden vind ik  ook niet goed. We gaan te gemakkelijk met relaties om, maar dat past in onze consumptiemaatschappij. Niet goed? Dumpen. Daarin past het scheef gaan ook. Dus gaan we ook veel te slordig met kinderen om. Maar hoeveel relaties sneuvelen alleen doordat een van de partners buiten de pot pist? Meer dan de helft zal dit niet zijn, dus er zijn zat andere redenen tot echtscheiding. Nog zo'n drogreden van de SGP. Natuurlijk hebben wij te maken met de vrijheid van meningsuiting, maar door het opleggen van dit soort verboden wordt dit ernstig geschaad. Nou, vanuit mijn principes en opvattingen zal ik dan alle kerken verbieden, polygamie toestaan, en... ach, wat maakt het uit. Het verhaaltje klopt van geen kant en er zit zelfs een schadelijk kantje aan. En dat terwijl ik van mening ben dat de overheid al veel te veel ingrijpt in ons privé leven. Dat gebeurt al meer dan genoeg. Kappen, en als iemand vreemd wil: doe vooral je best. Voor mij hoeft het niet, die behoefte bestaat gewoon niet. Ik ben dik tevreden. Dat gun ik ook de ander, ook op de wijze welke men verkiest, mits zij de menselijke waardigheid maar blijven respecteren. Maar dat is weer een andere discussie.....




woensdag 18 september 2013

dierenleed


De vereniging van Natuurmonumenten inventariseert hoe de Nederlander er over denkt om de dieren de Oostvaardersplassen bij te voeren. De gemeente Amsterdam heeft het besluit genomen herten in de Waterleidingduinen af te mogen schieten. Nederland spreekt over te veel dieren in het wild.

Waar moet dit heen? Op Facebook heb ik al aangegeven dat wij het wel hebben over te veel dieren en dieren afschieten, maar dat wij het nooit over het feit hebben om mensen af te schieten, omdat er teveel mensen zijn. Velen zullen zeggen dat ik hier een waanzinnige vergelijking trek. Maar is dat zo? Wat zijn wij als mensen meer? Alleen omdat wij slimmer, en ontwikkelder zijn? Ja, zelfs zo sterk dat wij het dieren leven in dezelfde lijn trekken als het leven van de mens.
Nee, daar waar wij dieren hebben die in een relatieve wildernis en vrijheid leven moet je het leven met rust laten. Voor ons, mens, is het hard dieren te zijn lijden of zelfs van honger te zien sterven. Toch is dát de natuur. Nee, de dieren in de Oostvaardersplassen moeten wij niet bij voeren. Maar ook moeten wij ze niet afschieten. Natuurlijk, er ontbreken voldoende natuurlijke vijanden, zoals de wolf. Nou, laat de wolf maar komen!


Ook in onze regio (Kennemerland) is het een flink onderwerp van discussie. Hier zitten te veel herten. Afschieten en inperken is de reactie. Waarom? Tja, je kan een ongeluk krijgen, wanneer je met je auto door de bossen en duinen rijdt. Sorry, maar dat is life! Afgelopen zaterdag reed ik langs de duinen, bij Duin en Kruidberg. Op een kruising zag ik een hert. Midden op de weg. Prachtig. Het dier bleef staan, keek ons aan en wandelde rustig naar de berm, om daarna een sprintje uit het zicht te trekken. Ik sta dan stil, en kijk, en geniet. Ik weet dat hier dieren in het wild kunnen lopen. Ja, dat is opletten, maar die tol betaal ik graag.
bron: eenvandaag
Gaat het nu om de herten, als gevaar voor het verkeer, of de hongerlijdende stervende paarden in Flevoland? Wel nee.in onze hoogconjunctuur zijn wij veel te veel vervreemd van de natuur. De mens ziet niet dat de welvaart onze wereld doet verschrompelen. Het gaat niet alleen over de regenwouden. Het begint klein, het begint in onze eigen omgeving.
Ik heb het al eens gehad over het feit dat we geen hanen in woonkernen meer horen. Overlast. Gelul, de krijsende kinderen van de buren is pas overlast. De eeuwige competitie tussen mens en dier. We kennen de vos, de beer, de wolf. Ze mogen ons niet meer lastig vallen... Ach, ik zou willen dat ze ons lastig vallen. We moeten niet zi spastisch en vals sentimenteel doen. Wanneer mensen dieren mishandelen, ja dan mag je hard ingrijpen. Maar laat de natuur zo veel als mogelijk de natuur!


Natuurlijk, in het kader van meer welvaart kunnen we de hele wereld volbouwen, asfalteren en cultiveren. Vooral door gaan, dan creëren we zo veel welvaart, dat de mens over een paar eeuwen  zichzelf heeft doen uitsterven. En al die generaties die het beste voor hun kinderen (en kleinkinderen) willen helpen onze aardkloot daarmee alleen maar verder naar de gallemiezen. Ja, jammer wanneer een hert je begonia's uit de tuin opvreet, maar zo is het nu eenmaal. Zet dan een goed hek neer. Nee, wat mij betreft blijven we met onze poten van de wilde dieren af, en laat de natuur z'n gang gaan, daar waar het even kan. Geen valse sentimenten meer. Sterker, misschien moeten we de natuur iets meer helpen de natuur weer te zijn.  



zondag 15 september 2013

de wijzers van de klok

Die lange wijzer staat helemaal boven. De kleine wijzer wijst naar het raam... Naar links is dat. Maar hoe laat is het nu eigenlijk? Ik pieker mij suf. Buiten is het donker. Ik moet het weten! Die grote, wat was dat ook alweer... O ja, dan heb je een heel uur. Ondertussen blijf ik naar de klok staren. De grote wijzer staat nu al op het volgende dikke streepje. Dan is het....nee, als allebei de wijzers bovenaan staan is het twaalf uur. Die kleine, ja die kleine geeft het uur aan. Dat eerste dikke streepje staat voor één uur. Ik strek mijn arm en wijs met mijn vinger naar het volgende dikke streepje. Twee. Ik ga door... Het is nu negen uur. Nee, later. De grote wijzer heeft haast en bevindt zich al bij het volgende streepje. Die van twee. Dan is het nu twee over negen. Of toch niet. Bij de grote wijzer moest je de streepjes toch anders tellen? Ja, de kleine streepjes doen dan ook mee... Ik tel opnieuw. Een, twee, drie... Hè hè, het is tien over negen. Ik ben er uit, maar ben er wel een poosje mee bezig geweest. Tien minuten weet ik. Dat klinkt niet goed. Ik ben toch een gezonde en vitale man? Ik heb geen Alzheimer. Toch heb ik soms dit soort problemen. Soms raak ik letterlijk de tel kwijt. Een hele tijd dacht ik dat ik een jaar ouder was, dan dat ik ben. Helemaal van overtuigt, alhoewel er allerlei "bewijzen" aan mijn ogen voorbij trokken die aangaven dat ik een jaar jonger ben. Toch kwam de boodschap niet door. Ja, totdat ik op de verjaardag van een vriend zijn geboortejaar hoorde. Daardoor ontdekte ik dat ik een jaar jonger moest zijn. En ondanks dat ik weet dat ik een jaar jonger ben geef ik telkens een jaar ouder, wanneer ik naar mijn leeftijd gevraagd word. Bizar is wel dat dit probleem zich jaarlijks voor doet, en mee verschuift met mijn verjaardagen. En die datum weet ik. Ja ik weet dat ik op zaterdagmiddag geboren ben. Om tien voor half één 's middags... Of was het nou tien over half één?

Met namen ben ik ook hopeloos. Maar daar heb ik wel trucjes voor. Ik geef mensen bijnamen. Gerelateerd aan uiterlijke kenmerken, gedrag of uitspraken. Probleem is dat ik mensen te  vaak aan spreek met hun nick-name, wat veelal niet gewaardeerd wordt. Zelfs niet wanneer ze leuk zijn, ach, en soms lul ik mij er uit. Laatst had ik een gesprek met de burgermeester. Was even zijn naam kwijt en sprak hem aan met "jongeman". Dat doet het altijd goed. Ja, met namen kom ik er wel uit. Cijfers... Nee, tijd, dan is het lastig.
Er wordt gezegd dat hersengymnastiek goed is om je geheugen op peil te houden. Nou, ik kan mij alles herinneren. De meeste antwoorden weet ik wel en het leggen van logische verbindingen is appeltje-eitje. Is er een naam voor mijn gebrek? Tegenwoordig hebben ze overal een naam voor. Namen en tijd....meer niet.

Korsakov... Zal dat het zijn? Ik zit te denken aan wat ik gisteren deed. Nee, ik lig. Dit heet liggen. Dom van me. Ik lig dus te denken aan wat ik gisteren deed.  Wat was het ook alweer voor een dag? Maandag... Nee. Geen weekend... O ja woensdag. Nou weet ik het weer. Woensdag. Dat is makkelijk te onthouden. Op woensdag werk ik. Dan ga ik sporten. Na het eten nog even biljarten. Zo gaat de woensdag al dertig jaar. Duidelijk. Bijna iedere dag heb ik zo mijn vaste dingen.

Ik ben moe. De kleine wijzer staat nu op de.... ja, op de elf. Zie je wel, ik weet het heus hoor. Elf uur en nog wat. Hoe zat het ook al weer met die lange wijzer? Een, twee.. O nee, nu moet ik de kleine streepjes tellen.... 23, 24, 25, dat duurt me te lang. Ik val in slaap. Eigenlijk kan ik beter schaapjes tellen.
Volgens mij komt er zo iets leuks op de televisie. Een film, heb ik gelezen. Als de klok de uren slaat. Dan begint de film. Gelukkig voel ik mij fit. Ik zal maar eens kijken op welk net de film is. Hè.... Hij staat niet in de gids. Donderdag, ja vandaag is het donderdag... Ach, u zie ik het, ik kijk bij woensdag, maar het is helemaal geen woensdag. Tjonge, wat is het leven soms ingewikkeld. Gelukkig leef ik alleen. Dan hoef je met niemand rekening te houden. Ik heb wel een hond. Heb ik Pimmetje al uitgelaten? Het beestje ligt vredig te slapen. Ik ga straks wel. Pimmetje slaapt al een poosje. Ik weet niet hoelang. Een poosje. Het is een rustig hondje. Hè, Pimmetje? Vreemd, Pimmetje voelt wat koud. Misschien is ie ziek, want hij ruikt ook een beetje. Een zieke moet je laten liggen. Ik kan Pimmetje morgen ook uit laten. Ik zet de televisie aan, want de film begint zo. O ja, even kijken welke film het is. Nee, Korsakov kan ik niet eens hebben. Ik drink namelijk geen alcohol. Melk, fris en soms een wijntje, maar aan alcohol doe ik niet. Eigenlijk leef ik heel sober. Dat bevalt me wel. Gatver, het lijkt wel of mijn hondje de hele tijd scheten laat; hij blijft maar stinken.  Hij zal wel dromen. Laat maar slapen. Ik ga ook zo naar bed. Als het vandaag woensdag is, ben ik morgen vrij. Vrijdag ga ik weer werken. Kijk, de wijzers staan bovenop elkaar. Nu kan ik niet zien hoe laat het is. Ze staan tussen de twee en de drie, of is het tussen de tien en vijftien? 
De film heb ik gemist. Of had ik niet het goede net? Er zijn ook zo veel zenders op die beeldbuis. Ik zie allemaal vrouwen... En telefoonnummers. Ach, ik ben morgen toch vrij. Of, nee... het is geen woensdag, het is donderdag. Nou, ik meld wel dat ik niet kan werken.

Met regelmaat kijk ik naar de wijzers. Leuk, zoals zij zich verplaatsen. Nou, nu hoef ik Pimmetje helemaal niet meer uit te laten. Het is al veel te laat. Ik zou me wel even willen uitrekken. Zelfs dat doet Pimmetje niet. Oude luie hond. Ik ziek de afstandsbediening. Kan hem niet vinden. Dan loop ik mar naar de tv... Waar zitten de knopjes? Oh, daar ligt de afstandsbediening. Uit die tv... Ach, nu gaat de radio aan. Die afstandsbediening maar eens proberen? Ja, kijk, een andere zender. Leuk, dieren. Met welk apparaat moest de radio ook alweer uit? 
Ik loop naar de kast. Ik pak een glas. Is niet echt schoon. Nou ja, het is mijn eigen vuil. Melk, ik wil melk. Ik dacht altijd dat melk zoeter was. Is dit geen karnemelk? Nee, er staat melk op. Ik neem nog een slokje. Krokodillen. Ja, op tv. Lekker, morgen is het weekend. Sigaretje. Ik ga zo maar eens naar bed. Pimmetje is zelfs te lui om te eten. Ik kijk naar de wijzers. Die grote staat bijna bovenaan. De kleine wijst naar het raam. Hoe zat dat ook alweer? Buiten is het licht. Even nadenken.... Ik staar naar de klok.


zondag 8 september 2013

De ontdekking

foto: Reinder Weidijk
Plots kom er een herinnering uitje verleden boven. De aanleiding is veelal niet duidelijk. Maar het staat dan allemaal weer helder voor de geest. Ik heb dit nu ook. Een herinnering uit de winter 1976 - 1977. Redelijk het begin van toch al een belangrijke periode in mijn leven.

Sinds enkele manden had ik het ouderlijk huis verlaten en woonde in een oude hotel, met vele kamers. Al deze kamers waren verhuurd. Het was een rommeltje, spannend en en compleet nieuw leven. De kamers werden verhuurd aan mannen, vrouwen en stelletjes, van diverse leeftijden en pluimages. Voor een toch wat naar binnen gekeerd persoon, als ik was, gaf deze verhuizing een behoorlijke culturele shock. Alleen zijn en privacy kregen een andere betekenis, dan in de periode dat ik nog in mijn ouderlijk huis vertoefde. Het werd een harde en boeiende leerschool.

Op seksueel gebied was allang geen onbeschreven blad meer. Met meerdere vrouwen had ik een seksuele ervaring en ook gemeenschap hebben was mij niet vreemd. Maar, er veranderde iets. Al kort nadat ik op kamers ging wonen realiseerde ik mij hoe ik seks beleefde. De enige naakte vrouwen kende ik uit de (slecht verstopte) Playboy of Penthouse van mijn vader en het bloot wat toen veel op de televisie aan je voorbij ging. Bij mijn eerste seksuele ervaringen was de vrouw in feite niet meer dan een instrument mijn lusten te botvieren. Ik zeg het nogal rauw, maar in feite kwam het er wel op neer.
Eenmaal op kamers kwam ik er achter dat ik seks alleen als persoonlijke lust zag en geheel niet stil stond bij wat een vrouw op dit gebied kan ervaren. Eenmaal die gedachte stoorde mij dit direct. Voor mij was het van belang voortaan vooral de vrouw te behagen. Daarmee zou ik ook zelf aan mijn genot komen. Een nobel streven voor een twintig jarige. Gelukkig had ik toen al de instelling dergelijke gedachten niet als streven te blijven houden. Nee, ik moest er ook zeker iets mee.

In de flankerende kamers woonden vrouwen. Met beide had ik contact. Bij een van hen voelde ik een erotische prikkel, bij de ander een gewone vriendschap. En zo kwam het dat ik op een avond mijn probleem aan haar voorlegde. Ondanks dat ik bloot had gezien en seks had gehad wist ik niets van een vrouwelijk lichaam. Sterker, ik had het tijdens de vrijages niet eens goed geobserveerd, laat staan mij verder in het genot van de vrouw had verdiept. 
Ik bevroeg haar naar wat zij als prettig en stimulerend ervoer we stonden tegen over elkaar. Zacht met mijn vingers door haar haargrens in de nek kroelen. Vervolgens kroelde ik haar, waarbij instructies gegeven werden het goed te doen. Zo leerde ik haar eerste gevoelige plek en erogene zone te ontdekken.
Na deze ontdekking stelde ze mij een gelijke vraag. Ondanks dat zij uit een christelijk gezien kwam met vele broertjes, was het mannelijke lichaam (zeker op deze wijze) onontgonnen terrein.
Van het hoofd ging het langzaam lager. Haar T-shirt ging uit, en de BH volgde. Voor het eerst in mijn leven bekeek en betastte ik een borst heel bewust. Zij gaf haar fijne plekjes aan, maar vertelde ook wat niet plezierig was. Mijn hemd ging ook uit. Over en weer, tegen over elkaar. Heel langzaam naar beneden. Haar broek ging uit en mijn aandacht ging uit naar haar benen en voeten. Mijn broek zakte tot op de grond. Als laatste schoof ik haar onderbroek uit (strings en kleine slipjes waren toen nog geen gemeengoed). Ik aanschouwde en voelde. Mijn onderbroek zakte en zij bestudeerde mijn geslachtsdeel.
Na deze ontdekkingstocht van het lichaam bleef een vraag onbeantwoord; waar zit de clitoris. Tegenwoordig weet een knul van twaalf dit al bijna, maar het woord kende ik, terwijl ik bij God niet wist hoe het eruit zag, of wat dit bij de vrouw bewerkstelligde.  
Wij veranderden van positie, waarop zij mij de kleinood kon tonen. Zij leidde mijn vinger er heen en leerde mij deze damesknop te stimuleren. Kort overigens. Immers de aanraking deed haar lichaam schokken en verlangen naar meer. Dat was immers niet de bedoeling. 
We trokken onze kleding aan en spraken over deze bijzondere ervaring. Voor mij een les voor altijd. Maar ook een les, waar ik met weemoed nog wel eens aan terug denk, en later in de praktijk meermalen mij heb kunnen aanwenden. Wij zijn vrienden gebleven, alhoewel onze wegen scheidden wij elkaar langzaam uit het zicht verloren. Een dierbare herinnering is gebleven. 

Laatst las ik ergens iets over een aanranding en verkrachting. Ik lees regelmatig hoe de vrouw (seksueel) nog steeds als gebruiksvoorwerp voor de lusten van de man gezien wordt. En dan denk ik wel eens dat iedereen eigenlijk een les zou moeten krijgen, als mijn beschreven ervaring.... Een rustige ontdekkingstocht en dialoog. Niet over de grens, maar wel met warmte en begrip. Daarom misschien dat ik deze ervaring nog regelmatig koester.


Oorlog en vrede


Lev Tolstoy schreef een groot werk onder deze titel. Sinds zijn werk verscheen heeft de wereld zich sterk ontwikkeld. Technisch, maar de mens heeft zich als wezen verder ontwikkeld. Nederland is inmiddels al bijna zeventig jaar oorlogsvrij... Nou ja, in Nederland zelf kennen we al zo lang geen oorlog.

Naar mijn idee ben ik een redelijk weldenkend mens en zie, in deze tijd, weinig nut en noodzaak van het oorlog voeren. Voor een land als Nederland zie ik het niet eens meer als item. Toch lijkt de algemene opinie hier anders in te zijn. Blijkbaar zijn er machtsblokken, die gebaat zijn bij oorlogsvoering en agressie-industrie. Op dit moment ook uitermate actueel; gaan wij de JSF nu aanschaffen, of toch niet? De VVD is al lange tijd fanatiek voorstander. De PvdA daarentegen heeft haar standpunt in deze nogal eens gewisseld. Het kriebelende pluche lijkt bij de PvdA nu definitief tot een positief besluit te leiden. Positief ten aanzien van het besluit de JSF aan te kopen. Persoonlijk ben ik mordicus tegen!
Er wordt nog wel eens gesproken over Linkse Hobby's, maar deze rechtse hobby is niet alleen veel kwalijker, maar ook vele malen duurder. Wanneer het kabinet nu besluit tot aankoop van de JSF is wel duidelijk dat velen hun twijfel aan de politiek hebben. Een schandaal is een besluit voor de JSF voor mij.

Mijn standpunt lijkt nu wel duidelijk. Om verder te gaan dan enkele one-liners poog ik mijn overweging aan de lezer over te dragen. En dan kijk ik toch weer even hoe de mens en vooral de maatschappij zich de laatste anderhalve eeuw ontwikkeld heeft.

Wij kennen welvaart en gaan uit van het beginsel van gelijkheid. Strijd voer je met woorden en je verlies draag je met geheven hoofd. Door de mondialisering komen echter ook mensen tot ons, onder andere levensomstandigheden, welke daarnaast veelal ook hun zekerheid proberen te vinden bij hun geloof, hun religie. Dat maakt dat de huidige wereld heel dicht bij elkaar is gekomen, maar de verschillen zich sterker profileren. Dat maakt dat er twee vormen van agressie zijn ontstaan in deze moderne wereld; agressie vanuit een slechtere mate van ontwikkeling en agressie uit angst de welvaart te verliezen. Wat mij bevreemd is dat de "moderne" wereld daar steeds meer primitief op reageert. Neem Syrië. Het westen wil de aanval met Sarin beantwoorden met agressie.... Alhoewel, eindelijk ziet men in dat sancties misschien ook op een andere manier kunnen. Dat zie ik als de les van Irak, waar wij op valse voorwendselen Saddam Hoessein opzij gezet hebben. Kijk, zo waar, het westen ziet dat je drie keer na moet denken, en dan misschien ook eens op een andere manier moet reageren.
Kortom, wat moeten wij met 35 van die vliegtuigen voor 4,5 miljard euro? Geen reet. Om te beginnen heeft Nederland dergelijke toestellen niet nodig, en wanneer men ze wel nodig denkt te hebben koop er dan een stuk of tien. Maar doe dan ook iets goedkoops. Weer zes miljard bezuinigen en dan zo veel uitgeven aan oorlogsspeelgoed? Niet alleen niet het juiste moment, maar ook uit de tijd.
Komt Nederland in oorlog, dan zijn we te klein ons zelf te beschermen. Dat betekent dat wanneer wij de JSF aanschaffen dit voor meer dan 90% is voor inzet in het buitenland. Alleen daarom al teveel en te duur. Iemand die een beetje logisch denkt zal mijn visie hierop onderschrijven. Ach ja, en voor de bestrijding van het terrorisme heb je al die toestellen ook helemaal niet nodig. 
Er moeten dus andere argumenten zijn om wel 35 van die toestellen te kopen. Dan denk ik aan de wapenlobby aan de ene kant en economische belangen aan de andere kant. Die twee komen ongetwijfeld ergens bij elkaar, waardoor het gezamenlijke belang nóg groter wordt. Dus, grote belangen gaan voor idealisme, principes en visie. De PvdA is hier van het levende bewijs. Immers, van de VVD heb ik hele andere verwachtingen.

Ik geloof niet meer in oorlog. Die tijd is voorbij. Oorlog is primitief en hoort niet meer in onze samenleving thuis. Oorlog moet bestreden woorden met andere middelen, dan vergelding met agressie. Zo intelligent en intellectueel schat ik de westerse wereld in. Misschien een te hoge inschatting, maar sorry, ik ben nog steeds ook idealist.  Nee, vrede is waaraan wij moeten werken. Dat die je niet met agressie. Voor vrede gebruik je andere instrumenten. Wat is het verdomd jammer, dat wij in deze tijd toch nog zo veel primitieve individuen in het westen hebben. En de optelsom daar van maakt ons democratisch stelsel. Dus moet ik niet alleen de VVD, maar ook de PvdA vergeven. Alleen wil ik wel even kwijt dat ik het anders zie, dat ik de overtuiging heb dat het anders kan en mordicus tegen die JSF ben en blijf. Elitair? So it be!




vrijdag 6 september 2013

Saai of niet saai

Het zal de leeftijd wel zijn. Met enige regelmaat hebben we het thuis over ouder worden en saai worden. Reina heeft het er wel eens over een intens leven als dat van Frida Kahlo te willen leiden. Heel intensief, maar ook destructief. Dat eerste spreekt mij aan, het tweede lijkt mij niet nodig.

Ja, we zitten wel eens voor de tv. Misschien wel redelijk veel. Er zijn best een hoop dingen die anderen ook doen. Gewone dingen en dan krijg je de discussie of je saai bent en niet meer van het leven moet plukken, voordat de dood ons uit dit paradijs weg rukt.
Maar wanneer ben je saai, of juist niet? Voor mijzelf zeg ik altijd dat als ik morgen dood neer val kan ik met enige tevredenheid terug kijken op mijn leven. Dan heb ik het goed gedaan. Nee, ik ervaar mijn leven niet als saai, wat niet weg neemt dat het een heleboel saaie momenten kent. Soms vraag ik mij af hoe het leven van Frida Kahlo was. Wanneer je de film ziet is haar leven een continuüm geweest van een bruisend bestaan. Maar, heeft zij ook niet vele saaie momenten gekend? Tja, niet boeiend voor de film, maar het roept bij mij wel de vraag op; hoe intens wil je leven? Hoe intens kán je leven?

Ondanks dat ik een man van structuren ben kan ik ze goed los laten. Ik zit er niet in gevangen. Houvast geeft die structuur mij wel en overzicht moet ik hebben, wanneer ik die structuur los laat. Maar een bruisend of een saai leven is niet alleen afhankelijk van structuur of geen structuur. Het gaat meer om inhoud, hoe je met dingen om gaat, en misschien wel het belangrijkste; hoe je de uitdaging aan durft te gaan.
Er zijn mensen met een bruisend (sociaal) leven. Ze gaan naar de sportvereniging, hebben vrienden, werken keihard en zijn van mening dat zij een boeiend leven hebben. Prima, maar voor mij is dat te vlak en te eentonig. En dat zit hem niet in het doen van de dingen, maar vooral de keten aan kortsluitingen in mijn hoofd. Wanneer ik lees, iets zie, of hoor roept dit bij mij bijna altijd associaties op. En daarbij heb ik een enorme drang met die associaties iets te doen. Daarbij laat ik mij ook niet belemmeren door de algemene meningen en opvattingen.
Enkele jaren geleden heb ik een modelspoorbaan gemaakt, voor in mijn kamer en specifiek voor de kerst. In de baan kon ik namelijk ook mijn kerstboom plaatsen. Een half ben ik bezig geweest en een jaar of drie heb ik hem met kerst van stal gehaald. Kerst werd voor mij een feestje. 

Ik doe dingen, omdat ik het zelf wil. Niet om te scoren. Nadat ik (ongetraind, rokend en met een hernia) naar Zwitserland ben gefietst las ik een groot artikel over iemand die naar Parijs was gepedaleerd. Het werd beschreven als een exceptionele actie, en ook nog voor het goede doel, namelijk een aan kanker overleden familielid.  Tja, dan denk ik wel eens; als je maar hard roept maak je jezelf interessant. Mijn tuin, door velen gewaardeerd. Ik zie het als mooi mee genomen, maar ik ben wel zo egocentrisch dat ik zelf van een mooie tuin wil genieten, en wil dat Reina er van geniet. Dat de combinatie van mijn handigheid en fantasie tot een mooi resultaat leidt is wat dat betreft een bijkomstigheid.
Misschien wel juist omdat ik het voor mijzelf doe, ben ik niet gebonden aan de algemene orde en opvattingen. Bijkomstigheid; het maakt mijn leven eigenlijk heel boeiend. Zo schilder ik, omdat ik het leuk vind en ik van mijn plaatjes geniet. Natuurlijk leuk wanneer anderen het waarderen, maar het is absoluut niet waar ik het voor doe, of bezig ben.
bron: groene.nl
Misschien zijn Reina en ik wel grote kinderen. Maar dat maakt ons leven wel boeiend en zeker niet saai. We zien dat ook terug in de politiek. Wij zijn niet kleurloos. Met passie en emotie (die we overigens beiden op onze eigen manier uiten) geven we kleur, soms letterlijk. Nadeel is dat het niet altijd in dank wordt aangenomen. Soms denk ik dat men niet, of onvoldoende, begrijpt hoe wij in elkaar zitten. We zitten daar met overgave, onze creativiteit, inventiviteit en vooral ons zelf. Dat stuit niet alleen op onbegrip, want wij moeten ook een dikke huid hebben. Een emmer stront is zo gegooid, en dat krijgen we nog wel eens over ons heen. En hoe je het wendt of keert, het maakt het leven niet bepaald saai. Wel vermoeiend. Dat is dan ook mijn grootste makke en misschien komt daar toch iets van het destructieve van Kahlo (maar ook Piaf en Ramses Shaffy) in terug.

Juist op die saaie momenten denk ik er vaak aan deze momenten nodig te hebben, om een boeiend leven te kunnen leiden. Voor mij zit dat ook in een groot stuk diversiteit. Ik heb niet genoeg aan werk, vrienden en de sportclub. Nee, ik wil schilderen, klooien in mijn tuin zodat ik mij in Frankrijk waan, op mijn snorscootertje rondscharrelen,  maar ook politieke ideeën handen en voeten geven, mijn huis mijn gevoel mee geven, reizen, mijmeren, bouwen, slopen, denken, doen, zuipen en nuchter blijven, als het even kan buiten zijn of minstens die verbinding aan gaan, het debat aan gaan, het debat uit de weg gaan, mooie foto's maken, uitleg geven, wijn maken (om mijn druiven niet weg te laten rotten), en ga zo maar door. Doen en onderzoeken. Mijn haar niet kammen.... Leven!
En dat gevoel heb ik. Het gevoel dat ik leef. Wanneer ik morgen overlijd, kan ik zeggen een goed goed, eerlijk en oprecht leven te hebben gehad dat morgen wil ik overigens nog een hele poos uitstellen. Het leven is niet saai. Het is een geweldige droom, in voor en tegenslag. Carpe Diem.........




zondag 1 september 2013

Palio

Palio

In de Italiaanse stad Sienna wordt twee maal per jaar een paardenrace gehouden op een groot, schelpvormig plein. Zo'n zeventien wijken strijden tegen elkaar , met vijftigduizend toeschouwers op het middenplein. Een grote happening, bekend als de Palio van Sienna. National Geografic heft hier onder andere een schitterende documentaire over gemaakt.

Een kenmerk van de Palio is dat de paarden zich door de bochten dringen om voorop te komen. Een kenmerk, wat ik dagelijks thuis beleef. Ondanks eerder gebrom liggen de hondjes weer rustig op de bank, in het voorste deel van de kamer. Wanneer ik op bepaalde tijden richting keuken loop spitsen zij de oren. Het toverwoord "eten" klinkt als en startschot. Nog niet uitgesproken en onze twee reuen sprinten naar buiten, elkaar zijwaarts verdringend. Hierbij moeten enkele bochten genomen worden, die beide dieren zo strak mogelijk willen nemen. Met ongekende snelheid en geluiden. Ja, dan denk ik aan de Palio en overvalt mij ook een bescheiden vakantie gevoel.

Waarom dat gespuis zo snel naar buiten rent, bij voorkeur naar achter in de tuin, is mij een groot raadsel. Immers, de bakjes voor het hondenvoer vul ik in de keuken. Afhankelijk van de tijd komen ze snel terug naar de keuken om als circushondjes op de achterpoten te gaan dansen. Ons oude teefje richt zich op, maar heeft inmiddels de steun van mijn been nodig. En vervolgens wordt in bijna een gelijk tempo het voer naar binnen geschrokt.
Mijn hondjes in de bocht vind ik wel leuk. Met die paarden bij de Palio heb ik toch wat meer moeite, maar goed die lopen ook niet geheel uit eigen vrije wil hun rondjes.

Boven woont overigens de kat. Een tengere grijs/witte poes. In het vorige huis leefde de dierengemeenschap nog gezamenlijk, maar na  de verhuizing verkoos mevrouw een leven op de eerste etage, en onder het dak., op zolder. Hier geen wedrennen, rond het eten. De poes doet mij wat dat betreft meer denken aan de stierengevechten. Wanneer zij het onooglijk
kleine speelgoedmuisje tegenkomt verandert de kat in een bulderende stier die bovenop zijn prooi duikt en capriolen maakt of zij haar belager kwijt wil. Nu bespringt een stier zelden zijn prooi en heeft onze kant geen bereider, maar mijn denken in metaforen schiet soms wat door.

Het is maar goed dat ik niet nog meer huisdieren heb.... Oeps, dat is niet helemaal war. In onze vijver zitten nog en aantal vissen. Ja, die zien we zeker als onder huisdieren. Kikkers, padden en salamanders niet, maar de vissen wel. Een aantal hebben zelfs een naam. In de ochtend komt de zwerm naar de vaste hoek gezwommen. Eerst wordt er dan "lekkers" gestrooid (vier zonder enige voedingswaarde) om vervolgens het voedzame (en velen malen duurdere) voer over de vijver te verspreiden. Vooral leuk, wanneer er korrels op de bladeren van waterlelie terecht komen. Met wilde bewegingen trachten de vissen de korrels van het blad in het water te krijgen. Meestal met succes.
 

Ja, de Palio is een geweldig spektakel en een oergezellig feest. Dagelijks geniet ik van de miniatuurversie bij mij thuis. Geweldig, dat wanneer je niet op vakantie gat, je de vakantie in huis kan halen.