woensdag 28 januari 2015

Op stal

Tja, daar sta ik dan. Droog, in een box, stro en haver in overvloede. Geen dier is zo verbonden met de mens, als wij. Eeuwen lang hebben wij voor ze gewerkt. Tegenwoordig zijn wij er voor het vermaak. De mens benut ons soort nog veel en op vele manieren. Ze hebben ons zelfs tot edel dier verheven. Wij hebben geen kop, maar hoofd, geen poten, maar benen.

Soms vraag ik mij af, waarom mens en paard zo verbonden zijn. Wij zijn sterke en trotse dieren. Toch leven we al generaties ten gerieve van de mens. Wij laten ons temmen en gebruiken. Alsof wij niet voor ons zelf kunnen zorgen. Dat kunnen wij over het algemeen heel goed. En lui zijn we zeker niet, want anders zouden wij ons niet door de mens laten gebruiken. En helaas, ook vaak genoeg misbruiken. Nu moet ik zeggen, de mens zorgt over het algemeen goed voor ons. Ik woon hier in de keurige stal. Nette boxen, een luik naar buiten. Binnen een breed pad. Tegen over elkaar liggen twee rijen boxen. We staan hier dan ook wel met een aantal jongens en meiden. Zomers loop ik veel buiten, in de winter vooral op stal. Ja, er is zelfs verwarming en er brandt altijd een lampje. Ik heb niets te klagen. Alhoewel... ik houd er nog steeds niet van wanneer zo een mens op mijn rug zit. En zeker niet, wanneer ik allerlei kunstjes moet doen. Vooral dat hoogspringen, daar heb ik het niet op. Dat vind ik waardeloos. En ook dat meppen, af en toe, dat zou verboden moeten worden.

Wat ik erg prettig vind, daarentegen, is geborsteld te worden. Mijn bazin doet dit regelmatig, maar er komen ook vaak jonge meisjes. Die behandelen mij als een Barbie XXX. Soms doen ze zelfs vlechtjes in mijn manen. Sowieso doen ze soms dingen met mij, dat ik denk; laat je eens nakijken. Dat doen de mensen overigens ook met zichzelf soms. In de winter komt hier altijd een kerel, nou, hoe hij er uit ziet... En hij gaat altijd met Simone op pad, onze schimmel. Die man heeft een jurk aan, een cape, plak baard en een idiote hoed. In zijn hand heeft ie ook nog een maffe stok. Hij komt nooit alleen. Er zijn altijd een of twee malloten bij hem. Zwart als roet en uitgedost in rare kleren met opvallende kleuren. Hij komt meestal wel een week of twee, bijna iedere dag. Dan is ie opeens weer weg, tot het begin van de volgende winter. Ach, als paard maak je wat mee.

Een keer per jaar is er een feestweek, in het dorp, waar ik sta. Dan moet ik rennen en zit Jolanda (mijn bazin) op mij. Gek aangekleed en zelf zit ik onder de vlechten. Met een stok probeert zij dan iets te pakken. Een andere dag, in die week, wordt ik voor een wagen gespannen. Dat valt vies tegen. Ik krijg vrijwel altijd last van mijn rug. Wanneer de wagen eenmaal rijdt valt het wel mee, maar optrekken... Hopeloos. Remmen soms ook, wanneer ik zelf stil moet gaan staan en de wagen niet geremd wordt.



Het liefst ga ik, na het ontbijt, de wei in. Vaak, wanneer het niet te warm is, krijg ik zelfs een deken over mijn rug. Verder mag ik dan grazen, wat lopen, wat liggen. Mijn gang gaan. Ik kijk wat om mij heen en klets wat met mijn stalgenoten, die ook in de wei staan. Sommige paarden krijgen dingen voor hun ogen. Een enkele keer ik ook. Dat is naar. Je ziet dan heel slecht en daardoor schrik ik juist. De mens doet dat juist, zodat ik minder schrik. Voor de wagen ook, dan krijg ik zwarte dingen bij mijn ogen. Ik vind dat dus echt niks. Drie keer niks! Ach, de mens denkt het paard te begrijpen, maar daar zitten ze wel eens flink mis mee. Ze doen hun best. Net zoals ik met regelmaat bezoek krijg van de pedicure. Hoefsmid, noemen de mensen het. Hij werkt mijn hoeven bij en vervolgens zet ie er metaal onder. Dat doet geen pijn, want mijn hoeven zijn als mensennagels, dan een flinke slag dikker. Wanneer het ijzer vers onder mijn poten (zelf heb ik het gewoon over poten, niet over benen) zit is het altijd even eng. Op een harde ondergrond kan het best glad zijn. Na een poosje worden ze wat stroever. Dat loopt prettiger. Zonder die ijzers slijten mijn hoeven heel snel. Niet wanneer ik op de manege blijf, maar wel als ik over straat loop. En ik loop regelmatig over straat. Dan gaat Jolanda een stuk met mij lopen. Over straat en door de bossen. Over het algemeen relaxed. Dan weer moet ik rennen. Jolanda denkt dat ik graag ren... Dat die ik dus niet graag. Misschien ben ik een lui paard.



Het paardenleven is geen verkeerd leven. Ook op stal is het gezellig. Met de meesten van ons kan ik het wel vinden. We zijn met meer vrouwen, dan mannen. Sorry, met meer merries dan hengsten, moet ik zeggen. D'r zit ook een knappe hengst bij. Misschien ben ik wel een beetje verliefd. Alleen, de hengsten mogen ons nooit dekken. Soms staat er een groot ding waar de hengst tegenaan moet beuken. Soms komt er een andere merrie en dan mag ie op de merrie. Ik ben ook twee keer gedekt. Best prettig. Beide keren heb ik een veulen gebaard. Even goudbruin, als ik. Een keer een hengst, de andere keer een merrie. Beiden zijn weer weg gehaald. Nou, ze waren er ook wel aan toe hoor. Lieve schatten, maar op een gegeven moment moet je op eigen poten staan. Daar ben ik vrij makkelijk in. In ieder geval zijn ze nog een hele tijd bij mij geweest. Soms kom ik ze nog wel eens tegen. Dat is wanneer ik naar een wedstrijd moet. Dan ga ik in een auto, of in een aanhanger. Die aanhanger is niet prettig trouwens. Dan zijn er heel veel paarden. Met Jolanda moet ik dan raar lopen. Hoe raarder ik loop, hoe beter vinden mensen het. Het is net dansen. Jolanda is een lange tijd bezig geweest mij dat te leren. Ik heb niet zo een dansgevoel. Uiteindelijk kon ik het blijkbaar en sindsdien gaan we geregeld naar wedstrijden. We winnen regelmatig wat, dus ik zal vast wel goed raar kunnen lopen. Ach, Jolanda heeft er veel lol in. Zelfs heb ik er niet zo veel mee, maar als mijn bazin blij is met mij, ben ik ook blij. Het leven van een paard is niet zo ingewikkeld. Toch hoor je verhalen over paarden, nou daar wil ik niet mee ruilen. Die hebben het zwaar. Die worden regelrecht mishandeld. Soms door geweld, dan weer door ondervoeding, slechte verzorging, of  abominabele huisvesting. Wat dat betreft heb ik het dus wel getroffen. Straks komen de meisjes weer... Toch? Ja, het is meisjesdag. Die gaan me dan weer heerlijk borstelen en kammen. En de hele tijd staan ze maar tegen mij aan te praten. Iets om kriegel van te worden. Ook mesten ze de box uit en geven ze zeer regelmatig snoepjes. Lekkere dingen. Ah, daar komen ze. Nou, dan moet ik maar stoppen.



Ach, ik heb mij nog helemaal niet voorgesteld. Ik ben Lady Gaga.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten