zondag 15 september 2013

de wijzers van de klok

Die lange wijzer staat helemaal boven. De kleine wijzer wijst naar het raam... Naar links is dat. Maar hoe laat is het nu eigenlijk? Ik pieker mij suf. Buiten is het donker. Ik moet het weten! Die grote, wat was dat ook alweer... O ja, dan heb je een heel uur. Ondertussen blijf ik naar de klok staren. De grote wijzer staat nu al op het volgende dikke streepje. Dan is het....nee, als allebei de wijzers bovenaan staan is het twaalf uur. Die kleine, ja die kleine geeft het uur aan. Dat eerste dikke streepje staat voor één uur. Ik strek mijn arm en wijs met mijn vinger naar het volgende dikke streepje. Twee. Ik ga door... Het is nu negen uur. Nee, later. De grote wijzer heeft haast en bevindt zich al bij het volgende streepje. Die van twee. Dan is het nu twee over negen. Of toch niet. Bij de grote wijzer moest je de streepjes toch anders tellen? Ja, de kleine streepjes doen dan ook mee... Ik tel opnieuw. Een, twee, drie... Hè hè, het is tien over negen. Ik ben er uit, maar ben er wel een poosje mee bezig geweest. Tien minuten weet ik. Dat klinkt niet goed. Ik ben toch een gezonde en vitale man? Ik heb geen Alzheimer. Toch heb ik soms dit soort problemen. Soms raak ik letterlijk de tel kwijt. Een hele tijd dacht ik dat ik een jaar ouder was, dan dat ik ben. Helemaal van overtuigt, alhoewel er allerlei "bewijzen" aan mijn ogen voorbij trokken die aangaven dat ik een jaar jonger ben. Toch kwam de boodschap niet door. Ja, totdat ik op de verjaardag van een vriend zijn geboortejaar hoorde. Daardoor ontdekte ik dat ik een jaar jonger moest zijn. En ondanks dat ik weet dat ik een jaar jonger ben geef ik telkens een jaar ouder, wanneer ik naar mijn leeftijd gevraagd word. Bizar is wel dat dit probleem zich jaarlijks voor doet, en mee verschuift met mijn verjaardagen. En die datum weet ik. Ja ik weet dat ik op zaterdagmiddag geboren ben. Om tien voor half één 's middags... Of was het nou tien over half één?

Met namen ben ik ook hopeloos. Maar daar heb ik wel trucjes voor. Ik geef mensen bijnamen. Gerelateerd aan uiterlijke kenmerken, gedrag of uitspraken. Probleem is dat ik mensen te  vaak aan spreek met hun nick-name, wat veelal niet gewaardeerd wordt. Zelfs niet wanneer ze leuk zijn, ach, en soms lul ik mij er uit. Laatst had ik een gesprek met de burgermeester. Was even zijn naam kwijt en sprak hem aan met "jongeman". Dat doet het altijd goed. Ja, met namen kom ik er wel uit. Cijfers... Nee, tijd, dan is het lastig.
Er wordt gezegd dat hersengymnastiek goed is om je geheugen op peil te houden. Nou, ik kan mij alles herinneren. De meeste antwoorden weet ik wel en het leggen van logische verbindingen is appeltje-eitje. Is er een naam voor mijn gebrek? Tegenwoordig hebben ze overal een naam voor. Namen en tijd....meer niet.

Korsakov... Zal dat het zijn? Ik zit te denken aan wat ik gisteren deed. Nee, ik lig. Dit heet liggen. Dom van me. Ik lig dus te denken aan wat ik gisteren deed.  Wat was het ook alweer voor een dag? Maandag... Nee. Geen weekend... O ja woensdag. Nou weet ik het weer. Woensdag. Dat is makkelijk te onthouden. Op woensdag werk ik. Dan ga ik sporten. Na het eten nog even biljarten. Zo gaat de woensdag al dertig jaar. Duidelijk. Bijna iedere dag heb ik zo mijn vaste dingen.

Ik ben moe. De kleine wijzer staat nu op de.... ja, op de elf. Zie je wel, ik weet het heus hoor. Elf uur en nog wat. Hoe zat het ook al weer met die lange wijzer? Een, twee.. O nee, nu moet ik de kleine streepjes tellen.... 23, 24, 25, dat duurt me te lang. Ik val in slaap. Eigenlijk kan ik beter schaapjes tellen.
Volgens mij komt er zo iets leuks op de televisie. Een film, heb ik gelezen. Als de klok de uren slaat. Dan begint de film. Gelukkig voel ik mij fit. Ik zal maar eens kijken op welk net de film is. Hè.... Hij staat niet in de gids. Donderdag, ja vandaag is het donderdag... Ach, u zie ik het, ik kijk bij woensdag, maar het is helemaal geen woensdag. Tjonge, wat is het leven soms ingewikkeld. Gelukkig leef ik alleen. Dan hoef je met niemand rekening te houden. Ik heb wel een hond. Heb ik Pimmetje al uitgelaten? Het beestje ligt vredig te slapen. Ik ga straks wel. Pimmetje slaapt al een poosje. Ik weet niet hoelang. Een poosje. Het is een rustig hondje. Hè, Pimmetje? Vreemd, Pimmetje voelt wat koud. Misschien is ie ziek, want hij ruikt ook een beetje. Een zieke moet je laten liggen. Ik kan Pimmetje morgen ook uit laten. Ik zet de televisie aan, want de film begint zo. O ja, even kijken welke film het is. Nee, Korsakov kan ik niet eens hebben. Ik drink namelijk geen alcohol. Melk, fris en soms een wijntje, maar aan alcohol doe ik niet. Eigenlijk leef ik heel sober. Dat bevalt me wel. Gatver, het lijkt wel of mijn hondje de hele tijd scheten laat; hij blijft maar stinken.  Hij zal wel dromen. Laat maar slapen. Ik ga ook zo naar bed. Als het vandaag woensdag is, ben ik morgen vrij. Vrijdag ga ik weer werken. Kijk, de wijzers staan bovenop elkaar. Nu kan ik niet zien hoe laat het is. Ze staan tussen de twee en de drie, of is het tussen de tien en vijftien? 
De film heb ik gemist. Of had ik niet het goede net? Er zijn ook zo veel zenders op die beeldbuis. Ik zie allemaal vrouwen... En telefoonnummers. Ach, ik ben morgen toch vrij. Of, nee... het is geen woensdag, het is donderdag. Nou, ik meld wel dat ik niet kan werken.

Met regelmaat kijk ik naar de wijzers. Leuk, zoals zij zich verplaatsen. Nou, nu hoef ik Pimmetje helemaal niet meer uit te laten. Het is al veel te laat. Ik zou me wel even willen uitrekken. Zelfs dat doet Pimmetje niet. Oude luie hond. Ik ziek de afstandsbediening. Kan hem niet vinden. Dan loop ik mar naar de tv... Waar zitten de knopjes? Oh, daar ligt de afstandsbediening. Uit die tv... Ach, nu gaat de radio aan. Die afstandsbediening maar eens proberen? Ja, kijk, een andere zender. Leuk, dieren. Met welk apparaat moest de radio ook alweer uit? 
Ik loop naar de kast. Ik pak een glas. Is niet echt schoon. Nou ja, het is mijn eigen vuil. Melk, ik wil melk. Ik dacht altijd dat melk zoeter was. Is dit geen karnemelk? Nee, er staat melk op. Ik neem nog een slokje. Krokodillen. Ja, op tv. Lekker, morgen is het weekend. Sigaretje. Ik ga zo maar eens naar bed. Pimmetje is zelfs te lui om te eten. Ik kijk naar de wijzers. Die grote staat bijna bovenaan. De kleine wijst naar het raam. Hoe zat dat ook alweer? Buiten is het licht. Even nadenken.... Ik staar naar de klok.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten