donderdag 31 augustus 2017

Taxi

Ergens. Een moderne metropool. Het motregent. Het asfalt glinstert onder een dunne laag regendruppels. De temperatuur is aangenaam, enigszins zwoel. Mensen spieden zich,maan het eind van de werkdag, huiswaarts. Misschien wel naar de kroeg, theater of restaurant. Wellicht op weg naar de geheime relatie. Ik bevind mij aan een brede boulevard. Mijn overhemd voelt wat klam, mijn haar is nat. Eigenlijk ken ik deze stad niet. Waarheen ik wil... Ik weet het eigenlijk niet. De boulevard is breed en druk, bepaald niet sfeervol, echter wel heel stads. Al twijfelend herinner ik mij de naam van een restaurant. Naar het schijnt gezellig en van redelijke kwaliteit. Nog voor het besluit echt genomen te hebben steek ik dromerig mijn hand op.



Een knalgele taxi stopt naast mij, niet zonder dat het opspattend water mijn broekspijp doorweekt. In veel metropools zijn taxi's geel. Of ze hebben geel. Ik stap in, op de achterbank.

Er gebeurt niets. Ik zit, de taxi staat, de chauffeur kijkt in het binnen spiegeltje. Niet naar mij, maar naar zichzelf. Ik zie de weerspiegeling van zijn neus. Een grote gok. Met een vingernagel krabt hij over de huidlaag. Vervolgens buigt hij zijn vingers, zodat zijn nagels de vorm van een pincet krijgen, waarmee hij een puist uitdrukt. Een dikke streep wit vet komt als een worm uit het vlees naar buiten. Nadat hij zijn vingers aan een mouw heeft schoon geveegd draait hij zich om.

"Hallo meneertje, waar gaat de reis naar toe?"

Ik geef hem de naam van het restaurant.

"AH, ja dat ken ik wel meneertje, ik zal u er naar toe rijden. Geen probleem meneertje."

"Dat is goed."

"Aangenaam, ik heet Mehmed... Ik rijd u naar restaurant."

Ik knik en via het spiegeltje kijkt hij mij met een brede glimlach aan. Terwijl ik even verzit zie ik kortstondig zijn breed grijnzende gebit. Glimmend, maar gelijk een kerkhof, als oude scheve, half vergane grafzuilen. Dan weer de blik op de twinkelende ogen. Alles glimt en twinkelt, lijkt wel, net als buiten in de druilerige stad.

"U bent vreemd in deze stad, meneertje? Voor werk, of vakantie?"

"Nee, ik moest even iemand opzoeken..."

De taxi chauffeur knikt uitbundig. Ondertussen staan we nog steeds stil. Voorzichtig probeer ik een blik op de taximeter te krijgen. Het apparaat staat nog niet aan.

"U rechtstreeks naar restaurant, of ik u mooie stad laten zien?"

"Gaat u maar rechtstreeks."

"Geen probleem meneertje. U kent de stad al, meneertje?"

"Ja, ik ben hier al vaker geweest."

Ik merk dat een lichte irritatie zich van mij meester maakt. Laat die man het gaspedaal in trappen. Haast heb ik niet, maar dit schiet ook niet echt op.

"U getrouwd?"

"Nee."

"Ik wel. Heb vrouw en vijf kinderen. Wij wonen sinds paar jaar hier in de stad. Hard werken, om veel monden te voeden. Leven in stad is ook erg duur, meneertje."

"Ja, dat geloof ik," komt wat ongeïnteresseerd uit mijn mond.

Een passerende vrachtwagen spoelt een plens water uit een plas over de taxi. Even is vrijwel al het zicht ontnomen. Dan draait Mehmed zich weer naar mij,

"Het regent veel hier in de stad. Maar het kan ook mooi en warm zijn. Waar ik vandaan kom héél veel mooi weer!"

"Ach, en waar komt u vandaan?"

Mijn vraag klonk overtuigend, in gedachten wilde ik echter een hele andere reactie geven.

"O, ik kom uit ander land. Wij leefden in woestijn, in bergen. Familie woont allemaal nog in dorp. Het leven is daar arm, meneertje."

"Kunt u zo vriendelijk zijn, mij naar het restaurant te brengen?"

Snel draait Mehmed zich terug en spreekt weer via de spiegel tot mij,

"Ja, sorry meneertje. Ik dacht, u heeft geen haast. Ik ga u brengen."

Dan draait hij het contactslot om. Het was mij niet opgevallen dat de motor niet meer draaide. Gesputter en gepruttel. De motor raakt niet aan de praat. Wel verschijnt die grijnzende kop weer in het spiegeltje.

"Sorry, komt wel goed meneertje. Is de regen..."

Poging twee..., drie..., vier... Pas bij de zesde poging lijkt de motor zichzelf draaiende te houden, waarop de chauffeur met zijn volle gewicht op het gaspedaal lijkt te drukken.  De auto staat gewoon stil. Nog even laat hij de motor lopen. Krakend zet Mehmed hem in de versnelling en met een klap schiet de auto naar voren. Tegen de verwachting in blijft de taxi rijden. De motor slaat niet af en met teveel gas en lawaai gaat de taxi op in de grote verkeersstroom. Even maar. Bij de eerste kruising slaat hij rechtsaf een rustige, gezellig ogende straat. Amper twee honderd meter stopt Mehmed de taxi. Ik kijk hem, natuurlijk via het spiegeltje, verbaast aan.

"U restaurant hier, meneertje," en hij wijst naar de overkant van de straat. Lopend had ik er misschien vijf minuten over gedaan. In ieder geval sneller, dan nu met de taxi. Ik kijk op de taximeter. Staat nog steeds uit. Ik vraag naar de prijs en Mehmed noemt een bedrag. Nauwelijks te beseffen zo laag. Ik pak mijn geld en geef hem een fooi, twintig keer hoger dan de rit kost.

"Dank u, dank u wel meneertje."

Ik stap uit. De taxi verdwijnt in de drukte van de straat. Ik heb eigenlijk helemaal geen trek meer. Ik steek mijn hand op, voor een taxi,... Dan bedenk ik mij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten