maandag 2 februari 2015

In den vreemde: winter (28)

Terwijl op 1 februari (in Nederland pas eind juli, begin augustus) de krekel al van zich laat horen is ook hier winter. Vijf koude dagen, waarvan drie met nachtvorst, wat al wat echt aan een winter doet denken. Hier is de winter anders. Er valt veel regen. En wanneer er regen valt onweert het bijna ook altijd. Is er in Nederland af en toe onweer, in een jaar, hier dondert het er flink op los. Soms bescheiden. Een flits en zacht geroffel. Dan weer ruig en ongetemd. De hemel licht op, vele malen achtereen. Met het lichten gepaard gaat een stevige roffel en harde donderslagen. Zo hard, dat de ramen in de vensters schudden. Of een vliegtuig vlak boven je hoofd de geluidsbarrière doorbreekt. Het kan even zijn, maar ook een avond en een nacht duren.

In mijn leven heb ik al heel wat onweer mee gemaakt. Hier is het een waar spektakel en staat het bijna synoniem met een forse regenbui. Er is nog iets anders, dan in het vlakke Holland. Een flinke donderslag kan gedurende langere tijd na roffelen. De slag is bij je om de hoek en als een slagwerk orkest rolt de donder zich uit over grote afstand. Je hoort de donder haar weg volgen, meestal over zee, of richting zee. Ook wordt de onweer nogal eens versterkt doordat na zo lichtflits en donderslag abrupt de elektra voorziening stagneert. Inmiddels schrikken ook de dieren er niet meer van en is er altijd een kaars aan het branden, opdat je niet geheel in het donker vertoeft. Vanaf oktober begint het echte gedonder. Letterlijk. En dan wordt het snel winter, een soort regentijd.



Het dorp sterft ook uit. Eerst langzaam, daarna wordt het duidelijk. Terrassen sluiten, gevolgd door steeds meer horeca gelegenheden en winkels. Wanneer ik op de waranda zit rijdt het verkeer af en aan. Tot laat op de avond. Maar ga je het dorp in overvalt de stilte je. Zelfs gelegenheden die geopend zijn tonen zich gesloten. Op enkele gelegenheden na zit je alleen. Lege stoelen, ongebruikte tafels. Aan de randen de opgestapelde terrasstoelen. Maar, er is altijd wel iets geopend. Weinig buitenlanders die je ziet. Zij die wel een buitenlandse indruk wekken zijn veelal de expats, die zich soms van hun compound verlaten. Nee, de autochtone bevolking heeft nu bezit genomen van het dorp en haar terrassen. Het is immers winter.

Ik vraag me wel eens af: waar blijft iedereen. Mensen die je zomers dag in dag uit ziet en tegenkomt lijken nu van de aardbodem verdwenen. Een vreemde gewaarwording. Ze zijn er gewoon niet. Van een expat weet je dat de kans groot is dat zij naar hun thuisland zijn. De autochtone bevolking lost in het niks op, tot ze er opeens weer zijn, in maart, of april. In oktober wordt de winter ingeluid en in april ontwaakt alles. In maart begint het voorseizoen en verschijnen de terrassen weer. De meeste zijn vertrouwd, een enkeling zie je niet meer terug en er verschijnen altijd weer nieuwe verrassingen. In de winter zie je mensen bouwen en verbouwen. Winkels veranderen, lege pandjes worden weer in gebruik genomen en winkeltjes veranderen weer in lege panden. De winter wordt gebruikt zich voor te bereiden op het nieuwe seizoen.



In de winter valt opeens op hoeveel flora haar bladerdek heeft laten vallen. Omdat er zo veel groen blijft lijkt er geen sprake van herfst. Misschien is ie er ook niet. De kaalslag gebeurt langzaam, en na een nachtvorst is het er. De banaan bleef groen tot de eerste nachtvorst en sindsdien wapperen de uit elkaar gereten bruine bladeren in het zachte briesje. En terwijl de laatste bladeren neder dwarrelen staan de tuinbonen al pontificaal te schitteren en vertonen zij de eerste bloei. Seizoenen lopen hier door elkaar en de winter is een Kakofonie van tegenstellingen. Overdag badend in het zweet zonnen, om in de middag de kachel hoog op te stoken. Of dagen somberheid en geen warm water. Douchen moet je plannen.

In Nederland is de winter de winter. Ook al is ie zacht, je weet dat het winter is. Hier lijkt de winter wel een periode van algehele schizofrenie. Tegenstellingen, verwarring en tegenstrijdigheden. Dat is de winter. Een herfst en voorjaar ontbreken dan ook zichtbaar. Onzichtbaar zijn deze seizoenen aanwezig. Ze zijn er. Nu kan je zeggen; we hebben nog een maand winter. Daarna worden de zwembaden weer gevuld, korte broeken uit de kast gehaald en gaat de kachel uit....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten