maandag 2 maart 2015

Bram

Ja, ik weet niet, maar volgens mij wonen die mensen hier nog niet zo lang. Blèr. Maar goed, het is goed toeven. Goed gras, mooi hok. Hout met voor de ingang een vrij lange overkapping. Goed voor de schaduw, maar ook als het regent kunnen we schuilen. Ja, we. Blèr. Er is ook nog een schaap en sinds kort een ezel. Leuke meid, die ezel. Het schaap is wat meer in zichzelf. Niet onaardig hoor, maar gaat een beetje d'r eigen gang. Blèr. We hebben een aardige wei, met een hek d'r omheen. Maar goed ook, want d'r lopen twee van die witte keffertjes rond. Die hebben altijd een grote bek. Die iele zegt dat hij van de baas zelf is. Blèr. Die krullebol is meer een meeloper, maar schijnt wel de pa van die iele te zijn. Ik denk dat als het hek er niet omheen stond, die gasten ons behoorlijk kunnen treiteren. Ook loopt d'r nog aan kat. Een grijze. Oud wijffie. Totaal niet bang voor ons en loopt rustig tussen ons door. Soms gaat ze languit in ons hooi liggen. Nee, die doet echt geen vlieg kwaad. Blèr. Verder zijn er nog kippen. Een stuk of wat. Die staan meer aan de andere kant van het huis. Ook achter een hek. Zeker ook voor die blafkezen. We kunnen elkaar goed zien, al zit er best nog een stuk land tussen. Daar staan allemaal fruitbomen. Allemaal verschillend. Tussen het huis en de stenen schuur hebben die mensen water gemaakt. Daar springen ze in. Lijkt me ook wel lekker met die warme dagen. Maar goed, dat mens, die man, de baas, heeft voor ons een soort douche gemaakt. Lekker hoor, ik ga d'r wel es effe onder staan. Schaap doet nooit, de ezel wel. Dat schaap is zo stom als een ezel. Blèr.

De mensen noemen mij Bram. Stom, want ik ben een vrouwtje. Ik denk dat ze mij voor mijn melk hebben. Vrij kort nadat mijn kinderen weggehaald werden kwam ik hier. En iedere dag zitten ze aan mijn uiers. Als die vrouw dat doet, is dat best opwindend. Ik weet niet, maar die pakt mijn tepels op een manier die gewoon wel lekker is. Die man, dat is meer een kluns. Het lukt hem ook lang niet altijd mijn melk er uit te wringen. Soms pest ik hem ook lekker. Dan schop ik de emmer om. Blèr. Wat ze met die melk doen weet ik niet. Hij is trouwens verder wel aardig. Hij zorgt goed voor ons hok, het hooi, eten en water. Hij geeft ons ook vrij veel aandacht. Staat soms met ons te knuffelen. Ja, een voor een hoor. Blèr. Volgens mij is die vent een mietje. Maar hij werkt wel hard en zorgt echt perfect voor ons.

Het schaap hebben ze ook een naam gegeven; Bep. En de ezel heet Beethoven. Dat zegt me niks dus, maar het is wel een lange naam. Beethoven heeft het goed, want hij vertelde me eens dat de meeste ezels hier hard moeten werken. Beethoven kan het rustig aan doen. Soms komt er een jonge vrouw. Zij gaat af en toe met Beethoven lopen. Ik heb de baas een keer horen zeggen dat ze Beethoven voor die jonge vrouw hebben aangeschaft en zij heeft die naam verzonnen. Blèr. Als de mensen bij het water zijn (ze zijn dan bijna helemaal bloot) praten ze over van alles. Ja, en zo hoor je nog es wat. Die stenen schuur is trouwens net klaar. Daar hebben ze hard aan gewerkt en dat is me een mooi huisje geworden. Chapeau! Blèr. Als er andere mensen zijn, dan de baas en bazin, worden die in dat hok gezet. 's Nachts alleen hoor. Nou, soms zijn overdag ook in dat hok. Die vreemde mensen doen nooit wat. Ze hangen veel bij dat water, of zijn weg. Dat water noemen ze een zwembad... Zal wel. Ja, het is wel gezellig hier. Goed toeven. Mij hebben ze dus alleen voor de melk. Ik heb horen zeggen dat ze er geitenkaas van proberen te maken. Volgens mij is het alleen nooit gelukt. Van Bep heb ik gehoord dat ze haar hebben vanwege de wol. Bep wordt twee keer per jaar geschoren. Daar komt iemand voor langs. Dat doen onze baas en bazin niet zelf. Maar waarom ze Beethoven hebben... Geen flauw benul. Blèr. Trouwens ik snap dat ook niet van die honden. Wat hebben die nou voor nut? Toch geen enkele? Het zijn alleen maar schijters en herrieschoppers. Die kat, okay, die moet de muizen wegjagen. De kippen geven eieren aan de mensen, maar wat ze met Beethoven moeten. Ze laten hem niet eens werken. En dat beest kan een hoop herrie maken. Oordoppen. Trouwens over oordoppen gesproken. Even verderop staat een toren. Bovenop een blauwe punt. Ik weet niet hoe vaak per dag staat er een vanaf te schreeuwen. Een hoop kabaal, maar tjonge wat is dat geluid slecht. Pijn aan je oren gewoon. Hopeloos. Het kraakt en er zit een hoge piep in, dat je bijna niet hoort wat de stem zegt. Niet erg hoor, want ik versta hem toch niet. Ik zou niet weten waarom die man van de toren blaast. Soms hoor ik ook een vrouw. Die stem komt uit palen. Daar staan er meer van in het dorp. Ze praat heel netjes en vertelt de mensen allemaal dingen over het dorp. Wel grappig, want je hoort haar een paar keer vlak achter elkaar. De ene paal is sneller dan de andere. Blèr.



Soms mag ik op stap, zal ik maar zeggen. Meestal word ik dan aan een lang touw gezet, dat ze met een stuk ijzer in de grond pluggen. Dan heb ik een stukje vers gras. Ja, die mensen hebben een hoop gras hoor. Meer dan het stuk waar wij staan. En als ik dan aan het touw mag, mag Bep vaak ook. Een enkele keer mag ik zelfs zonder touw. Ja, ik heb het veel te goed hier, dus ik kijk wel uit om weg te lopen. Blèr. Bep ziet dat geloof ik anders. Alhoewel. Ik weet eigenlijk niet waarom ze niet zonder touw buiten ons veldje mag. Nou, misschien toch wel. Als we buiten zijn kunnen die keffertjes bij ons. Ik reageer er niet meer op. Ze gaan hun gang maar. Bep daarentegen blijft maar reageren. Het lijkt wel of ze bang voor die gassies is. Wanneer die witte honden op haar af rennen wil ze alle kanten opschieten. Ik heb wel eens gehoord dat een kudde schapen, verderop, ook bij elkaar gehouden wordt door honden. Wij geiten blijven vanzelf wel bij elkaar in de buurt. Ach, zo is ieder dier weer anders, blèr.

Mijn leventje is wel goed hier. Ik kan het met iedereen goed vinden. Mijn natje en mijn droogje wordt uitstekend verzorgd, dus wat wil nog meer? Ja... Dat weet ik wel hoor. Een lekkere bok! Ik hou wel van een goeie bokkensprong. En weer opnieuw jonge geitjes krijgen. Nu hoorde ik laatst dat de baas het er over had voor mij een goeie bok te laten komen. Nou, laat maar komen hoor, blèr blèr.

Een poos geleden hoorde ik een raar verhaal, dat mensen voor bok spelen. Die zijn gestoord! Laten ze het met hun eigen soort doen! Nee, ik wacht lekker op mijn bok. Het idee al... Blèr, blèr, blèr, blèr, blèr....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten