dinsdag 24 maart 2015

Kuiken Gerard

Een week of zes ben ik nu. Mijn naam is Gerad. Ja, debiel hoor. Die mensen hebben mij Gerard genoemd, terwijl ik een kip ben, geen haan. Ik heb een zusje, Sproet en twee broertjes; Willem en Reinout. We zijn veel dicht bij elkaar, met z'n viertjes. Nu helemaal. Onze moeder, Uli, heeft eergisteren weer een ei gelegd. Daarmee is onze opvoeding klaar. Zo ziet ze dat en zo gaat dat in de kippenwereld. Tot eergisteren liet ze ons vrijwel nooit in de steek. We waren altijd samen, op die keer, drie dagen geleden. We liepen lekker door het veld tot er opeens een grote hond aan kwam. Een vrolijk ding, maar erg speels en zeer groot. Een jonge Golden Retriever. Mamma gaf een noodkreet. We waren best ver van onze ren. Mams spurtte naar de ren. Ik was de enige, die kon volgen. De andere drie niet en hielden zich heel stil tot ze door hadden dat ze veilig terug konden. Stomme Sproet kon de ingang niet vinden, maar die meneer hier hielp haar. Dan kwam Reinout en met z'n viertjes zaten we in het hok. Mams zat te kakelen en deed heel onrustig. Waar was Wilma? De meneer en mevrouw gingen het veld in. En ja hoor, na een poosje was ook Wilma weer terug. Gelijk was er ook weer rust in de tent. Dat was voor het eerst dat mamma ons aan ons lot over liet.

Wel, de dag er na legde ze dus een ei. Een hoop gekakel. We begrepen er niks van. De meneer eerst ook niet, tot hij met een ei kwam, het in het hok legde, en mamma haar ei kwijt kon.

Sindsdien gaat ze vooral haar eigen gang. 's Ochtends vliegt ze de ren uit. Wij kunnen dat nog niet. Wanneer de meneer komt (die zien we in de ochtend altijd eerder dan de mevrouw) doet hij het luikje van de ren open. Meestal komt mams dan weer even terug. Snel daarna vertrekt ze weer. Ze geeft aan dat ze alleen gaat. Wij moeten in de ren blijven. Soms geeft ze aan dat we met haar mee mogen. Dan gaan we niet meer zo ver als eerst. Die hond is er soms opeens weer, en dan moeten we weer snel naar binnen kunnen.

Als mams op pad is zitten we meestal bij elkaar. Alleen Reinout zit alleen op een tak, aan de andere kant van het hok. Niet altijd hoor, maar Reinout is wat eigenzinnig. Zelf ben ik dat ook. Ondanks dat ik een kip ben, ben ik haantje de voorste van ons. Ik ben vrij avontuurlijk ingesteld. Reinout is de meest afhankelijke en voorzichtige van het stel. Met elkaar kunnen we het uitstekend vinden. Gelukkig komen meneer en mevrouw regelmatig naar ons toe. Dat geeft vertrouwen en dan durven we wat makkelijker te scharrelen. Maar vooral geven meneer en mevrouw ons eten. In de ochtend een bakje met allemaal verschillende dingen. Ook iedere dag weer anders. Later krijgen we kaas. Daar zijn we dol op, maar tegenwoordig probeert mams alle kaas zelf te pikken. Dat lukt gelukkig niet. Lekker puh.

Wanneer we met mamma aan de wandel gaan, gaan we ook steeds meer onze eigen gang en verder van mamma af. Als er onraad is geeft ze een seintje en zien wij het al, dan schieten we naar de ren. Ik moet zeggen, ondanks dat het best eng is, voel ik mij eigenlijk al een beetje volwassen. En mijn zusje en broertjes ook.

Een enkele keer maakt mamma het wel heel erg dol. Zoals net. Wij waren in de ren, omdat het een beetje regende. Komt zij binnen en jaagt ze ons weg... De laatste dagen eet ze ook opeens heel veel. Misschien wel voor haar eieren, maar om ons daarvoor de regen in te jagen... Dat gaat wel erg ver hoor. Dus nu lopen we maar wat te scharrelen op het veld. Tja, wat moet je anders?



Ik ben benieuwd hoe het verder gaat. Ik vraag me af of de meneer en mevrouw straks wel twee hanen willen houden. Aan de overkant zijn een hoop hanen. Die vliegen elkaar constant in de haren. Sproet en ik mogen vast wel blijven. Wij gaan, als we echt groot zijn ook eieren leggen. Dat vinden de mensen leuk. En misschien krijgen Sproet en ik ook kuikens. Dan krijgen de mensen nóg meer eieren. In ieder geval zorgen de meneer en mevrouw wel goed voor ons. Dat staat buiten kijf. Ik heb ook gehoord dat we over een poosje gaan verhuizen. De meneer (mevrouw ook) wil dan een nog mooier hok voor ons maken, en ook een grotere ren. Met legbakken, waar we onze eieren in kunnen leggen.

Wanneer we op stok gaan ligt er ook iedere dag wat lekker voer in het hok. Een soort snoepje voor ons. Lekker voor het slapen gaan. Dan kruipen we bij mamma in het zaagsel. Er ligt een dikke laag zaagsel in het hok. Lekker zacht en ook heel warm. Ik vind het heerlijk vroeg op stok te gaan. Uitslapen doen wij, kippen, eigenlijk nooit. Dan hebben we de drang naar buiten te gaan. En net als mams vliegen we straks ook de ren 's ochtends uit. Lekker in de grond wroeten en wormen zoeken. Van die lekkere, dikke, vette, wormen. Ik krijg er water van in mijn snavel, als ik daar aan denk. En op het veld zijn een hoop wormen. Ik hoop straks dat er een nieuw veld us en dat daar dan ook veel wormen zitten. Ja, zo slecht is het keven van een kip niet. En zo langzamerhand begin ik al een echte kip te worden. Een mooie donkere kip. Zullen mijn eieren dan wit of bruin worden? Spannend... Wit lijkt me wel mooi. Maar dat is pas voor later.. Nu ben ik geen kuiken meer, nu ben ik een kriel. Bij mensen heet dat puber. Nog een paar maanden, dan ben ik echt een kip. Kriel blijf je best lang, kuiken zijn is zo voorbij. Als kriel ga je het echte leven leren. Lang niet altijd gemakkelijk hoor, maar, ik heb er zin in!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten