zaterdag 28 maart 2015

Van de vos Reinaert

Reinaert de Vos, wie kent hem niet. Wel, met trots mag ik zeggen dat ik een nazaat van Reinaert ben. Absoluut, Reinaert is een legende, maar mijn voorouder heeft ook echt bestaan. Bovendien geeft het verhaal over hem een goed beeld van ons vossen. Wij zijn immers sluwe dieren. Sluw, als het om eten gaat. Alhoewel, verder zijn we ook niet echt dom. De meeste vossen zijn zelfs zeer intelligent. Intelligenter dan honden en wolven. In de verte zijn we immers familie van de honden en wolven. Misschien is het grootste verschil wel dat zij roedeldieren zijn en de vos juist vrij solistisch. Honden en wolven kunnen dus ook een stuk dommer zijn, ze volgens immers hun leider. En leiders, dat hebben we inmiddels wel van de mensen geleerd, kunnen gewoon heel dom zijn. Als ze maar een grote bek hebben.

Ik woon in de duinen. De Waterleiding duinen, wel te verstaan. Ik leef tussen Vogelenzang en IJmuiden. Dat is een groot leefgebied, maar daarbij moet ik vermelden dat dit alles meer is dan mijn leefgebied. Namelijk, door het jaar heen leef ik in de verschillende gebieden. Ondanks dat een vos zijn eigen leefgebied er op na houdt, is een vos zo slim om een paar keer per jaar te verkassen. Zo hebben we verscheidene gebieden. We, want ondanks dat wij de meeste tijd in ons eentje zijn, delen we wel wat leefgebieden betreft. En wisselen we dus af.

Ik moet zeggen, dat ecoduct bij Zandvoort is een hele vooruitgang. Ik heb toch wel een paar vossen verloren, bij het oversteken van die weg. Nu hoeven we daar niet meer bang te zijn om over te steken. Op andere plekken moet je juist nog wel opletten. Zoals die dubbele weg, richting IJmuiden. Zelfs in de berm ben je daar soms niet veilig. Ik ben een oom verloren. Hij zat verscholen in de berm, een paar meter van de weg. Schuift er opeens een auto over hem heen. Een puinhoop, auto op zijn kant, oom dood. Gelukkig zijn dat de enige twee wegen waar we extra alert moeten zijn. Nu dus nog maar eentje.



Goed, ik verkas dus regelmatig. Eigenlijk per jaargetijde. In de winter zit ik wat meer in het noorden. Daar kan ik makkelijk het dorp in. O ja, ik kom ook gewoon in het dorp hoor. En heel soms lukt het mij om een kippetje te vinden, te vangen, op te peuzelen. Een echte lekkernij. Maar, vroeger (heb ik van horen vertellen) waren er veel meer kippen in de dorpen. Ach, vroeger, dat is voorbij. Nee, een kippetje is een traktatie, naast alle andere traktaties die je in de dorpen aan kan treffen. Wat het allemaal voor spul is weet ik ook niet. Veel is zoet. Ook soms zout en een enkele keer veel te zout. En vet. Ja, vet vind je ook overal. Dat is goed, zeker in de winter. En het meeste ligt voor het oprapen. Mensen zijn zo slordig. Ik kan daar hopeloos van genieten. Heerlijk.

In de duinen heb ik zo mijn contacten. Met andere vossen natuurlijk. We zijn dan geen roedeldieren, elkaar opzoeken is toch heel iets anders. Daarnaast wil ik de vrouwtjes ook wel eens een goede beurt geven. Met de kleintjes heb ik niet zo veel. Toch help ik de eerste tijd wel. Niet te lang en zeker niet teveel. Gelukkig zijn vossen niet echt monogaam. Nee, dat zeg ik verkeerd. Per jaar zijn we redelijk monogaam. Toch heb ik meestal ieder jaar wel een ander vrouwtje. Immers, verandering van spijs doet eten. En dat is waar wij, vossen, van houden. Verder heb ik niet echt contact met konijnen. Wanneer ik contact met een konijn heb, is dat om het dier te verschalken. Net als vogels. En, don't forget de eieren. Voor een goed ei mag je mij wakker maken. De pest is dat ik ze altijd zelf te pakken moet zien te krijgen. Lijkt een makkie, maar soms een reuze opgave.

Nee, mijn contacten zijn met de grotere dieren: reeën, herten, paarden en een soort koe. Die laatste zijn toch een stelletje domme grazers...

" Ha, Vossie, dat hoorde ik mooi effe. Helemaal gelijk rooie. Die koeien die ze hier laten grazen zijn volgens mij allemaal een beetje simpel."

" Ach, als we daar ons reeën madame niet hebben."

" Helemaal raak rooie. Ook lekker aan de wandel? En, net als altijd, hardop aan het mijmeren?"

" Ach Truus, soms heb ik lekker aanspraak aan mezelf. Ben jij alleen, of loopt jou groepje in de buurt?"

" Ik wilde effe alleen zijn. Ik was net van plan weer terug te gaan."

" Nou, doe ze de groeten. Ik zie je wel weer."

Kijk daar gaat mevrouw ree. Ze is absoluut aardig, maar van wat eenvoudige komaf. Haar roedel is trouwens een beetje uit z'n jasje gegroeid. Overal kom je tegenwoordig reeën tegen. Aardig volk, maar wat platvloers soms. De paarden, die zijn tof. Eigenlijk is het meer een soort pony en ze komen van heel ver weg. Ik zie ze vooral in de winter, want hun groep staat aan de noordkant van de Kennemerduinen. Ook de koeien staan in hun eigen gebieden. De rest is zo vrij als een vogeltje. Zoals de vos. Ik kan zelfs lekker over het Bloemendaalse strand lopen. Niet overdag, maar als het donker is. Nou ik het daar over heb. Een jaartje geleden was ik in de zomer op de camping de Lakens. Ook in Bloemendaal. Het was nog best vroeg en ik scharrelde tussen de tenten. Ja, daar is vaak iets te vinden. Komt er een kerel uit een tentje, gaat er voor zitten en maakt zijn ontbijtje. Ik zat een paar meter verder. Ik keek, maar hij sloeg nauwelijks acht op mij. Ik ben er van overtuigd dat het zo'n type was die niet zag dat ik een vos ben, maar dacht dat ik een hond was. Meestal raken mensen heel erg opgewonden als ze een vos zien. Dat vinden ze geweldig. Hoe vaak ik wel niet gefotografeerd ben... Je kan er een boek van maken. Ik heb niks aan een boek, maar misschien vinden de mensen het wat. Het leven van een vos is tegenwoordig niet slecht. Hier wordt er ook eigenlik niet op ons gejaagd. Lekker rustig.

Ik ga zo ergens een tukje doen. In de nacht ben ik veel op, maar overdag ben ik ook veel wakker. Ik slaap wanneer ik moe ben. En nu, nu ben ik nog lang niet moe...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten