zondag 15 maart 2015

Het Chalet

Het chalet is een bijzonder huis. Niet alleen het feit dat er in Nederland een chalet staat, ook haar geschiedenis maakt het bijzonder, maar ook de directe omgeving doet haast on Nederlands aan.

Ik noem het chalet een huis, maar het is al jaren een horecagelegenheid. Wat het van oorsprong is en waarom het gebouwd is durf ik niet te zeggen. Wel is wijt en zijd het verhaal bekend dat de bekende keizerin van Oostenrijk, Sizzy, hier ooit één nacht heeft geslapen. Heel Santpoort is er tot vandaag trots op. Maar ach, wanneer je alle locaties moet opsommen waar groten en bekenden van de aarde overnacht hebben, in onze regio, dan zijn we wel even bezig. Evenals een opsomming van alle bekende en beroemde Nederlanders uit onze regio. Dus, hoe bijzonder is het eigenlijk? Feit is, dat het chalet bijzonder is. De lokatie, maar ook het pand zelf is met enige waardigheid gebouwd. Het straalt allure uit, maar ook warmte en rust. Je proeft er iets van de oude welgestelden, je proeft er de geschiedenis.  Het staat er dan ook fier en goed onderhouden bij. Bijna een onaantastbaar pand. Waar je met gepaste tred naar binnen waard, want er gewoon in lopen past niet.

Puttend uit mijn herinneringen heeft het chalet een warm plekje in mijn hart. Als kind ben ik er eens geweest. Met het trouwen, of verjaardag, van mijn grootouders. Dat weet ik niet meer. Vaag staat mij nog bij dat we er als familie eens geweest zijn.

In de jaren zeventig heb ik het chalet voor de laatste keer bezocht. Beschamend heb ik het pand verlaten om er nooit meer terug te keren. Misschien is die keer mijn sprookje in duigen gevallen.

Met pasen en met Kerst stond ik een aantal jaren als een soort suppoost op de exposities van Jan Makkes, in zijn kunstboerderij aan de Hofgeesterweg. Na een paar jaar gaf hij een keer een etentje, na zo'n expositie. In het chalet. Op chique dus. Ware het niet dat we met Makkes waren. Hoe netjes ook, altijd op zijn pantoffels. Volgens mij heeft hij enkele groten der aarde ook ontmoet, op zijn pantoffels. En hij heeft er wat ontmoet. Toen ik nog heel jong was kwam hij langs de deur, vragen of we een tekening wilde kopen (hij woonde bij ons om de hoek). Op die manier heeft hij zich ontwikkeld aks kunstenaar en deed het later erg goed, als werd hij door de "echte" kunstwereld verguist. Terug naar het chalet, het diner met Makkes en nog wat lui. Een lange tafel vol. Ook vol etenswaar, van hoge kwaliteit. Hoe het er toe kwam is mijn herinnering ontschoten. Wat mij nog bij staat is dat het op een gegeven moment een puinzooi werd. Er werd gesmeten met etenswaar, gedanst op stoelen. Kortom een algemeen wangedrag. Ondanks de toedekkende woorden van de patron ons te gedragen ging het door en werd er niet ingegrepen. Eenmaal voldaan van het slapstick gebeuren betaalde Makkes de volledige rekening; maaltijd, inclusief schade en schoonmaakkosten...  Aan de ene kant geweldig zo'n ervaring. Je misdragen, bijna gelegaliseerd, in een chique etablissement.  Aan de andere kant had ik er aan mee gewerkt de glorie van het pand en haar historie naar de kloten te helpen. Ik voelde me een verrader. Waar ooit Sizzy had overnacht, had ik mee gedaan aan onaangepast gedrag en het berokkenen van schade...

Het chalet is vooral aan pand wat je van buiten ervaart. Er omheen is een bescheiden tuin en een grote eendenvijver, omzoomd door grote rododendrons. De vijver lag in een kom. Langs de helft was een aarden pad en gras. Dan ging je omhoog en over het heuveltje kwam je op het grasveld bij de muziektent. In een lang verleden (toen er nog echt sneeuw viel) was het hier druk, want van deze heuvel kon je goed sleetje rijden. Twee werelden, gescheiden door een lullig heuveltje. Het Hollandse bos en de kom van een sprookjesachtige wereld. Dol was ik om daar heen te gaan. Soms kon ik mijzelf geheel doen vergeten en opgaan in een wereld van fantasie. Ook als kleuter kwam ik hier al. De kleuterschool was namelijk in het bos, vrijwel naast het chalet. Maar aan de andere kant van de heuvel. In die tijd werd je niet naar school gebracht. Je ging zelf en meestal door het bos. Dan koos ik er vaak voor niet langs de muziektent (rechtstreeks) naar de kleuterschool te gaan, maar via de eendenvijver. Daar stond ook een hoge paal met bovenop een duiventil. Geheel in stijl van het chalet. In de til woonden alleen witte duiven. Ademloos kon ik dat gadeslaan. Toen al kwam ik wel eens te laat op school, omdat ik mij onderweg liet afleiden.

Alleen met onweer ging ik niet door het bos. Als kind had ik soms een nachtmerrie dat ik door het bos liep, het ging onweren en ik gevangen zat tussen de bonen. Door over straat naar school te gaan kon ik die angst nog een beetje beteugelen.

De kleuterschool, het lijkt wel een vorig, een ander leven. En wanneer ik nu bij het chalet kom is het niet meer dan een aardige stek. Op het gras, naast de vijver, staan zitjes opgesteld. Je kan er thee drinken, of eten. Het chalet is misschien wel het meest uitgesproken voorbeeld van de scheiding tussen mijn jeugd en volwassenheid. Voor mij zijn er in feite twee chalets. Het sprookje en de horeca voor chique mensen. Een soort adellijke tearoom...

Het chalet aan de rand van het bos. Het bos dat mij vroeger vreugde bracht, maar even zo veel angst heeft ingeboezemd. De hoge bomen, statige stammen. Eikels, beukenootjes en kastanjes zoeken. Paddestoelen kijken. Het rook er in het najaar naar magie. Een wrange lucht van rottend groen. Drie jaar lang mijn weg naar de kleuterschool. Mijn angst voor honden (in feite de angst van mijn vader, welke hij stevig op ons geprojecteerd heeft), werd menigmaal bevestigd, wanneer zo'n groot grommend en blaffend ding naar mij toe kwam. Ik wilde niet bang zijn, maar mijn vader zei dat honden gevaarlijk waren. Dus was ik bang. Door mij in het bos op de kleuterschool te dien hebben mijn ouders (bewust dan wel onbewust) mijn angsten gevoed. Niet alleen die voor honden, maar ook voor spoken, voor misdadigers, moordenaars. Het kwam veel voor dat ik alleen onderweg was naar school. Dat was een kwelling. Een kwelling die ik nooit met iemand heb kunnen delen. God, wat was ik blij wanneer ik samen met iemand naar school kon, of naar huis. Mijn opvoeding stond wellicht in het tekenen mij angst in te boezemen. Dat is goed gelukt, al ben ik inmiddels over bijna al mijn grondige angsten heen gegroeid. Mag ook wel op mijn leeftijd.

Het grappige was, dat ik mij bij de eendenvijver en het chalet altijd rustig en veilig waande. Daar leek ik mijn angsten te vergeten, of in ieder geval even te stallen. Geobsedeerd keek ik dan naar de duiven en eenden. In het troebele water trachtte vissen te ontwaren. Ik speelde in het zand, voerde, wanneer ik brood bij mij had. Of het chalet mij beschermde en met strenge ogen mijn veiligheid bewaakte.



Iedere keer verbaas ik mij over wat een object aan herinneringen en gevoelens los kan maken. Ik dacht zelden meer aan het chalet. Nu komt alles boven drijven. Als een modderpoel weliswaar, als losse flarden gelijk aan naar beneden dwarrelende bladeren van de bomen, maar het zijn mijn herinneringen. Ongeordend. Wat flikkert dat. Zelfs de herinnering van het gevoel komt weer boven. De onweersnachtmerries waar ik allang niet meer aan gedacht heb. Het is weer terug... Alhoewel ik vannacht gewoon rustig hoop te slapen. Ik verwacht niet anders. Al is het chalet het chalet, er is veel veranderd in die halve eeuw. Het is niet meer het chalet van vroeger, noch die uit de tijd van Makkes. Maar met weemoed denk ik er aan terug. Terug aan die tijd, dat ik karnemelk dronk op de kleuterschool. Als enige met suiker. Dat we een goochelaar hadden. Boven mijn hoofd liet hij een stok verdwijnen en vertelde mij  dat ik wel 96 jaren oud zou worden. Daar houd ik mij dan maar aan vast. Nog drie jaar en ik ben op tweederde. Hoe zal mijn herinnering zijn over nog eens dertig jaar? Wie weet schrijf ik dat weer over het chalet...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten