dinsdag 20 november 2012

Documentairefestival



We zitten weer midden in de tijd van de IDFA, het Nederlandse documentaire festival. Er gaan weer heel wat documentaires aan mijn ogen voorbij. En in de nachtelijke uren ga je het verwerken. Misschien eens een documentaire over het nachtelijk verwerken van de documentaires?

Zo ging ik op vakantie. Alleen en liet mijn vrouw thuis. Voor zover ik weet reed ik naar Italië, alwaar ik een enorm grote camping uitzocht, welke zeer druk bezocht werd door vooral Nederlanders. Nadat de tent opgezet was liep ik over de camping met een plastic zakje, waarin twee kogelronde bommen zaten. Een doorsnee van zeker 15 centimeter hadden zij zeker. Omdat mij niet geheel duidelijk was wat ik er mee aan moest gooide ik de plastic tas inclusief bommen in een afvalbak bij de washokjes.
Vervolgens ben ik wat door het dorp gaan wandelen. Blijkbaar ontmoette ik enkele Nederlanders, want naderhand verkeerde ik in een groepje van wel vier van die lui. Het waren een beetje eikels, dus ik liep ze continue in de zeik te nemen, terwijl zij mij vrolijk en enthousiast tegemoet traden.
Erg lang bleef ik niet in groepsverband rondstruinen. Snel was ik alleen, in een buitenwijk op een enorm brede boulevard. Aan die boulevard stonden vele huizen. Een huis zag er verwaarloost uit, en daar ging ik naar binnen. Blijkbaar moest ik naar de WC. Deze was geheel beplakt met vierkante stukken steenwol. Eigenlijk ging ik dat huis in omdat het zoontje des huizes een lamp in de WC had opgehangen en door zijn vader bestraft was. Na de WC te hebben bekeken liep ik het huis door naar achteren en kwam tot de ontdekking dat het gehele huis afgeplakt was met vierkante stukken steenwol. Zelfs de ramen waren grotendeels afgeplakt.
Aan de tafel, in de achterkamer, zat een triest man met rood krullend haar. Rokend en voor hem een biertje. Ik kreeg een triest verhaal te horen van het feit dat de man geen geld meer had, het erg zuinig aan moest doen en de maatschappij tegen hem was. Gedurende het gesprek veranderde de vader in de moeder van het jongetje. Echter, even triest en even smoezelig.
Het jongetjes, ondertussen, lag te slapen op de oude verwaarloosde bank. Ook met rood haar. En het jongetje werd wakker, klom op tafel en ging gehurkt voor mij zitten. Hierop nam ik hem bij de hand en reden wij, met de auto, naar een dijk. Een hoge dijk, rechts van de weg, veel stenen, veel zon en op de dijk hoge windmolens. Het leek of de dijk in de zee lag, maar ik zag geen zee. Toch besloot ik te keren. Hiervoor moest het jongetje uit stappen en met enige moeite lukte het de auto op het smalle pad de andere rijrichting op te krijgen. Nu stapte ook de moeder uit, omdat zij moest bellen. Zonder moeder en jongetje reed ik naar de sporthal.
Ik parkeerde mijn BMW een tig aantal meters achter de hal en liep naar binnen. Wat ik in de sporthal deed weet ik niet meer. Wel leek het even een daklozenopvang, maar het werd toch echt een sporthal. Ik verbleef er ook lang, want eenmaal weer buiten was het aardedonker. Tijdens de wandeling naar mijn auto voelde ik mij achtervolgd en voelde ik angst. Langzaam ging ik sneller. Om de hoek zag ik licht. Veel licht. In dat licht stonden allemaal auto’s. Allen in de kleur van mijn eigen auto. Het waren vast allemaal BMW’s. Het leek wel ergens in Palestina. En er waren overal mensen. Mannen. Alleen mannen, duidelijk van zuid Europese afkomst. Noord Afrikanen wellicht.
Tussen al dat blik kon ik mijn eigen auto maar niet ontaren. Er ging een dreiging vanuit. In de verte ging iets af. Een bom? Vuurwerk? Ik zocht mijn auto. Dan bedacht ik dat ik mijn sleutel had en drukte op het knopje om mijn auto te openen. Er knipperden oranje lampjes, achter de borsthoge haag. Langzaam liep ik op het knipperen af en zag een klein vehikel. Twee kleine straalmotoren in een soort motorframe. Er achter stond een lange man. Hij zag er slecht verzorgd en mager uit, maar had een sterke kop. Lachend vroeg hij of dit mijn auto was. Vervolgens begon hij een verhaal over scheepsmotoren en vluchten. Ik gaf alleen maar aan dat ik mijn auto terug wilde. Breed lachend keek hij mij aan…..

Welke documentaires heb ik allemaal gezien, dat ik tot deze droom kwam? Ik maak er een kwisje van! Ja, het kan best leuk worden; een documentaire over de dromen over documentaires…..


1 opmerking:

  1. NTR Podium, een vrouw die zilverpapiertjes in glazen potten stopt, in een afgelegen huis met afgeplakte ramen. De schemerlamp, die zij later in het bos weer tegenkomt.
    Tegenlicht: Hebron, armoede van Palestijnen, jongetje dat stenen gooit.
    En nog een hoop dwaasheid in jouw hoofd.

    BeantwoordenVerwijderen