Ongelofelijk, dat je zo
maar een eigen trauma vergeet. Het is mij overkomen. De aanleiding weet ik
eigenlijk niet meer, maar opeens stond ik er bij stil. Dit jaar is het alweer
51 jaar geleden.
Een
zomerse dag, augustus 1962, stond ik bij de achterburen. Een jongen stond de
heg te knippen. Ondanks mijn vijf lentes kon ik flink etterig zijn. Ik mocht
die jongen ook niet. Dus liep ik te zeiken, dat hij niet knippen kon. Treiteren
blijkbaar, want op een gegeven moment haalde hij (met de heggenschaar) uit. Ik
lachte en riep: ha, ha, mis! De jonge
werd lijkbleek, terwijl ik daar stom stond te lachen. Dan voelde ik de warmte,
een stroperige warme vloeistof. Daarop keek ik naar wat het was en zag een
volledig rode hand.
Pijn
heb ik niet gevoeld, wel begon het te kloppen. Snel de buurvrouw erbij gehaald,
die mijn hand verbond. Eigenwijs als ik toen al was wilde ik met de step
(autoped) naar huis, het blok om. Dat mocht niet en door de tuin werd ik naar
mijn moeder gesleept. We bezaten net onze Renault Dauphin. Op naar het
ziekenhuis in IJmuiden
Niet
zo heel veel later kwam de dader, met de achterbuurjongen, hijgend het ziekenhuis
binnen. Ze hadden de top gevonden. Helaas, het kon niet meer gerepareerd
worden.
De
eerste tijd was het best lastig, vooral in de winter. Tjonge, wat kon dat topje
tintelen, en het bloedde ook zeer snel. Naar gelang de tijd vorderde zag ik
meer en meer de humor van dat stompje in. Ik ging er zelfs mee spelen, alhoewel
ik het ook een tijd een beetje verborgen hield. Het klinkt gek, maar deze
(kleine) amputatie heeft mij voor een deel gemaakt wie ik nu ben. Alleen, ik
realiseer mij dat veel te weinig. Dat blijkt ook wel, want het tiende lustrum
is geheel aan mij voorbij gegaan.
Wel
sta ik er nu weer eens bij stil. Ja, ik mis een vingertop en feitelijk ben ik
dus getraumatiseerd. En toch doet het mij niets meer. Ja, natuurlijk heb ik er
ook last van gehad, maar heb er helemaal mee leren leven en heb het helemaal
geaccepteerd.
Afgelopen
week zag ik beelden uit Mali. Een man was zijn hand afgehakt. Simpelweg omdat
hij geen goed Moslim was, in de ogen der fundamentalisten. Het zelfde als ik,
maar iets erger. Toch herkende ik mijzelf in die man. Zijn hand is er af, en
hij gaat door. Hij past zich aan. Toch heeft hij ook een trauma, zeker groter
dan mijn bescheiden trauma. Wat is dat dan, dat hij hier zo stoer en gewoon mee
om gaat?
Ik
gok er op dat cultuur een belangrijke drijfveer is. In het westen hebben we
sowieso al vele hypochonders, die in ieder pijntje de ergste ziektes zien, en
iedere klacht het liefste breeduit in de media zien. Pijn en handicap wordt in
onze maatschappij als erg gezien. We maken met elkaar de impact groot. Dat kan
ik bevestigen. Iedere keer wanneer ik het verhaal van mijn topje vertel
reageert men met enige afschuw en bij voorkeur ook enig medelijden. Dat is
helemaal niet nodig, want inmiddels ben ik er zelfs wel een beetje trots op.
Het is een grappig ding. Ik heb er zelfs mijn eigen geheimpje mee. En verder
loop ik er in ieder geval gewoon mee door.
In
Nederland hebben wij het altijd en heel snel over trauma’s. Natuurlijk, ons
overkomt gedurende het leven soms een hoop ellende. Maar, volgens mij zijn we
ook heel sterk om de ellende nog eens flink uit te vergroten. Ik heb iemand
ontmoet die een geamputeerd been had. Ook die man zat er niet echt mee, maar de
omgeving benaderde hem of hij debiel was. En ook daar heb ik ervaring mee.
Geruime tijd heb ik in een rolstoel gezeten. Mijn broer en ik gingen wandelen,
en men vroeg dan aan mijn broer of ik een snoepje wilde. Mij direct vragen, was
veel te bedreigend en ik was vast niet goed in mijn hoofd. Dat laatste ontken
ik verder niet, maar staat tot geen enkele relatie met het feit dat ik destijds
in een rolstoel zat.
Of
je amputatie nu klein is, of groot… volgens mij maakt het op zich een malle
moer uit. Wat uit maakt is hoe je er zelf mee om gaat. En dat maakt voor een
deel weer uit hoe beïnvloedbaar je door je omgeving bent. Fysiek zijn er grote verschillen,
maar mentaal… in principe hebben we allemaal het zelfde meegemaakt.
Bij
mij ging het per ongeluk. Die man in Mali zat in een veel vervelender pakket.
Hij wist dat zijn hand er af ging… als een soort executie. Dan kan ik mij goed
voorstellen dat je veel meer in de piepzak zit. Bij een ongeluk gaat het
vanzelf, bij een operatie ben je van de wereld, maar die man… dat zou ik echt
niet mee willen maken.
Vorig
jaar hadden wij de Paralympics. Een Nederlandse met twee geamputeerde
onderbenen behaalde goud (Marlou van Rhijn). Op blades. Tuurlijk, zij mist haar onderbenen, maar
gaat wel door. Eigenlijk niks aan de hand, en inderdaad nu wordt zij vooral om
haar sportprestaties geprezen. Zij wordt bijna als normaal beschouwd. Geweldig
toch. En bij geen enkel interview heb ik haar horen klagen of zielig horen doen
over hoe zij die onderbenen kwijt is geraakt. Een echt, zij heeft vast een
periode doorgemaakt, die geen pretje was. Maar ze ging door.
Bekend
is dat oudere mensen vaak meer in het verleden leven, en oude trauma’s weer boven
komen. De oorlog is daar een goed voorbeeld van. Ik hoop niet dat, wanneer ik
echt oud ben, opeens zielig ga doen over mijn topje, en hoe die er af is
gegaan. Alsjeblieft… ik moet daar niet aan denken.
Waarom
sta ik er nu dan toch zo uitgebreid bij stil? Eigenlijk is dat heel logisch.
Door het toeval dat ik er aan dacht moest ik denken aan alle klaagzang in ons
Nederland. Hoe slecht we het wel niet hebben, onze grote werkloosheid, dalende huizenprijzen
en al wat niet meer. Ja, het is jammer, maar we maken er zo’n drama van.
Nederlanders kunnen maar erg slecht relativeren. We hebben het goed, en er gaan
dingen niet juist. In mijn vorige blog schrijf ik daar nog over, maar aan de
andere kant haal ik er ook mijn schouders over op. Ja, hoe slecht wij het hier
hebben, we hebben het hier verdomd goed. Natuurlijk gaan er dingen niet goed en
lopen zaken verkeerd. Daar mag best over gepraat worden, maar dat geklaag… Nee,
relativeer een beetje en laten we gewoon lekker positief naar de dingen kijken.
Het maakt het leven een stuk mooier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten