vrijdag 12 juni 2015

Burgermeester

1967



Meester Pels, van de Adolf van Nassauschool, staat voor de klas. Met de rust welke hij altijd uitstraalde sprak hij over wanneer wij groot zouden zijn.

"Wat wil je later worden?", was de vraag waarmee hij de klas rond ging.

"Piloot meester," was het antwoord van Roelof, Wim, en nog wat anderen.

"Politie agent," reageerden Jan, Wouter, Stef, en misschien wel de helft van de jongens.

"Automonteur," zeiden drie jongens.

"Brandweerman."

"Burgermeester, meneer Pels," sprak ik.

Meneer Pels was duidelijk in een lichte staat in verwarring. De rest van de klas ontstak in een licht rumoer. Zo iets had men nog nooit gehoord en ik was duidelijk van "lotje getikt".  Sindsdien werd ik niet alleen als half leproos aangezien en benaderd, ook werd ik overal "burgermeester" genoemd, vol spot en kinderlijke ironie.



De grootvader van mijn achterbuur (Jan Wiebe van Veen) was burgermeester geweest. Hij woonde inmiddels ook bij ons in het dorp en met Jan Wiebe kwam ik er regelmatig over de vloer. Ik had ontzag voor die man. Het was een echte notabele, een man met charisma en uitstraling. Zo wilde ik later ook worden. Wat het burgermeesterschap inhield was mij volledig onbekend. Maar het hebben van uitstraling en gezag sprak mij aan. Alleen al omdat ik dan niet meer gepest zou worden. Dat mijn uitspraak juist leidde tot toenemend pestgedrag van anderen had ik bepaald niet voorzien.



2002



Maatschappelijke onvrede en mijn kritiek op het kabinet Balkenende besloot dat ik niet meer langs de lijn kon blijven schreeuwen en mokken. Neen, ik moest actief worden de wereld te verbeteren. Wellicht was ik al wat oud om mij zo als idealist op te stellen, maar ik ben nou eenmaal een laatbloeier. De zoektocht naar een politieke partij waar ik mij zowel politiek als persoonlijk betrokken bij voelde was best nog een hele opgaaf. Uiteindelijk sloot ik mij bij een partij aan. Binnen de kortste keren was ik niet alleen lid van de partij, maar zat ik ook in het bestuur van de lokale afdeling. Vanaf dat moment heb ik mij ook actief en vol overgave ingezet. Politiek boeide mij en ik was (nog) in de stellige overtuiging dat je in de politiek zelf op integere wijze als individu invloed kon hebben op het beleid. Het was geen naïviteit, maar een overtuiging, tot veel later bleek dat je toch een zekere schofterigheid in je moet hebben wil je daadwerkelijk politiek iets kunnen veranderen, of invloed hebben. Daarnaast speelt een groot ego ook een essentiële rol, iets waar ik niet over beschik. Ik neig wat dat betreft meer tot bescheidenheid en onzekerheid.

Maar goed, na een verhuizing kwam ik zo waar in de gemeenteraad. Bijna met een schuldgevoel mocht ik mij op het pluche hijsen. Keihard werkte ik om op eerlijke, integere wijze, oprechte politiek te bedrijven. Vol energie zette ik mij in om met heel veel mensen in contact te komen en op basis van wat er in de gemeenschap leefde en mijn eigen politieke overtuiging tot besluitvorming te komen. De vier jaar raadswerk was vier jaar strijd. Strijd, welke ik op zich niet ambieerde. Ik wilde politiek niet zien als strijd, maar als een spel van argumenten. Duidelijk werd dat mijn beeld bijgesteld diende te worden. En bijgesteld, en bijgesteld. Toch wilde ik nog wel een termijn. Immers, voor mijn eigen gevoel en mijn verantwoordelijkheid naar de gemeenschap was ik nog niet klaar en moest ik verder. Ook kreeg ik de vraag of ik het wethouderschap ambieerde. Mijn antwoord was duidelijk: neen, maar wanneer ik het belang daar mee dien ben ik wel bereid het wethouderschap op mij te nemen. Achteraf een veel te bescheiden opstelling. Al met al maakt dat niet veel meer uit. Rattenstreken en hufterigheid hebben inderdaad mijn politieke ondergang ingeluid. Ik was blijkbaar te eerlijk en te beschaafd politiek stand te houden.

Na de raadsperiode heb ik grote afstand van de politiek genomen. Uit zelfbehoud, maar ook uit frustratie dat politiek inderdaad is wat ik voorheen vermoedde; een spel van veel oneerlijkheid, ego's, en eigenbelang. Wel bleef ik mij druk maken inzake mijn gevoelens van machteloosheid als burger. Mijn confrontaties, grote frustraties, met de bureaucratie en regelgeving. Tegen onrecht kan ik nog steeds niet. De afgelopen jaren heb ik heel wat onrecht en foute regelgeving en verkeerde bureaucratie aan mij voorbij zien gaan.



Inmiddels heeft die zelfde bureaucratie er mede toe geleid dat ik nu in Turkije zit. En eindelijk heb ik een zekere rust en balans in mijn leven.



2015



Een berichtje op Facebook: " Ernst, er is een vacature voor je in Velsen." Het beticht vatte ik niet helemaal. Via Messenger las ik nog een paar korte berichtjes van een gelijke strekking. Daarna pas las ik dat Franc Weerwind naar alle waarschijnlijkheid burgervader van Almere wordt, de opvolger van Annemarie Jorritsma. Velsen is dus op zoek naar een nieuwe burgermeester... Ik moest weer denken aan 1967. Ik moet er niet aan denken. Tien jaar eerder misschien, maar ik heb mijn politieke tijd voorlopig wel gehad. Ja, ik ben meer bestuurder dan uitvoerend politicus. Zo veel is mij wel duidelijk geworden. En ja, mijn minderwaardigheidscomplex is in grote mate afgenomen. Echter, ik moet er niet aan denken dat mijn leven weer geregisseerd en ingevuld wordt door de buitenwereld. Bewijsdrang voel ik ook niet erg sterk. Laat mij maar genieten van het leven, waarin de dagen geen belang meer kennen. Een wekker mij niet doet ontwaken en plicht mij niet roept.

Bovendien, welke gemeente wacht op een dakloze en werkloze burgervader? En beide feiten heb ik te danken aan de politiek. Nee, het politieke beleid heeft mij veel ellende gebracht. Gelukkig heeft al die ellende er toe geleid dat ik nu eindelijk een fijn en plezierig leven heb. Over een paar maanden ben ik een schilderend keuterboertje... Bijna 60. De VUT bestaat niet meer. Nee, tegenwoordig wordt je ontslagen, financieel gemangeld en uiteindelijk mag je zonder uitkering overleven. Dat de uitkering van mijn vrouw op zich onvoldoende is voor twee, maakt niet uit. Nee, wanneer ik vanuit deze situatie burgermeester van Velsen word zal de gemeente de nar van politiek Nederland worden. Natuurlijk wordt het een hele klus na zo'n goeie als Franc een nieuwe sterke burgermeester te vinden, zeker wanneer ik ook bedank, maar Velsen vindt vast en zeker een oplossing. In ieder geval wens ik de gemeente succes. Ik ga vandaag eens informeren naar de prijs van een ezel en de prijs van een geit. En heb ik weer een woning in Velsen, ga ik vast nog wel eens vanaf de publieke tribune het theater aanzien. In mijn boerenkiel......

Geen opmerkingen:

Een reactie posten