vrijdag 1 mei 2015

Vallen en opstaan

Mensen, die mij kennen, zijn bekend met de problemen rond mijn voeten. De een in detail, de ander meer globaal. Nu ik ouder word merk ervaar ik het steeds meer als handicap, zonder dat ik daar nu echt onder gebukt ga. Het is alleen wel lastig; ik val vaker en sneller.



Mijn twee volle broers en ik hadden als kind te korte achillespezen. De oudste minimaal, de jongste redelijk fors. Een ieder begrijpt vast, dat ik de jongste ben. En in mijn jeugd ben ik daar op zich niet zo mee bezig geweest. Tot mijn moeder zag hoe vreemd ik liep. Dus ook met mij ging ze naar het ziekenhuis, toen nog Sint Joannes de Deo, in Haarlem. Aldaar kwamen wij bij dokter van Delft. Een kleine drukke man van Indonesische afkomst. Woorden ratelden uit zijn mond, maar ik vond vooral zijn verhalen indrukwekkend, zoals hij vertelde hoe hij in de bush operaties uitvoerde. Mijn moeder was gecharmeerd van hem. Steeds vaker ging de gang naar het hospitaal. Ik werd van school gehaald en twee tot drie uur wachten leek normaal. Uiteindelijk vrijwel tweemaandelijks. Het mag duidelijk zijn dat ik in die periode een "wachttrauma" heb opgelopen. Dat terzijde.

Net als mijn broer kreeg ik steunzolen aangemeten. Keer op keer bezocht ik de gipskamer voor nieuw afdrukken. Eerst zachte steunzolen, die ik in korte tijd plat liep, later metalen. Wel drie millimeter dik hard metaal... Ik presteerde het om binnen drie maanden dat zware staal te breken onder het gewicht van mijn voeten. Ook het staal verloor bovendien vorm.

Kort nadat ik naar de middelbare school mocht kwam ik weer bij van Delft. Zorgelijk schudde hij het hoofd. Een operatie leek niet af te wenden. Een uitgebreide uitleg over hoe hij mijn achillespezen zou verlengen. Het zou een zware operatie worden (gezien mijn leeftijd; pubertijd), maar daarna zou alles binnen twee jaar goed komen.  De operatie zou tijdens de zomervakantie van 1970 plaats vinden. Ondertussen ontving ik verhalen dat ik de operatie misschien niet zou overleven, zwaar gehandicapt zou worden, enzovoort. Toen nog vrij angstig aangelegen trok ik mij alle somberheid sterk aan. Het eerste gevolg was dat ik mijn eerste middelbare school jaar volledig verprutste. Vervolgens zakten mijn sportieve activiteiten (hockey destijds) als een plumpudding in elkaar.  In toenemende mate groeide de angst. Uiteindelijk zou ik na het huwelijk van mijn (half)broer geopereerd worden. Alles ging snel. Ik was blijven zitten, maar was ook nauwelijks in staat te lopen. Dat deed pijn en mijn benen waren stram.



Begin juli werd ik opgenomen. Een afdeling met broeders, zoals een goed (toen nog) katholiek ziekenhuis betaamde. Eerst werd mijn eerst voet geopereerd, een week later de andere. Mijn onderbenen zaten in dik verband, en na twee weken in nog dikker (en zwaarder) gipsverband. Lopen was absoluut verboden. Ondertussen onderging ik veel pijn, maar was opgelucht levend de operaties te zijn door gekomen. Overigens bij het uit de tweede narcose komend ben ik een dag lang kompleet de weg kwijt geweest. Ik was zo gek als een deur. Na drie weken mocht ik naar huis. Beneden in de huiskamer was een groot bed neergezet, ernaast een rolstoel. Zo een met vier kleine dikke grijze rubberen wieltjes. Om zelfstandigheid in zo'n stoel te ontwikkelen was enige fysieke inzet en behendigheid vereist. Al snel lukte het mij zelfstandig naar het dorp te rollen. Waarom ik nooit een stoel heb gekregen met grote achterwielen is mij nog onduidelijk.

Mijn jongste broer maakte af en toe een wandelingetje met mij. Opvallend dat vrijwel iedereen tegen mijn broer over mij begon, of ik een zware hersenoperatie had ondergaan en volledig verstandelijk beperkt was geworden. Jong als wij waren hebben wij dat natuurlijk ook weer uitgebuit.

Na een periode rolstoel kreeg ik loopgips. Oude gympen werden open geknipt en onder gebonden. Enige tijd pendelde ik met loopgips tussen een voortschrijden met krukken en voortgeduwd worden in de rolstoel.

Langzaam werd mij duidelijk dat mijn pezen geheel niet verlengd waren. Omdat ik een manier had gevonden mijn voeten plat neer te zetten had ik hele (te) brede voeten. Nu had hij mij onder narcose zien liggen en had besloten mijn spieren langs de buitenkant van mijn voeten op te trekken en aan te passen. Met beide voeten had hij hetzelfde gedaan. Iets wat nu ondenkbaar is: een arts die, zonder enig overleg, op een operatietafel besluit een andere operatie uit te voeren dan afgesproken. En levensbedreigend was deze ingreep bepaald niet.

Mijn moeder gaf iedere keer weer blijk van alle begrip. Nu was zij ook bijzonde gecharmeerd van deze rap sprekende Indonesiër. Het gips ging er af... Mijn benen schoten iedere keer de lucht in, wel twee weken lang, daar de hersenen de krachtsinspanning zo op het zware gips gewend waren, en toen soms al traag werkten. Onze "silly walks" van Monty Python is hier vast en zeker van afgeleid, want ik was daar wel het eerste mee!



De tijd vorderde. Ik bleef zeer regelmatig uren in de wachtkamer door brengen. Mijn moeder altijd trouw aan mijn zijde. Het lopen bleef echter een probleem. Steunzolen bleven splijten. Een jaar of twee na de operatie gaf de arts aan nu toch de pezen te willen verlengen. Eindelijk ontwaakte mijn moeder uit haar adoratie. Zij wilde een second opinion.

Ondertussen werden ook wat zaken duidelijk. Inmiddels was ik 16 en ruim 1 meter 86 lang. Mijn schoenmaat was echter maat 40. Met mijn lengte zou ik op zeker vier tot zes maten groter moeten zitten. Mijn bewegen was er niet beter op geworden en ik had meer pijn dan voorheen. Ook leken mijn voeten anders van vorm. Een second opinion leek na de boodschap van de arts dus zeker op z'n plaats.

In een ander ziekenhuis werd ik uitgebreid onderzocht. Om te beginnen was de wachttijd daar in normale proporties, iets meer dan een half uur. Vervolgens kregen we een paar mededelingen, welke wij niet eerder zo helder hebben mogen ontvangen. Als eerste had deze operatie nooit zo mogen worden uitgevoerd. Eerst hadden de pezen moeten worden verlengd. Daarna eventueel de spieren opgetrokken. Ik had de operatie op een verkeerd moment ondergaan; tijdens een enorme groeischeut (ik blij dat ik aan beide voeten geholpen ben...). Bovendien hadden we te lang gewacht en waren mijn voeten nu vergroeid. Mede door de groeischeut en de leeftijd waren mijn botten samengegroeid en was de groei een eigen weg gegaan, waardoor ik een bobbel onder mijn voeten had gekregen aks ook een bobbel aan de binnenzijde. Pure bot groei.

Opereren durfde hij niet. Per voet waren zeker vijf operaties nodig om de boel te herstellen. De kans op stabiliteit of verbetering was inmiddels ver onder de vijftig procent. Mijn moeder bleek nog ergens sympathieke gevoelens voor van Delft te hebben en sleepte mij mee naar nog een andere orthopeed. Zelfde verhaal. Nu zelfs met een nogal concrete boodschap: zo rond mijn veertigste zou ik niet meer kunnen lopen en mijn leven in een rolstoel slijten.

Nog een krap jaar heb ik gesport, tot ook dat niet meer lukte. Ziekenhuizen meed ik als de pest en probeerde mijn leven op mijn manier in te richten. Angst had zich nu nog meer in mijn "zijn" genesteld.



Pas nadat ik het ouderlijk huis had verlaten ben ik zelf naar een orthopeed gegaan. De boodschap was niet veel anders dan zijn voorganger ons had mee gegeven. Ondertussen was mijn moeder overleden en werd van Delft publiekelijk aan de schandpaal genageld, via KRO Brandpunt. Van Delft had meer leven geruïneerd en er werd een forse schadeclaim uitgekeerd. Echter, eenmaal wakker geschud, meer volwassen en assertiever, toen ik mijn best deed mijn "gram" te halen was mijn hele dossier onvindbaar... Evenals van Delft...



Wel werd erkent dat ik fysiek beperkt was. Ondanks dat ik er geen uitkering voor kreeg had ik wel recht op een aangepaste auto (werd mij ut het niets aangeschreven). Ik kon inderdaad een DAF krijgen van de overheid, maar ook daar voelde ik mij te jong, te zelfstandig en echt te weinig gehandicapt voor.



Je leert met de dingen leven. Zo is het mij ook vergaan. Vanaf mijn dertigste kreeg ik vaker onverklaarbare pijnen en "restless legs". Regelmatige rugklachten dezen zich ook voor. Mijn onderbenen bleven iele pootjes. Vanaf mijn veertigste ging ik regelmatig door mijn rug en ontwikkelde zich onverklaarbare pijnen, ergens diep in mijn benen. Maar een streven leek ik te hebben overwonnen: op mijn veertigste liep ik nog! En dat steven zal ik zo lang als mogelijk houden.

Op mijn 48e werd een zware hernia vastgesteld. Niet operabel bovendien. Het zou nog geruime tijd duren voor de link werd gelegd tussen mijn hernia en de belabberde staat van mijn voeten. Negen jaar, om wel te zijn. En dan nog met dank aan de vechtlust en het doorzettingsvermogen van mijn vrouw. Inmiddels draag ik orthopedisch schoeisel (of slippers), maar blijven de klachten. Soms meer, soms minder. Door de vergroeiing in de botten aan de onderkant is ieder stap die ik zet alsof ik een tik met een zware hamer krijg, aldus een arts die ook graag metaforen gebruikt. In ieder geval is de boodschap duidelijk.

Na 12 jaar raak ik gewend aan de vele pijn. Pijn is niet leuk, maar het ergste vind ik altijd dat pijn zo vermoeiend is. Ik word er letterlijk bekaf van. Medicatie verzacht, maar ontlast beperkt. Ik heb zelfs een periode morfine gebruikt, maar ook daarvan verminderde de uitwerking, terwijl de fysieke verslaving wel toe nam.



Langzaam loop ik tegen de zestig. Letterlijk, want ik loop nog steeds. Alleen een nieuw fenomeen duikt steeds meer de kop op. Tegenwoordig val ik sneller en vaker. Ik wankel soms. Laatst struikelde ik over een randje van amper twee centimeter. Gisteren nog ging ik languit. De grooste schade was glasschade van drie (van de zestien!) lijstjes die ik in mijn hand droeg. Soms zullen mensen denken dat ik half bezopen rond loop, maar ik word gewoon iets instabieler. Gelukkig heb ik goed geleerd mijn val te breken. Die schade blijft fysiek dus beperkt. Wat mijn voeten betreft ga ik blijkbaar een nieuwe periode in: vallen en opstaan. Dat laatste zal ik nog zo lang mogelijk blijven doen. Opstaan.... en verder lopen!

3 opmerkingen:

  1. Ernst,

    Ach steunzolen, wie heeft er vroeger (vaak 60-er, 70-er & 80-er jaren) niet op gelopen. Van die metalen/ijzeren of plastic zooltjes gevormd naar je voeten met z'n leren stukje aan de bovenkant van de zool. Veelal werden ze door de schoolarts voorgeschreven of werd je door hem/haar doorgestuurd naar de orthopeed, welke vervolgens naar je voeten/knieën/heupen of enkels moest kijken.

    Eenmaal bij de orthopeed was er eigenlijk geen ontkomen meer aan of je moest aan de steunzolen. Er mankeerde eigenlijk altijd wel iets aan je voeten of onderstel. De voeten waren te smal, te dun, te plat, X- of O-benen of je zette je voeten teveel naar binnen enz. Uiteindelijk werd je doorverwezen (binnendoor, je hoefde je niet eerst meer aan te kleden) naar de naastgelegen gipskamer, alwaar een vriendelijke assistente van de orthopedisch-instrumentenmaker (altijd lopend op witte klompen) gelijktijdig zitting hield. Reuze makkelijk (one stop shopping), kunnen ze tegenwoordig nog iets van leren !! Daar moest ik dan vervolgens met blote voeten en benen op een (hoge) tafel stappen en op een bakje tegen de muur plaats nemen. Vervolgens de benen strekken, waarna er houders/steunen achter de knieholtes werden geplaatst (om de benen mooi gestrekt te houden) waarna je je voeten ontspannen mocht laten bungelen. De voeten werden hierna opgemeten, d.m.v. metalen plaatjes (welke oplopend in maat op een bord aan de wand hingen) te passen aan de voeten. Als na enig passen en meten, van zowel de metalen plaatjes als je oude steunzolen, de nieuwe maat bekend moesten er vervolgens nog gipsafdrukjes/gipsmodellen van de voeten worden gemaakt.

    Nadat hierop de voeten waren ingegipst en het gips goed was gemoduleerd in voetholte en onder de voorvoeten, moest je 10 minuten blijven zitten mocht je de voeten niet veel bewegen. Het gips moest even uitharden. 1 voordeel, je voeten waren wel lekker warm door dat kleffe lauwe gips. Mijn moeder zei bij het aanmeten er altijd uitdrukkelijk bij, smalle, smalle en nog eens smalle. Ik heb zelf extreem smalle voeten en zulke lompe en vaak (te) brede metalen steunzolen pasten niet in mijn "geweldige" kinderschoenen. Als het gips voldoende was uitgehard werd het van je voeten verwijderd. Hup, de tenen werden door de assistente naar achteren geduwd en de afdruk werd door haar bij de hak/hiel naar beneden geduwd. De afdrukken kwamen dan met een zuigend gevoel los/vrij van de voeten. En opeens had je hele koude voeten !! Na enig poets en schoonmaakwerk aan de voeten mocht je met een pasafspraak voor de nieuwe steunzolen op zak, over 1 a 2 weken, vertrekken.

    Vaak waren de nieuwe steunzolen bij het afpassen te breed voor mijn smalle voeten, waardoor ze alsnog smaller gemaakt dienden te worden. De eerste paar dagen als je nieuwe had waren ook een ramp. Je moest wennen aan de nieuw gecorrigeerde stand van de zolen.

    Als je eenmaal aan de steunzolen was, moest je ook nog eens 2x per jaar
    op "steunzoolcontrole" bij de orthopeed (steunzolendokter). Je voeten groeiden wel maar de steunzolen helaas niet. En elke keer maar weer hopen dat hij zou zeggen dat de steunzolen niet meer nodig waren, maar dat was meestal een utopie. "De steunzolen zijn te kort/te smal/uit- doorgezakt" en "we zijn op de goede weg, maar we zijn er nog niet" waren veelal de woorden van de orthopeed, waarna je wederom richting gipskamer kon vertrekken voor het aanmeten van nieuwe. En dan die dure "verantwoorde" "correctie" schoenen van Renata, Piedro en Bunnie met z'n uitneembaar binnen voetbed (die mijn moeder altijd goed bewaarde, voor het geval de steunzolen opeens niet meer nodig zouden zijn) waar de ijzeren steunzolen probleemloos ingelegd konden worden.

    Hoe zijn jullie ervaringen met deze steunzolen, werden ze ook altijd via gipskamer/gipsafdrukjes bij de orthopeed zo aangemeten? Was Sint Johannes de Deo een ziekenhuis alleen voor orthopedie?
    aangemeten...................... enz

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ernst,

    Je had het ook nog over de wachtijd bij de orthopeed. Nou ik dan daar over meepraten. Was het niet bij de orthopeed dan was het wel bij de orthopedisch-instrumentenmaker.

    Bij de orthopeed had je vaak last dat patienten tijdens het onderzoek foto's moesten laten maken. Nadat ze dat gedaan hadden, kwamen ze weer terug met de foto's naar de poli orthopedie, waarna ze opnieuw werden ingepland tussen de bestaande afspraken. Zo loop je ook giga uit de tijd en dan heb ik het nog niet eens over een spoedgeval of een uitgelopen operatie.

    Een ander iets was altijd de afspraken op woensdag(middag). Woensdag(middag) is het echt z'n kinderaangelegenheid. Dus een middagje "steunzolendokter"!! Kindervoeten groeiden snel en onregelmatig, dus meer dan gemiddeld van de dan door de orthopeed bekeken voeten en steunzolen kwamen in aanmerking voor nieuwe zolen. Dat heeft vervolgens dan ook een terugslag op de orthopedisch-instrumentenmaker, waardoor die meisjes het tempo van de doorverwijzingen door de orthopeed niet meer konden bijbenen. Uiteindelijk resultaat "filevorming" in de gipskamer. Dus kort gezegd: de 1 was zich nog aan het aankleden, terwijl de opvolg(st)er al gegipst werd en weer een ander als wachtende in de rij aan schoof. Opmeten, gipsen, moduleren, uitharden en voeten schoonmaken hebben toch wel een doorlooptijd van ca. 10/15 minuten.

    Ging het bij jou ook zo Ernst, of geheel anders?

    Groetjes,
    Annemarie.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Sorry, dat ik niet eerder op de reacties heb geantwoord.. Ja Annemarie, het ging bij net zo, maar ook vaak moest ik tijdens schooltijd naar het ziekenhuis.

    BeantwoordenVerwijderen