maandag 2 maart 2015

Bet-El

Beth-El



De Wüstelaan in Santpoort is een rustieke laan, die slingerend langs de zoom van het bos loopt. Bij de molen duikt de laan het groen in. Langs het oude badhuis, Chalet, Witte Paters om in Santpoort Zuid langs statige huizen richting dorp te gaan. Idyllisch, zou je de laan kunnen noemen. In mijn serie van tien tekeningen van Santpoort zijn er drie van objecten aan de Wüstelaan, en de molen, bij het begin. Dit keer begin ik met het minst opvallende object. Ook het enige object aan de oostzijde, op de Witte Paters na. Als kind kwam ik er al regelmatig langs. Een klein houten bouwval. Ooit een kerk geweest. Nou, kerkje. Santpoort was ooit een dorp met vele kleine kerkjes en kerken. Voor alle gezindten was blijkbaar plaats. Wellicht is Santpoort het ultieme voorbeeld van de verdraagzaamheid in Nederland. Ook betekende dit kleine kerkjes. Beth-El was niet groter dan een ruime woonkamer. Het Mosterdzaadje, daarentegen, was wel twee woonkamers groot. De Naaldkerk... Katholiek, dus immens groot, uitgaande van de verhoudingen tussen de kerken. De gereformeerde kerk in de Frans Netscherlaan had de afmeting van een grote gymzaal. Na de afbraak was er dan ook maar plaats voor twee redelijke villa's. De dorpskerk was ongeveer even groot, maar was qua uiterlijk gebouwd als een echte kerk. Die in de Frans Netscherlaan niet... Die kerk had ook het uiterlijk van een sporthal, of gymzaal.

Beth-El... Lijkt eigenlijk nergens op. Een houten gebouwtje, bijna sprookjesachtig en zal niet misstaan in een film van Walt Disney, als locatie. Een aantal jaren geleden is de houten schroothoop opgeknapt. Voor zover ik mij kan herinneren zijn vrijwel de originele kleuren gebruikt. Een beetje Pruisisch blauw. Een mooie kleur, vond ik toen, een mening die ik nog steeds ben toegedaan. Alles ziet er weer strak uit. Of er nu een kunstenaar in woont, of dat het alleen atelier is durf ik niet te zeggen. Het is in ieder geval in gebruik en vooral; weer opgeknapt en onderhouden.



Even verderop stond het klooster van de Witte Paters. Dat zei mij in het geheel niets. Voor mij een mystiek oord, alhoewel je af en toe zo'n witgejurkte man, of mannen, zich in het zichtsveld begaf. Door het groen kon je ze soms ontwaren. Op straat leken zij niet te komen. En wat daar gebeurde? Geen idee. Het was gissen. Ik kan mij herinneren dat er ook jongeren, of kinderen waren. Ook die werden van de straat gehouden, het wereldse leven ontzegd. Of hier sprake was van zedeloze handelingen durf ik niet nadrukkelijk te beweren, maar er gingen af en tie wel verhalen de ronde over. Ik was te jong om het te duiden. Ik was alleen bekend met het fenomeen "kinderlokkers". Omdat we dicht bij het bos woonden werden we met enige regelmaat door ouders gewaarschuwd voor deze kindlievende mannen. En snoepjes aan nemen van vreemden was uit den boze. Ooit stiekum wel gedaan, maar nimmer een persoonlijke ervaring met kinderlokkers gehad. Daar werden we dan ook goed voor gewaarschuwd. De roddel ging, dat het bij de Witte Paters soms ook zo ging...

Het gesloten bolwerk ging voor mij pas open in 1977. Ik begon toen aan de opleiding tot arbeidstherapeut en in november hadden we een introductieweekend. Met onze groep gingen wij naar de Witte Paters. Inmiddels was het geopend voor feesten en partijen, en werkweken of introductieweekenden. Veel is uit mijn geheugen verdwenen, maar de slaapzaal herinner ik mij nog. Een vrij grote ruimte, opgesplitst in allemaal hokjes, middels gordijnen. In ieder hokje  stond een bed, stiel en kastje. Het introductieweekend werd door menigeen, waaronder ondergetekende, erg letterlijk genomen. Ook onze klassendocent heeft zich bij een van de vrouwelijke cursisten geïntroduceerd. Een tijd hebben hij en ik een vriendschapsband gekend. Tot hij, jaren later, plots verdwenen was. In 2013 was hij in het nieuws als een van de meest verdienende zorgmanagers van Nederland, die voor miljoenen fraude had gepleegd. Toch lullig dat je rond je zeventigste pas door de mand valt...

Heel veel staat mij verder niet meer bij van dat weekend, noch van de Witte Paters. Niet zo heel veel later zijn de gebouwen gesloopt en nu staat er een lange witte flat... Een terrasflat. Vanaf de Delftlaan (Haarlem) steekt het gebouw storend af tussen het vele groen. Luxe appartementen. Daar mag je de horizon wel mee vervuilen. Eerlijk gezegd, die gebouwen van de Witte Paters verdienden ook absoluut geen schoonheidsprijs. Een echte verbetering kan ik het hele complex echter niet noemen.



Ja, in je jonge jaren zie je wel veel, maar beklijft het meestal nog niet echt. Het gaat voorbij, je slaat het ergens op je harde schijf op en is de tijd daar opent zich het geheugen. Zo herinner ik mij mijn eerste schaats gespartel op de Delft. Pal achter Beth-El. Met een stoeltje, houten onderbinders en vooral op de zijkant van mijn voeten voortschrijden. Toen al waren er de eerste tekenen van mijn enorme platvoeten. Schaatsen lukte mij voor geen meter. Dat zou ook lang duren en later kreeg ik er zelfs lol in. Hoe kan het een mens vergaan.

Beth-El was in mijn jeugd niet meer dan een bouwval. Om die reden heeft het waarschijnlijk nooit echt indruk op mij gemaakt. Pas later, na de renovatie had ik wel oog voor dit typische bouwwerkje. Als kind was vooral de omgeving van Beth-El wat in mijn herinnering is blijven hangen. Terugdenkend aan vroeger roept het al die herinneringen op. Erg associatief dus. Toch leuk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten