maandag 2 november 2015

Kunst, kan je dat eten?

Het zit er weer op. Overvoerd kijk ik terug op de dertigste editie van de Kunstlijn Haarlem, 's lands oudste kunstroute. Rond de 200 kunstenaars overal in Haarlem en directe omgeving hebben hun werk tentoongesteld, atelierdeuren geopend, of leuke manifestaties georganiseerd. Te veel om alles te bekijken, gedwongen tot het maken van keuzes. Mijn geluk, dit jaar, was dat ik bij veel collega's langs kon gaan en ben geweest. Het leuke van een evenement als de Kunstlijn is de enorm grote diversiteit aan creatieve uitingen.



Wandelend langs alle werken ontstaan veel contacten. Dus eveneens veel uitwisselingen. Tussen kunstenaars onderling en tussen kunstenaar en kijker. De laatste dagen heb ik heel veel gepraat. De stilte, welke mij nu omringt, is een welkome afwisseling.

Een van de regelmatig terugkerende onderwerpen was de positie van de teken en schilderkunst, fotogratie, het creëren van beelden en objecten, maken van sierraden ten opzichte van andere kunstvormen als muziek en film. Los van de discussie hoeveel kunstenaars van hun werk in hun levensonderhoud kunnen voorzien werd er gesproken over de ongelijkheid in deze wereld. De bezoeker betaald voor een concert, koopt eenvoudig muziek en betaald voor het kijken naar een film. Ook worden boeken een stuk makkelijker aangeschaft. Een schilderij, of tekening, kopen is echter in zekere mate een unicum. En overal waar de kunstenaar het werk ten toonstelt kan de bezoeker gratis kijken. Alhoewel voor de grote musea is men wel weer bereid in de knip te duiken. De 200 deelnemende kunstenaars aan de Kunstlijn zijn veelal hard werkende mensen. Er wordt hoge kwaliteit aan producten geleverd, maar ze zijn veelal afhankelijk van de gemeentelijke sociale dienst of een andere uitkerende instantie. Muziek, een boek, je kan het in veelvoud reproduceren, zonder de intentie van het werk aan te tasten. In de beeldende kunst is het werk uniek. In veruit de meeste gevallen is er een exemplaar. Bij sommige technieken zijn er meerdere oplagen mogelijk, alhoewel de productiekosten dan vaak weer erg hoog zijn.

Wellicht zit hier een reden verborgen in het feit dat het prijskaartje in de beeldende kunst enorm uiteen kan lopen. De een vraagt enkele duizenden euro's voor een werk, de ander hooguit enkele honderden euro's. Maar wie bepaald het verschil? Er zijn kunstenaars met een arrogantie, die veel vragen. Andere vragen veel, omdat een "goed" netwerk hebben en tot slot zijn er een klein aantal kunstenaars die heel veel vragen, omdat ze "bekend" of zelfs "beroemd" zijn. Waag het niet een kunstenaar aan te spreken op zijn hoge prijzen... Reëel is het natuurlijk niet. Dat een voetballer zo veel geld kan verdienen is ook niet reëel. Maar het gebeurt. Het zal waarschijnlijk blijven gebeuren. Natuurlijk is het de kunstenaar gegund. De andere kant is dat het een slecht signaal is naar de collega's. Vooral omdat niet de kwaliteit de prijs bepaalt, maar de juiste netwerken en het plaatje.

Ook tijdens de Kunstlijn zag je de grote verschillen. Vergelijkende werken met een prijsverschil van 300% is niet eens een echte uitzondering.

Waarop baseer je een prijs? Uitgaande van een (overigens vrij laag) uurloon worden de werken soms onbetaalbaar, of blijkt dat het uurtarief juist exorbitant hoog ligt. Je kijkt in de omgeving, hoe je zelf het werk ervaart en soms wat feedback, voordat je een kaartje naast je werk hangt. Daarbij speelt ook mee of je het zelf direct verkoopt,mof via een galerie. Daar een galerie al snel tussen de 20 en 30 commissie rekent moet je de prijs wel verhogen, daar je het anders echt zo goed als weg kan geven.



Gelukkig gaat de echte discussie toch het meest over het werk zelf en de kwaliteit. Maar hoe bepaal je of iets Kunst, of pulp? Definities zijn er niet voor. Bovendien laat men zich leiden door smaak. Of iemand iets mooi vindt of niet, zegt totaal niets over de kwaliteit. Daar moet je echt andere criteria voor aanwenden. Smaak is immers uitermate subjectief, ondanks dat smaak ook een collectieve subjectiviteit kan zijn. Zelf hanteer ik de volgende definitie om iets Kunst te kunnen noemen;



" Kunst is een emotionele uitingsvorm gebaseerd op ambachtelijke kennis van zaken"



Met ander woorden, ik ben van mening dat een kunstenaar kennis moet bezitten over zijn vak. Dat houdt in; materiaalkennis én ook technische kennis én kunne. Je moet weten wat perspectief is en in juist perspectief kunnen tekenen. Je moet een mens kunnen tekenen, zoals je een mens leert in verhoudingen, waardoor het (in theorie) een soort fotogelijkenis is. De mens die je maakt, moet voor iedereen een acceptabel mens zijn. Dat gaat op voor ieder onderwerp wat je tekent. Dat geld voor beeldhouders, tekenaars, schilders en zelfs kunstenaars die objecten maken. Vanuit die basiskennis is het een vak iets "eigens" toe te kunnen voegen. Vervolgens heeft een goede kunstenaar een "handtekening". Anderen zien aan het werk wie de kunstenaar is. De grote valkuil is dat er kunstenaars zijn die in feite aan al die criteria voldoen, maar toch discutabel zijn. Dat is in het geval wanneer de kunstenaar eindeloos in het zelfde thema blijft hangen. Dan wordt het geen kunst, maar us het "oefening baart kunst". Een voorbeeld zie ik bij Ans Markus. Zij maakt prachtig werk, maar vrijwel alles (wat ik ken) betreft in verband gewikkelde vrouwen. In mijn optiek wordt de Kunst dan ambacht. Een voorbeeld van een echt professionele kunstenaar is Picasso. In zijn begin jaren heeft hij figuratief geschilderd, laten zien dat hij het vak (technisch) verstaat. Daar vanuit is hij zijn kunne gaan ombuigen naar abstract. Daardoor is zijn werk ook zo enorm sterk en goed. Een goed oog is in staat te zien, bij abstract werk, of de kunstenaar beschikt over de basis vakkennis of abstract werk maakt, juist vanuit onkunde. Ook bij impressionistisch werk en specifieke vormen is dat goed te zien. Bij veel portretschilders zie je juist of het ambachtslieden zijn, of mensen die heel goed een portret kunnen maken, maar alle portretten in feite weinig variatie hebben. Ooit heb ik een jongetje op tekenles gehad, waarvan de moeder zei dat hij zo enorm goed kon tekenen. Ik zag een portret en dat zag er inderdaad erg goed uit. Tijdens de tekenles bleek die jongen in feite altijd het zelfde te tekenen, en door licht te variëren baarde oefening kunst. Toen hij iets anders moest tekenen en wij met techniek begonnen bleek die jongen niets te presteren. Perpectief lukte niet, een mens tekenen niet, eigenlijk niets.



Over Kunst wordt nogal eens met erg veel poeha gesproken. Ja, je kan ook verbaal nog een waarde toevoegen. Dat zie je terug in alle kunstvormen. Dat maakt ook de kunstkijker natuurlijk weer belangrijker. En daar niemand kunst echt definieert en er geen basis definitie is kan je er alle kanten mee op. Dat keert zich echter ook weer tegen de kunstwereld en maakt ook snel dat men kunst als elitair beschouwt.



In de Kunstkelder (Haarlem) hangt mijn werk de hele maand november (2015). Opvallend is dat er veel belangstelling is voor mijn serie Santpoort. Tekeningen van oude panden in het dorp. Leuk en realistisch getekend. Ambachtelijk correct. Toch is het geen kunst, want er zit eigenlijk niets van mijzelf in. De bezoeker lijkt dus te vallen op de herkenbaarheid en ziet dit werk (ook in het kader geplaatst) als kunst. Een kleine serie insecten trekt ook. Hier heb ik al meer mee gedaan. Een serie, van vier, met zwart-wit blokjes en dieren roept bij velen commentaar op:" lijkt wel iets op Escher", waarna men door loopt. En mijn olieverfwerken worden óf genegeerd, óf uitermate intens bestudeerd (en dan overigens ook meestal gewaardeerd).



Ja, kunst, het is een wat ongrijpbaar fenomeen. Je kan er heel wat kanten mee op. Het leidt tot, soms, eindeloze discussies. In ieder geval ben ik blij dat ik dit lustrum bij was en hoop er volgend jaar weer te zijn. Wel hoop ik dat de echte kwaliteit iets omhoog gaat, daar mijn indruk was dat er soms echte hobbyisten en zondagsschilders tussen zaten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten