Sinds wij uit Nederland zijn vertrokken
droom ik weer. ’s Nachts, of tijdens mijn middagdutje. De oude vertrouwde
dromen waarin het reizen een prominente rol speelt. Echter, in mijn dromen is
een toegevoegde waarde.
Inmiddels ben
ik vier jaar zonder werk. Blijkbaar heb ik dat geaccepteerd zonder daar
concreet iets mee te doen. Al drie keer heb ik gedroomd over mijn collega en
baas, Nico van Kan. De eerste keer was in een Portugese omgeving, voor zover ik
mij nog kan herinneren. De derde keer staat mij nog iets bij van een vreemd
werkbezoek. Mijn dromen worden nu regelmatig gecombineerd met zaken uit, met
name, mijn arbeidsverleden.
Nico van Kan |
Vier jaar
lang ben ik daar eigenlijk helemaal niet meer mee bezig geweest, behalve dat ik
de feiten accepteerde en door ging. Nu blijkt dat er toch sprake is van een
rouwproces en ik dit niet eerder ben aangegaan. Pas nu lijk ik echt met die
verwerking te beginnen. Geheel vreemd komt dit niet over op mij. Mijn moeder
stierf in 1980, na een kort ziekbed aan kanker. Ondanks mijn verdriet werd ik
gedwongen verder te gaan met mijn leven. Na een jaar begon ik over haar te
dromen. Onder meer dromen dat zij nog leefde, maar in een geheel andere
hoedanigheid. Een totaal andere vrouw, die qua uiterlijk als ook ten aanzien
van haar persoonlijkheid nauwelijks meer te herkennen was.
De reden dat
ik geen gelegenheid had tot enige verwerking was de omstandigheid dat ik werkte
als groepsleider in een thuis voor moeilijk opvoedbare kinderen met een
beperking. Na de crematie moest ik al snel aan de slag en mijn eerste
confrontatie was een pupil die op mij af
kwam en zei: ha, ha, jouw moeder is
lekker dood… Wat ik er mee aan moest wist ik niet (ik was pas 24 en had
weinig ervaring met dergelijke zaken). Dus stopte ik het weg. Maar een
rouwproces kan je niet wegstoppen. Via de dromen kwam het terug. Na die dromen
gaf ik haar dood ook bewust een plaatsje in mijn leven. Pas toen had ik het
feitelijk moeilijk.
Nu is er
niemand dood. Nou ja, er zijn mij al teveel mensen ontvallen, echter in dit
geval gaat het niet over het verlies van mensen, maar het verlies van werk. Een
plek waar ik al 26 jaar mij had voor ingezet. Door een lullige fusie werd mij
een toekomst onmogelijk gemaakt. Ondanks dat het werk weg was gevallen ging ik
door. Het leven haalde mij steeds in. Met de politiek, mijn relatie, het wonen,
de problemen, tot het vertrek naar Turkije. Het schilderen is in zekere mate
ook een uitlaatklep, maar veel meer voor zaken die heftig en actueel waren (of
zijn). Ik heb de lange arbeidsovereenkomst altijd wat weggewuifd.
Tot nu dus.
Door het dromen. Pas nu besef ik wat het belang van dat werk is geweest. De
impact op mijn leven, maar ook hoe ik mij heb kunnen uiten en neerleggen in die
werkkring, met die collega’s en die omstandigheden. Natuurlijk is het lekker
dat ik niet meer iedere ochtend om acht uur in de file hoef te staan. Zo praat
je eenvoudig iets negatiefs goed. Alleen, zo eenvoudig ligt het niet. Eerder
gaf ik al aan dat je tegenover iedere negatieve ervaring een positieve ervaring
neer kan zetten en omgekeerd. Echter, daar tussen speelt nog de zaak van het
afscheid nemen, de rituelen en het afronden. Door het uiteen vallen van onze
divisie werd mijn vertrek ook een geruisloos gebeuren. Ik heb de zaak niet afgerond.
Vier jaar heb ik er over gedaan daar achter te komen. Via mijn dromen.
Het
veranderde leven in den vreemde maakt mij niet een ander mens, maar haalt
mijzelf weer in mij naar boven. Zo heb ik mijn hele leven altijd veel gedroomd
en waren reizen en verre, of exotische, oorden het centrale onderwerp. De
afgelopen vier jaar heb ik nauwelijks meer gedroomd. Vroeger had ik altijd
fantasieën; ik zag iets en kon er een eigen realiteit omheen bouwen. Dat was
weg. Een tijd lang zag ik het als een gevolg van het gehuwde leven, maar dat is
gelul natuurlijk. Daar kom ik nu achter. Alles komt weer teug. Nee, vier jaar
lang heb ik mij laten opslurpen door continue met alleen de realiteit bezig te
zijn. Als een tornado ging ik aan mijn gevoelens voorbij en door. Door en
telkens maar weer door.
Het leven
hier is ook door gaan, alhoewel het hier een andere betekenis heeft. Alles is
ook losser. Een aantal problemen zijn niet weg met ons verblijf hier. De meeste
problemen echter heb ik letterlijk achtergelaten. Ik voel dat ik weer langzaam
tot bloei kom. Ik word weer losser, neem de tijd om te genieten en pak de tijd
om iets te doen, aan te pakken. Zoals vandaag dat ik een Bougainville heb
gekocht, want als je hier woont hoort er een Bougainville in je tuin. Gemijmer
over de toekomst is er niet. Nu kijk ik over mijn schouder. Ik kijk de
afgelopen jaren terug, zonder dit bewust te zien. Misschien moet ik zeggen: ik
voel de afgelopen jaren terug, dat wat ik aan gevoel heb ontbeert. Niet bewust,
blijkt nu. Het feit dat ik mij in een omgeving bevind waar de ingrediënten zijn
om een aantal zaken te verwerken. Een rouwproces klinkt zo zwaar, alhoewel dat
er misschien wel op lijkt. Het gevoel is echter heel bevrijdend. Vanuit mijn
onbewuste ben ik eindelijk allerlei zaken aan het afronden. Ik sta voor een
enorme boekenkast naast een stapel ervaringen. Nu heb ik eindelijk de positie
om die stapel in de boekenkast te leggen. Alles daar waar het hoort, ieder zijn
eigen plank, zijn eigen schap.
De eerste
week, na ons vertrek, was ik vooral verwonderd. Verwonderd weer te dromen en te
voelen. Nee, weer anders te voelen. Het is een beetje als landen. Na een lange
vlucht ben ik aan het landen, maar de baan is lang. Gelukkig, want ik hoef niet
hard te remmen.
Ik zit hier
in Gocek, op een kampeertafeltje, achter het gaas van de woonkamer. Het verkeer
komt voorbij. Geen televisie om mij achter te verstoppen. Voor mij mijn laptop.
Krekels en verkeer. Rust. Klam voelt mijn huid van de hoge temperaturen. Klam,
maar ook koel. Ik ben geland… nu rijdt ik langzaam uit. Het besef van hoelang
ik al weg ben is eigenlijk al weg. Dit is mijn leven. Een leven wat bij mij
past, waar ik mijzelf kan zijn. Niet dat ik mij anders voor deed of mijzelf
verloochende, nee, ik toonde maar een tipje. Je kan het hele verhaal vertellen,
of je verteld een deel. In het laatste geval lieg je niet, maar de ander zal
nooit je verhaal leren kennen. Nu leer ik het hele verhaal te vertellen. Ik
hoef geen dingen meer weg te laten. Geen zaken om mij aan te moeten passen. Er
is geen enkele reden mij te bewijzen of te laten zien wat ik allemaal wel kan.
Ik weet wat ik kan en de ander mag oordelen. Ik weet wat ik ben en de ander mag
oordelen. Ik weet wie ik ben en de ander mag oordelen.
Mijn leven
lang ben ik oprecht geweest. Dat heeft nogal eens tegen mij gewerkt. Het eerste
zal ik blijven, het tweede is geen punt van orde meer.
Hoelang zal
het proces duren? Niemand die het weet. Wel durf ik aan te geven dat ik door
mijn huidige omstandigheid eindelijk een heleboel zaken kan gaan verwerken. Zo
voelt dat, zo gaat dat. Niet meer jakkeren, maar gewoon de acceptatie. Gek, wat
het leven in den vreemde allemaal met je kan doen. Ondanks dat niet alles goed
voelt of positief is, met het verwerken, maar eigenlijk voel ik mij nu al twee
weken heel erg gelukkig. Daar blijf ik aan werken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten