woensdag 3 februari 2016

Tellen

Vroeger had je die spiegelstickers met de tekst: ooit een normaal mens ontmoet? Natuurlijk niet. En zelf, zelf spoor ik ook niet op alle vlakken. Schamen voor mijn tekortkomingen die ik niet. Erg veel last heb ik er overigens ook niet van. Het stoort mij niet in mijn dagelijkse bezigheden, noch in mijn sociale contacten. Nou ja, niet voor zover ik mij realiseer. Dat kunnen anderen wellicht beter beoordelen.



Ik heb last van hallucinaties. Dat klinkt heftig, maar valt best mee. Vooral soms lastig, alhoewel meestal zie ik er de humor van in. Mijn hallucinaties zijn geur hallucinaties. Ik ruik dingen, die ik écht ruik, maar wat in feite niet kan. Een hallucinatie beleef je als waarheid. Bij mij is dat gekomen door muizen. Al weer heel wat jaartjes geleden rook ik een dode muis. Niet even, maar weken. Het lijk kon ik maar niet vinden. De geur rook ik. Pas na vele weken trof ik het halfvergane lijk aan..., tussen mijn borden in het dressoir. Na het ruimen bleef ik de geur ruiken. Dat duurde nog weken. Langzaam verdween de rotte lucht uit mijn neus. Toch keerde deze met enige regelmaat terug. Alleen, ondanks dat ik dooie beessies rook, wist ik ook dat ze er niet waren. Bijvoorbeeld tijdens een autorit, ergens in Duitsland op de snelweg. Plots rook ik die rotte lucht. Ook een keer op een bootje. Nog meer op vreemde plaatsen. Plots komt het op, langzaam ebt het weer weg. De muizengeur ruik ik nauwelijks meer, maar een andere geur is er voor in de plaats gekomen. Brandlucht. Op de meest vreemde plaatsen ruik ik brand. En soms komen er ook andere geuren mijn neus binnen, die er helemaal niet zijn. Het zijn niet de plezierigste geuren. Dat is vervelend. Het lastigste is echter dat ik mijn eigen geur vermogen niet meer vertrouw. Is het er echt, of is het er niet? In de meeste gevallen is het er niet...



Behalve mijn geur hallucinaties heb ik ook nog last van een neurose. Ook hier heb ik niet echt last van en moet er soms zelf om lachen, omdat ik mij er weer op betrap mij er aan schuldig te maken. Ik tel. Ik tel van alles. Dat gaat automatisch. Ik moet het doen, zeker wanneer ik mij er niet echt bewust van ben het te doen. Dagelijks haal ik brandhout naar boven. Ik die dat in een emmertje. Bij het vullen tel ik de houtjes, die ik in de emmer doe. Toen er twee ton hout werd gebracht en ik moest dat ordenen heb ik mij kapot geteld. Het sloeg volkomen nergens op, maar ik bleef maar tellen. Nu valt het tellen van het hout nog relatief mee. Ik teken ook en teken onder andere met stipjes. Vele stipjes. Ik plaats ze in noodtempo. Ik tel in noodtempo. Ik tel nooit door. Na iedere pauze begin ik opnieuw, bij ieder emmertje begin ik opnieuw. Wanneer ik streepjes zet, tel ik. Kortom, bij iedere repeterende handeling gaat mijn telraam aan. Het is ongelofelijk hoeveel repeterende handelingen een mens dagelijks verricht. Bestek uit de vaatwasmachine halen; vorken tellen, messen tellen, en ga maar door. Ik verbaas mij er over wat je allemaal kan tellen. Steeds weer opnieuw. Het is een onschuldige dwangneurose, en ik zie er de humor van in. Regelmatig betrap ik mij er op en spreek mijzelf luid aan te stoppen met tellen. Dat werkt soms. Aan de andere kant, waarom mag ik niet tellen? Laat me lekker, niemand heeft er last van. Anderen merken het niet. Ik tel niet hardop. Nou ja, zelden, en zeker niet in gezelschap.



Ik heb nog wel een paar van die afwijkingen. Laten we het gewoon maar afwijkingen noemen. Behalve de de geur hallucinaties zijn het allemaal dwangneurotische afwijkingen. Klein en onschuldig van aard. Alhoewel sommige uiterlijke kenmerken hebben en mijn vrouw mij er soms op aanspreekt. Of zij door heeft dat het soms mijn dwangneuroses zijn weet ik niet. Kan me ook niet zo veel schelen. Nee hoor, het is zelfs heerlijk iets dergelijks te mankeren en het jezelf ook te realiseren. Laat me maar lekker, met mijn eigen bescheiden gekten. Ik voel mij er heel gelukkig mee, of ondanks dat ben wik gelukkig. Gek hè?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten