donderdag 13 augustus 2015

In den vreemde: Babbelonië (50)

Regelmatig wordt mij de vraag gesteld hoe ver staat met de vorderingen mij de Turkse taal eigen te maken. Het antwoord is simpel: kut. Ondanks enkele pogingen en de verbale ervaring wil het Turks niet beklijven. Natuurlijk moet ik aspecten van de taal onder de knie krijgen, om simpele conversaties met mijn buren aan te kunnen gaan. Het probleem echter is dat het Turks mij niets zegt. Een half jaar geleden kon ik eenvoudig tot tien tellen en alle dagen van de week opnoemen. Nu blijf ik bij zeven hangen. Van de dagen van de week weet ik nog maar een dag te benoemen. Zelfs het groeten blijkt geen eenvoudige klus. Ik maak er maar wat van. Wordt ik gecorrigeerd, doe ik het goed, hoor ik het allemaal weer net even anders. Of dialecten hier een rol in spelen, weet ik niet, maar ik begrijp er geen snars van. Voor een belangrijk deel ligt de oorzaak in het koppelen. De Turkse woorden zeggen mij niets, ezelsbruggen helpen onvoldoende en ik kan de betekenis van een woord niet aan iets bekends linken. In Frans, Duits, Engels en Spaans herken ik voldoende om de niet herkenbare woorden een logische plaats te geven. Dat ontbreekt mij met Turks. De ontwikkeling van de taal gaat dus zeer schoorvoetend, maar ik denk dat ik over twintig jaar wel een kort gesprekje kan houden. Nu mag ook duidelijk zijn, dat ik niet bezit over een specifieke taalknobbel. Ten aanzien van mijn leeftijd gaat het opnamevermogen eveneens achteruit. Qua taal ben ik een hopeloos geval.

Gelukkig roept mijn gebrek van de kennis van de Turkse taal een ander hersendeel aan, alwaar mijn kwaliteiten beter ontwikkeld zijn. Met de nodige creativiteit en inventiviteit komt een mens namelijk een heel eind. In mijn prille jeugd zat ik in Zwitserland, Schwarzenburg, alwaar ik een vriendje had. We spraken elkaars taal niet, toch was er sprake van een enorme uitwisseling en een zeker begrip. Dat heb ik gelukkig verder ontwikkeld. Dat betekent ook dat ik mij, ondanks alles, eigenlijk goed kan redden hier. Verder krijgen wij uiteindelijk alles voor elkaar, wat menig Turk zelf niet eens lukt. Natuurlijk worden wij soms op het juiste spoor gezet, maar we komen altijd daar, waar wij zijn moeten. Soms stoot je je neus een paar keer, andermaal gaat het redelijk vloeiend. Vandaag hebben we de auto laten keuren (de Nederlandse APK). Heel vaag wisten we waar het adres was, maar we zijn er gekomen. En ook ter plaatste was snel alles duidelijk en verliep het vlot. Mede door oplettendheid, niet door sommige dingen te verstaan...

Eigenlijk ging het net zo met de auto en de nieuwe kentekenplaat. Goed, we hadden al geoefend met de brommers, maar toch.



Omgekeerd spreken weinig Turken een goed woordje over de grens. Soms wat Duits, een enkele keer Nederlands. De meeste Duitse en Nederlandse Turken komen uit andere windstreken. De Turken die zeggen Engels te spreken kennen hun eigen onvolwaardige kwaliteiten niet eens. Om te beginnen spreken zij het wel, maar begrijpen zij het belabberd. Vervelende bijkomstigheid is dat ik daardoor in winkels vrij snel in het Engels wordt aangesproken. Een enkeling houdt het nu bij Turks, waar ik immers van leer. Dus herhaal ik telkenmale dat zij Turks tegen mij moeten praten. Heel voorzichtig komt deze boodschap nu door. Maar het Engels is echt barbaars. Toch helpt het wel weer omdat het soms als opstapje functioneert (bijvoorbeeld) naar het elkaar begrijpen. Aan de ene kant denk ik wel eens; waarom spreken niet álle mensen de zelfde taal?  Aan de andere kant geeft het juist charme aan de communicatie tussen mensen, wanneer zij niet (van huis uit) dezelfde taal geleerd hebben. Wat dat betreft hebben wij Nederlanders nog een grote voorsprong op de rest van de wereld. Immers veel Nederlanders spreken op zijn minst ook Frans en Engels... Velen spreken Duits en Spaans is een opkomend vak. Zelfs Chinees wordt voor meer studenten onderricht. Wanneer ieder mens dezelfde taal zou spreken, was de wereld maar saai. Hebben de mensen de taal van een ander aangeleerd kan dat juist heel boeiend zijn. Uitdagend zelfs. Spreekt niemand elkaars taal, dan wordt het best lastig...



Gelukkig leven wij in de "moderne" wereld. Ook in Turkije loopt iedereen driftig te zijn met een mobieltje in de hand; mailen, sms-en, internetten, spelletjes, chatten en ach, een enkele keer wordt er gebeld. Nu kan je met die flitsende apparatuur van alles, onder andere vertaalprogramma's er op zetten. Zelf beschik ik over een iPad en iPhone, een laptop en nog enkele mobieltjes. Dus, geen probleem... Ja dus, wel een probleem. Wil je iets zeggen, zoek je het op en je krijgt het Turkse woord. Alleen geen Turk die je begrijpt. Uitlachen doen zij gelukkig niet (in het openbaar). Bij terug vertaling op een ander medium krijg je een andere vertaling. Je weet gewoon niet wat het juiste woord is en de vertaling kan even goed wel, als niet kloppen. Kruisbestuivingen leiden eerder tot meer onzekerheden, dan de juiste woorden.

Mijn Turks is vooral de logica in mijn hoofd. Ik snap die jongens niet, maar begrijp ze wel. Meestal zie je mensen druk gebaren, wanneer zij elkaars taal niet spreken. Turken gebaren relatief weinig kijkt je regelmatig aan of er een oneerbaar voorstel wordt gedaan. Ondanks dat Turken harde werkers zijn, beschikken ze zo ook over on-logica, des-interesse en een hoop andere vermogens om ze niet te begrijpen, qua taal. Ondanks hun enorme bereidwilligheid en hulpvaardigheid blijven zij stoïcijns Turks praten. Opleiding en niveau lijken geen parten te spelen. Zo ken ik een professor doktor, een hele aardige en aimabele man, maar zijn Engels steekt qua niveau niet boven de gemiddelde Turk, die zegt Engels te spreken, uit. Dat is dan best jammer.



Toch is er een kentering waarneembaar. De wat beter opgeleide jongere. Die spreken niet alleen vaker Engels, de kwaliteit daarvan is ook voortreffelijk. Je ziet ze steeds meer, evenals kinderen van ouders met verschillende nationaliteiten. Die spreken hun talen gewoon goed. De jongste generatie Nederlanders van Turkse afkomst spreken overigens ook steeds minder Turks, of zelfs helemaal niet. En dat terwijl zij ook nog eens vrijwel jaarlijks het land van hun voorouders bezoeken, ach, en dan is het bij mij niet eens zo heel erg gesteld. Goed, ik zit in een langzaam proces. Veel van het geleerde ben ik al weer kwijt, maar ik ben er van overtuigt over een paar jaar een mondje Turks te spreken... Heel bescheiden. Nu, nu is het nog een hopeloos verhaal, maar heb ik de afgelopen paar jaar niet laten zien dat ik (eigenlijk moet ik hier écht zeggen;wij) hopeloze situaties ten goed kan keren? Wel, dan zal dat met mijn Turks ook wel goed komen... Later.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten